Klein maar fijn? 

Communication / News

De centralisering van beslissingscentra bij internationale adverteerders lijkt lokale, onafhankelijke bureaus uit te dagen. PUB ging langs bij drie lokale (Belgische) bureaus en stelde hen de onvermijdelijke vraag: l’union fait-elle la force – of kunnen standalone agency’s nog overleven?  

Internationale adverteerders mikken op een consistente merkcommunicatie over verschillende regio’s – iets wat de afgelopen jaren leidde tot een groeiende centralisatie van strategische beslissingen, budgetten en planning. Efficiëntie en schaalvoordelen primeren, waardoor steeds meer merken hun reclame onderbrengen bij grote netwerkbureaus en kiezen voor een uniforme, wereldwijde strategie. Voor Belgische standalone agency’s betekent dat dat het moeilijker wordt om binnen te geraken bij internationale adverteerders. Maar geen paniek: bij AdSomeNoise, Lucy en deBottomline horen we dat lokale verankering en creatieve wendbaarheid nog steeds een doorslaggevend voordeel kunnen zijn. 

“We positioneren ons als alternatief voor de grote internationale agency’s, maar het klopt dat we starten met een handicap,” zo zegt Steven Verbruggen, managing director van AdSomeNoise. “Waar internationale merken vaak automatisch landen binnen bepaalde groepen, moeten wij telkens weer iedere klant overtuigen.” Hij vergelijkt de dynamiek van centralisatie en decentralisatie met ‘de slinger van Foucault’, maar bevestigt dat we ons momenteel in een fase van sterke centralisatie bevinden. “Internationale adverteerders zitten inderdaad vaak bij internationale bureaus,” weet ook Jonas De Wit, co-founder en CEO van Lucy. “Lokale bureaus met specialisatie - in PR, content, event of digital marketing bijvoorbeeld – kunnen voor hen vaak nog wel een rol spelen, maar een Belgisch strategisch of creatief bureau geraakt moeilijk binnen bij internationale adverteerders.” 

(...)

Lees het volledige artikel hier.