Geen AI maar II
Een gedurfde maar haalbare strategie. Een uitgekookte tactiek. Creatief werk dat blijft hangen. De juiste doelgroep, de juiste insteek op de juiste plaats en op het juiste moment. Het is niet verboden om daar goed over na te denken. Ja, om data te gebruiken die daarbij kunnen helpen. Kan je te lang nadenken? Kan je te veel nadenken? Natuurlijk wel. Daarom wordt steeds vaker gebruik gemaakt van AI. Artificiële intelligentie dus. Dat is een beetje zoals vegetarische kip. Het is vegetarisch, het kan lekker zijn, maar: het is geen kip. Zo is artificiële intelligentie zeker artificieel, vaak ook bruikbaar, maar: het is geen intelligentie. Sommigen noemen het gewoon diefstal van intelligentie, omdat het werk van anderen (zonder betaling) wordt gebruikt. Een discussie om te volgen! Maar we dwalen af. Om Mark Ritson te parafraseren, die meerdere oneliners afvuurde op wie eind augustus aanwezig was op de UMA Get Together of de UBA Media date: we hebben niet zozeer artificiële intelligentie nodig, we hebben intelligentie nodig.
We hebben eigen beslissingen nodig. Voor een efficiënte strategie, voor een uitgekiende planning, voor straf creatief werk. En ja, artificiële intelligentie kan een handje helpen. Maar uiteindelijk moeten we het zelf doen. Soms with a little help from our friends. Met of zonder data. Een bekend voorbeeld is de groei van Studio 100: het buikgevoel van Gert Verhulst en Hans Bourlon bleek bij herhaling krachtiger te zijn dan het meest uitgebreide marktonderzoek. Intelligentie kan dus ook zijn: vertrouwen op je buikgevoel. Weten wanneer je dat buikgevoel kan laten spelen (en wanneer niet). Dat oordeel kan je niet aan een algoritme overlaten. En dus: we hebben (meer) intelligente intelligentie nodig. Menselijke intelligentie. Intelligentie tout court.