Air, hedendaags in oude architectuur

Vertaalde artikels

In september 2020 maakte Air een sprong naar de jaren 1970, hartje Watermaal-Bosvoorde! Het team zette haar koffers neer in het CBR-gebouw, ontworpen door de Pools-Belgische architect Constantin Brodzki. De architektonische stijl, beter gekend als brutalisme, onderscheidt zich door de herhaling van bepaalde elementen (zoals ramen) en een ‘rauwe’ beton-look. Sommigen noemen het een legendarische modernistische toren, anderen simpelweg coworking space Fosbury & Sons. - Marine Dehossay

Het interieur? Veel kleine ruimtes, gangen en (glazen) deuren, maar ook een mooi aantal zetels en… een skateboard (dat er toevallig lijkt neergezet). In het vilten universum doen de grote gouden ramen een glimp opvangen van de omstaande gebouwen, waarvan sommige verborgen liggen achter de bomen. De omgeving, die heel gecompartimenteerd lijkt, is eigenlijk heel intiem. De ‘Mur Bucket List’ trekt onze aandacht, een muur gesierd met planken waarop projectideeën tentoongesteld worden in de vorm van kleine, representatieve objecten.

Een heel team wilde ons te woord staan. Het gaat hier namelijk om meer dan gewone verhuizing… het hele bureau nam een nieuwe visie aan. Zitten rond de tafel, in volgorde van social distancing – van dicht naar verder: Louis Gheysens, manager business development, John Benois, creative creative director (CCD), Karel De Mulder, CCD, Renaud Goossens, experience director, Romain Felix, CCD, Stéphane Buisseret, CEO, en Arnaud Bailly, CCD. Sluit virtueel aan: Eric Hollander, creative chairman.

‘Air’ nodig

Na jaren in een industrieel gebouw aan het Zuidstation te hebben doorgebracht, was Air op zoek naar een ruimte die haar nieuwe visie waardig is. Die moest vooral modulair, elastisch en flexibel zijn, legt Stéphane Buisseret uit. “Deze nieuwe plek sluit zoveel beter aan bij ‘het werken van morgen’. Het voordeel hier is dat alles moduleerbaar is. Er is onze structuur, maar er is ook meer dan dat. We hadden nood aan iets elastisch… zoals een long eigenlijk, waar je lucht kan vinden indien nodig. Een beetje geschiedenis: we zitten hier in het deel van het gebouw van Fosbury & Sons. De atleet Fosbury heeft in de jaren zestig de fosburyflop (nvdr: een sprongtechniek waarbij met de rug eerst wordt gesprongen) bedacht. Hij slaagde erin om dingen anders te doen, tegen de stroom in… zo inspirerend! Deze verhuizing maakt deel uit van een wereldwijde reflectie: een bureau moet niet altijd blijven wat het geweest is.” En Eric Hollander vult aan: “De essentie van ons werk vandaag is het bundelen van expertise om collectieve intelligentie op te bouwen, waarbij iedereen vanuit zijn eigen expertise vertrekt.”

Kom, het is hier leuk!

Als het aankomt op financiën luistert het team meer dan ooit naar zijn klanten, en die lijken daar dankbaar voor te zijn. “Ik denk dat ze inzien dat we een bureau zijn dat frustraties, zoals vier weken moeten wachten op een project, probeert te vermijden,” zegt Renaud Goossens. “We willen zoveel mogelijk samen creëren. In een recente klantenbevraging kwam het woord ‘leuk’ het vaakst voren. Dat vat onze samenwerkingen mooi samen!”

“Die manier van werken was er eerder wel al,” benadrukt Romain Felix. “Die gemeenschappelijke visie heeft van Air gemaakt tot wat het vandaag is. Toen dit project vorm kreeg wisten we wat we wel en wat we niet meer wilden. Die herlancering heeft zich vertaald in het gebouw, maar ook in de website en het logo. Het was een breath of fresh air, no pun intended.”

John Benois ziet de verandering als een noodzaak, iets dat vertrekt vanuit een kleine frustratie. “We werken allemaal al tien jaar voor bureaus, al dan niet samen. Wat ons opviel is de behoefte aan een bubbel om te kunnen creëren. Vanuit een creatief oogpunt was er dus het verlangen om die bubbel te vinden. En wat ik hier geweldig vind, is dat het het bureau is dat zich aan ons en aan ons werk aanpast.”

 Louis Gheysens benadrukt dat “er echt werd nagedacht over de hervorming van het team. De markt wordt steeds veeleisender, en dat kost enorm veel energie. Er is dus een X-factor die niet mag ontbreken: een verenigd team. We zijn niet alleen collega’s, we zijn ook vrienden. En wanneer dat de sleutel is, is er geen plaats voor ego’s. Die toegevoegde waarde moet altijd aanwezig zijn. Het blijft vandaag de dag de belangrijkste factor voor grote bureaus.”

The Creative Council

Hoewel werken vanop afstand het er niet gemakkelijker op maakte, leerde elk teamlid wel iets uit die ervaring.  Zoals werken zonder partner. De creativiteit lijkt echter niet aangetast te zijn. “De reden dat we voor de benaming ‘creative creative director’ of CCD hebben gekozen, is omdat we vooral creatief zijn, en daarna pas de rest. Het zit in ons bloed. Omdat we allemaal op hetzelfde niveau zitten, delen we al het werk. We tekenen een campagne daarom liever met ‘Creative Council Air’. Aan het einde van de rit is het het resultaat dat telt, en niet wie de campagne gemaakt heeft,” legt Karel De Mulder uit. “Een kleine anekdote,” vult Eric Hollander al glimlachend aan,… “Bij de spot voor Jules hebben we dit moeten verdedigen, omdat een campagne ondertekenen met ‘Creative Council Air’ cultureel not done was. Er moesten namen naar voren komen. Uiteindelijk hebben we er alleen mijn naam onder gezet, en dat was ook meer dan oké voor mij (lacht).”  

Arnaud Bailly besluit: “Grappig, omdat dit soort fundamenten er al jaren zijn. Zodra we proberen om alles te los te laten wat we niet leuk vinden, zoals de ego’s in dit wereldje, blijkt dat de business dat gewoon van ons vraagt. Dat is absurd. Voor ons is het belangrijker om als team te werken dan de glorie van je naam te zien staan.”