{Interview} Bert Hamelinck (Caviar) over het potentieel van Belgische cinema

Communication / Media / News

In 2021 werd het Belgische productiehuis Caviar maar liefst zes keer genomineerd voor de Oscars. Sound of Metal ging er uiteindelijk aan de haal met twee prijzen: de Oscar voor beste geluid en die voor beste montage. Bert Hamelinck, de oprichter van Caviar, kreeg later op het jaar ook nog eens een President’s Award in handen van Creative Belgium. Redenen genoeg voor een ontmoetingen met de man achter Sound of Metal, een hartverwarmende film over gehoorschade.

Hoe is het idee achter Sound of Metal ontstaan?

We kregen het script voor de film zo’n vijf jaar geleden toegestuurd via geassocieerde producenten, kort na onze eerste film in Amerika, The Diary of a Teenage Girl (2014). We ontvangen veel scripts op een jaar tijd, en daar zitten zelden goede dingen tussen, maar in dit geval was het anders. Dit was sterk. We vonden het erg leuk, maar er waren initieel veel obstakels: de aanpak was niet realistisch, de casting niet top... We hebben er daarom op aangedrongen om de film te maken, maar dan wel op onze manier. Eerst hebben ze ons bedankt, maar na 18 maanden keerde de bedenker van het script terug naar ons, dit keer alleen. Hij waardeerde onze openhartigheid en onze aanpak enorm en stelde daarom voor om het project samen met hem te herbekijken.

Dus jullie zijn, in 2018, gestart van nul. Zonder financiering?

Dat klopt. We hebben eerst uit onze eigen fondsen geput en pas daarna hebben we andere financiering gevonden. Op acht weken tijd waren de voorbereidingen voor de film gedaan. Het filmen zelf gebeurde daarna in Boston en in Antwerpen.

Het resultaat is realistisch en ontroerend. De creatieve voorbereidingen moeten behoorlijk intens geweest zijn, niet?

Vanuit creatief oogpunt hebben we het project inderdaad jaren voorbereid. We wilden dat de kijker het hoofdpersonage zou begrijpen. Ook het hele geluidsaspect was een huzarenstukje. De kijker hoort namelijk vaak wat het hoofdpersonage zelf hoort. De acteur in kwestie kreeg tijdens de opnames een gehoorapparaat in oren. Dat maakte het mogelijk om hem soms een ‘witte ruis’ te bezorgen waardoor hij niets meer hoorde. De eerste keer dat we dit activeerden, was hij in shock! Het was ongelofelijk. Op de meeste draaidagen konden we niet met hem praten omdat hij niets hoorde.

Gehoorschade is een onderwerp dat zelden aan bod komt in de filmindustrie…

Neen, inderdaad. Het verhaal dat we hebben laten zien is erg pakkend. Wat we wilden laten zien is dat de mens overal controle over wil hebben. Controle die hij verliest doordat hij zijn gehoor verliest, en daar kan hij niets aan doen. Die drang naar controle vind ik zelfs nog interessanter in de context van vandaag.

De film heeft twee Oscars gewonnen. Welke impact had dat voor Caviar in België?

Niet echt veel. Ook met onze andere films hebben we al meerdere prijzen gewonnen, zoals met Black in Toronto. We hadden al een reputatie. Het is wel zo dat we dankzij deze film nu belangrijkere films mogen maken. Daarvoor werkten we vooral voor onafhankelijke filmprojecten met beperkte budgetten. Maar het is nooit gemakkelijk, noch voor een regisseur, nog voor een producent om een project te maken zoals hij dat wil. Het is erg moeilijk om een balans te vinden tussen een mooi project en de vrijheid om het project uit te voeren. En dat is een obstakel dat niet verdwijnt met het winnen van een Oscar.

Gelooft u in het internationale potentieel van Belgische cinema?

Ik maak eerst en vooral al geen verschil tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Ik vind dat we onze films zichtbaar moeten maken, zodat ze leven. Net zoals de Belgische film Un monde van Laura Wandel, ook genomineerd tijdens de Oscars. Belgische films kunnen heel ver reiken. Het zijn projecten die zowel universeel als klein en uniek zijn. Dat is net het interessante eraan: je mag gerust groots denken! Wees ambitieus, ook al blijf je lokaal. We moeten dringend andere stemmen laten horen dan die van de gebroeders Jean-Pierre en Luc Dardenne. België zit boordevol talent! Ik vind het ook jammer dat onze Belgische filmtalenten niet geregeld werken voor de reclamewereld, zoals in Engeland of de Verenigde Staten wel het geval is. Aan talent ontbreekt het hier alvast niet!