Doudou in vuur en vlam

Ra ra ra, wie ben ik ? Ik tel 96.000 inwoners, ik ben de vierde grootste stad van Wallonië, het zesde grootste commercieel centrum van ons land (en het derde grootste van Wallonië) en ben sinds 2002 ‘capitale Culturelle de la Wallonie’. Ik ben Bergen, natuurlijk! Bergen, waar elk jaar honderden activiteiten plaatsvinden. En die willen de stad – in het Frans Mons geheten – leven in blazen met een buitengewoon Bergense dynamiek. - Astrid Jansen

Haar Grote Markt, haar belfort en haar katholieke kerk, maar ook de neolitische vuursteenmijnen in Spiennes, haar Doudou (de Ducasse van Bergen werd door Unesco in 2005 erkend als meesterwerk van het immateriële patrimonium), haar Initialis-park en haar Mundaneum (ook wel de ‘papieren Google’ genoemd)… Mogelijkheden zijn er genoeg in Bergen. Maar hoe stelt de stad, die in 2015 nog bekroond werd tot ‘Culturele Hoofdstad van Europa’, het vandaag met haar evenementen? En hoe ging ze om met de gezondheidsmaatregelen? Eén ding is zeker: Covid-19 heeft de festiviteiten van dit jaar op z’n kop gezet, en soms ook tot verplichte afgelasting geleid. Maar zelfs in die omstandigheden behoudt Bergen haar goedgevulde eventprogramma.

Bloeiende stad

“Bergen is bloeiend en divers. Het is een stad waar het culturele en evenementiële leven het hele jaar doordraait, met dank aan belangrijke proactieve spelers zoals Mars, het Théâtre Royal de Mons en andere talrijke initiatieven op alle gebieden,” zegt Maxime Dieu, algemeen bestuurder van het Mons International Film Festival. Dat festival maakt deel uit van een generatie Belgische filmfestivals (samen met het FIFF Namur, het BIFFF en Anima) die opkwam in de jaren tachtig. Na de oprichting in 1984 door een Bergens gemeenteraadslid met weinig financiële middelen maar met veel enthousiasme, genaamd Elio Di Rupo, wist het festival zich geleidelijk lokaal en nationaal te ontwikkelen. Later kreeg het ook internationale erkenning. Maxime Dieu vertelt dat “behalve het festival, ook cinema een belangrijke plaats inneemt in het evenementenleven van Bergen.” Zo is er het Imagix-complex, dat de laatste jaren nieuw leven werd ingeblazen, en de aanstaande en langverwachte heropening van de Plaza Art-bioscoop in het stadscentrum. Genoeg om toeschouwers en bioscoopbezoekers een nog breder programma aan te bieden. Over het algemeen staat Bergen bekend om haar musea en culturele rijkdom, en weet de stad ook te verleiden met haar architectuur en haar typische steegjes gevuld met kleine winkeltjes.

Events in overvloed

Er zijn ook het Fête au beffroi, het traditionele Feest van het Waalse Gewest (Fête de Wallonie in het Frans), de kerstconcerten van Harmonies montoises, het Festival de printemps, de ‘Mons ville fleurie’-actie én er is ook steun voor initiatieven van handelaarsverenigingen. “We werken daarvoor samen met het verenigingsleven en organiseren samen verschillende grote evenementen,” legt Catherine Houdart uit, eerste schepen van Bergen bevoegd voor onderwijs, cultuur, jeugd en openbare lezingen. En, zegt ze fier: “Bergen begeleidt en adviseert ook bij veel evenementen die door derden worden georganiseerd, Bière en Fête, Apéros Montois, Concours du Cheval de trait, Mons Cœur en Neige, Dimanche toqué, de Ducasse, carnaval, de Foire d’automne,… Die evenementen dragen bij aan de inspanning om het stadscentrum en de verschillende wijken van Bergen te animeren.” Maxime Dieu benadrukt dat de stad ook op verschillende niveaus waardevolle ondersteuning biedt aan het Mons International Film Festival. Het Festival vindt bijvoorbeeld plaats in de hele stad, in het centrum en op de as Van der Valk – Imagix Mons. “Die infrastructuren en partners maken het mogelijk er een van de belangrijkste internationale evenementen van het culturele jaar van te maken. Met de naamsverandering van het festival sinds 2018 (daarvoor sprak men over het Mons International Love Film Festival) wilden we ook de naam van de stad opwaarderen, dat sinds 2015 bekend staat als een belangrijke Europese stad op cultureel vlak.

2020

Vandaag toont de stad dat ze zich kan aanpassen aan deze ongekende gezondheidscrisis. Catherine Houdart deelt enkele cijfers met ons: “Onze musea deden het beter dan ooit. We zagen een mooie stijging (20) bij Maison Van Gogh in Cuesmes, Silex’s (+35%) en de tijdelijke expo École de Mons in BAM (Beaux-Arts Mons) (50% ten opzichte van 2019).” De tentoonstelling van de beroemde fotograaf Yann-Arthus Bertrand, die momenteel in Bergen loopt tot 25 oktober 2020, trok alleen al in juli bijna 15.000 bezoekers. Deze zomer organiseerde Bergen ook de tweede editie van Destination MONS. “Met als doel de inwoners een zomers entertainmentsprogramma te bieden dat een aanzienlijke meerwaarde bezorgt voor het stadscentrum, in termen van aantrekkelijkheid, invloed en economische dynamiek.” Ook werd het tweede luik van L’Art Habite la Ville opgezet, een permanent openluchtmuseum met dit keer 17 nieuwe werken, die tot het einde van de maand oktober geleidelijk worden geïntegreerd in het stedelijk landschap, zowel in het centrum als in dorpen als Jemappes of Nimy. “Het is ook een manier om opnieuw voeling te krijgen met de stad en een identiteit te smeden die haar specifiek ligt, met unieke werken die haar verhaal vertellen,” verduidelijkt de schepen van cultuur. Bovendien werd Bergen recent ook opgenomen in de applicatie Street Art Cities. Zeker niet te missen deze herfst: tentoonstelling Roy Lichtenstein in Beaux-Arts Mons.

“Het meervoudige aanbod past meer dan ooit als een belangrijk onderdeel in de economische en toeristische ontwikkeling van onze stad en onze regio. Deze positieve dynamiek zit hem in juiste complementariteit tussen tentoonstellingen met een internationale dimensie en tentoonstellingen die onze lokale kunstenaars promoten,” besluit Catherine Houdart. “Bergen spreekt duidelijk de wens uit om te investeren in cultuur in het straatbeeld, om het zo voor iedereen toegankelijker te maken. Door kunst rechtstreeks te verbinden met het dagelijkse leven van de burger wil de stad de codes van tentoonstellen op z’n kop zetten. Bergen wil zo een speelterrein zijn waar musea dicht bij het volk staan. Aan die vereiste willen we meer dan ooit voldoen.”