En God schiep … Brice

Brice7

Vertaalde artikels

Een ondeugend lachje, recht voor de raap, hypergeconnecteerd en gedigitaliseerd tot in het extreme … Brice Le Blévennec is zonder twijfel de oprichter-voorzitter van Emakina, maar hij is bovenal de Chief Visionary Officer. Elke dag opnieuw kijkt de man in zijn glazen bol. Kwestie van zijn klanten en partners de gepaste antwoorden en oplossingen voor de toekomst aan te bieden. Dat hij er geen doekjes om windt, blijkt trouwens meteen uit dit interview.

Net zoals een kat zeven levens heeft, deelt Brice Le Blévennec zich elke dag het liefst in zeven stukken. Hij vindt het dan ook moeilijk om zich op maar op één zaak tegelijk te concentreren. Zijn passie voor microcomputers ontstond toen hij de TI-58 C rekenmachine met permanent geheugen van Texas Instruments leerde kennen. Van ervaringen naar ontdekkingen. “In 1981 ben ik verliefd geworden op de ZX 81, een personal computer van het merk Sinclair.” Onze man kreeg de smaak voor computers te pakken via de creaties van een zekere Steve Jobs. Op 23-jarige leeftijd was hij zich er al van bewust dat de digitale wereld en het internet een gigantische impact zouden hebben. Daarom richtte hij in 1991 Ex-Machina op, dat van in het begin bedrijven en merken hielp om hun eerste digitale stappen te zetten.
Ik beschik over intuïtie en een gezonde dosis naïviteit

In 1996 begon Brice zelf de webcultuur uit te dragen in de media. Dat deed hij in ‘CyberCafe21’ op Radio 21 en in het tv-programma ‘CyberCafe 2.0’ op La Deux. Daar kreeg de huidige cyberevangelist in Brice gestalte, wat gepaard ging met de sterke groei en opkomst van het onlinecommunicatiebureau Emakina dat hij in 2001 oprichtte. Het is ondertussen uitgegroeid tot dé referentie voor interactieve en onlinecommunicatie op onze markt. Emakina nam vervolgens het ene (inter)nationale bureau na het andere over. Zo versterkte het zich onlangs nog met het Nederlandse Merge Media. Op die manier kon het bedrijf zijn groei consolideren en 2012 afsluiten met een ebitda van 3,7 miljoen euro en een operationele winst van 2,4 miljoen euro. Toch is er minder goed nieuws op sociaal vlak: de Emakinagroep nam onlangs afscheid van een twintigtal medewerkers in Frankrijk en België. Zo wil de onderneming nog beter kunnen inspelen op de verwachtingen van de markt. We zitten oog in oog met een man die openlijk toegeeft dat hij een hekel heeft aan werken.
U bent een echte Apple-fan. Mogen we u als een sektelid bestempelen?
Ik zie mezelf liever als een gelovige, want een sekte is een religie die maar niet van de grond komt. Al meer dan één miljard mensen gebruiken de producten van Apple. We kunnen dus eigenlijk niet meer van een religie spreken. Ik vergelijk Apple, Windows en Linux met drie doctrines die elk hun eigen regels en messias hebben. Apple staat het verst van de drie. Het heeft zijn eigen kerken, de Apple Stores, en een messias, Steve Jobs. Die verdween eerst een paar jaar, kwam vervolgens terug en stierf ten slotte aan het kruis. Hij verkondigde het heilige woord en heeft echte discipelen. Denk maar aan Jonathan Ive of Tim Cook. Vergeleken bij hen ben ik maar een gewone gelovige. Toen ik het programma ‘CyberCafé’ presenteerde, heeft onze productiepartner Apple een promotiefolder verspreid op maar liefst vier miljoen exemplaren! Die bestond uit een dubbele pagina over Steve Jobs en één over mij. Franstaligen vereenzelvigen mij daardoor automatisch met Apple, ook al werk ik er niet voor. Maar ik verkondig graag dat de producten van Apple het mogelijk maken om je ten volle toe te leggen op het creatieve proces en het bedenken van nieuwe ideeën. Geen gepruts en gesakker met computers die het om de zoveel tijd laten afweten ... De Maccomputers en Apple-oplossingen vragen gewoon veel minder onderhoud.

Voelt u zich ziek of vergiftigd door het technologievirus?
Nee, want technologie is niet giftig. Ik heb mijn capaciteiten altijd verder kunnen ontplooien dankzij de technologie. Technologie is geen doel op zich maar een middel om waarde te creëren, om de wereld te veranderen … Maar ik heb inderdaad altijd gadgets bij me. Op dit eigenste moment heb ik bijvoorbeeld een iPhonehorloge aan en in mijn broekzak zit een tracker die mijn wandelgedrag opvolgt. Ik heb ook wifi in mijn wagen, zodat mijn kinderen met hun iPod kunnen spelen ...
Iedereen ziet in u het eeuwige kind, de eeuwige jeugd. Terecht?
Ik zie mezelf eerder als een volwassene die zich nog altijd als een kind kan verwonderen! Ik blijf alles op een speelse manier bekijken, ook al is het geen speelgoed. Onlangs nog kreeg ik de Ouya in handen, de eerste spelconsole die op Android draait. Het eerste wat door mijn gedachten schoot, was: hoe kunnen we apps voor klanten ontwikkelen, zodat dit toestel een interactieve kiosk wordt ...
Emakina, een leven

Heeft u een lui kantje?
En of! Ik heb dan ook nooit gewerkt, ik kan het gewoon niet. Ik ben Chief Visionary Officer om minder te moeten werken. Ik doe iets wat mij boeit … en ik word er nog voor betaald ook! Van geluk gesproken. Ik heb dat nooit als ‘werken’ beschouwd. Ik ben nu toch al twee jaar de voorzitter van Emakina, met Denis Steisel als CEO aan mijn zijde. We nemen ieder een deel van de leiding voor onze rekening.

Is Emakina uw kind? Of gewoon een bedrijf als een ander?
Het klinkt misschien vreselijk, maar Emakina, dat ben ik. Het is gewoon 23 jaar van mijn leven. De structuur berust op een overtuiging en een visie, namelijk nuttig zijn voor bedrijven. Het is de concrete belichaming van een strategie. In de eerste dagen van het bedrijf was ik de ‘deus ex machina’. Of dat zeiden de mensen toch. We gooien onze hersenen gezamenlijk in de strijd. Binnen ons team ben ik misschien de domste, maar ik beschik wel over een gezonde dosis intuïtie en naïviteit. Hopelijk kan ik zo na mijn dood iets nalaten ...

Emakina is beursgenoteerd. Is dat voor u persoonlijk een voor- of een nadeel? Hoeveel aandelen bezit u?
Ongetwijfeld een voordeel! Denis Steisel en ik hebben elk 15,86% van het kapitaal, samen dus 31,72%. Een andere 33 % staat op de beurs en de rest is verdeeld onder verschillende aandeelhouders. Dat geeft het bedrijf een concrete waarde. Dankzij onze notering en zichtbaarheid heeft onze activiteit iets tastbaars. De waarde van Emakina schommelt tussen 30 en 60 miljoen euro. Dat heeft niets te maken met onze bedrijfsresultaten die vertienvoudigd zijn, maar met onze beursnotering. Hierdoor kunnen we bij overnames aandelen uitgeven, meerwaarde creëren en ons sterker ontwikkelen dan met financiële transacties. Een aandeel betrekt mensen bij onze zaak en bindt hen aan ons bedrijf ... Het is gemakkelijker om aandelen uit te geven dan met privé-investeerders om te gaan, want die willen per se hun neus in alles steken. Op deze manier behouden we dus meer autonomie. De keerzijde van de medaille is dat ik belangrijke onderwerpen zoals mijn loon, de publicatie van cijfers of de kosten van de bestuurders altijd met de Raad van Bestuur moet bespreken. Anderzijds vind ik de auditcomités nuttig want ze geven waardevol advies. Die mensen leren mij alles over de wetgeving, de gevaren enz.

Mogen we u een ‘serial entrepreneur’ in hart en nieren noemen?
Al van kinds af aan probeer ik mijn vrienden te overtuigen dat mijn ideeën beter zijn dan die van hen. Ik wil er echt voor vechten en er zelfs met hen ruzie over maken! … Of toch bij wijze van spreken. Ik voel me wel eens vernederd als mensen ideeën van mij slecht vinden. Dan wil ik ze koste wat het kost uitwerken, gewoon om te bewijzen dat ze wél goed zijn, dat ze meerwaarde creëren en succes zullen hebben. Zo heb ik bijvoorbeeld in 1999 Contact Office ontwikkeld, de voorganger van Gmail. Ik heb een prototype in elkaar gestoken om aan te tonen dat de oplossing erin bestond om het web in een besturingssysteem te transformeren. In 2001 was Contact Office winstgevend. Daarnaast heb ik Tunz.com bedacht, een systeem om banktransacties per sms (via een gsm) uit te voeren. Het heeft een banklicentie van de FSMA gekregen. Belgacom heeft geïnvesteerd in de onderneming, die eerst aan Ogone werd doorverkocht en tegenwoordig in handen is van Ingenico. Wat de banksector vandaag met horten en stoten probeert te doen, heb ik al 10 jaar geleden voorgesteld. Ze lachten me toen in mijn gezicht uit … Ik leg me voortaan dus meer toe op Emakina en lanceer minder projecten. Hoe dan ook, tegenwoordig verwachten adverteerders van hun bureaus ook innovaties en ideeën voor nieuwe diensten. Ze nemen geen genoegen meer met dagdagelijkse campagnes of websites!
In de eerste dagen van het bedrijf was ik de ‘deus ex machina’
Hoe ziet de ideale toekomst van Emakina er voor u uit?
De optimist in mij ziet Emakina uitgroeien tot een concurrent van Publicis, Omnicom, WPP ... Wellicht een beetje te optimistisch. Graag laat ik het bedrijf groeien tot een onderneming van 1000 medewerkers en een omzet van 100 miljoen euro. En we moeten vooral Europeser worden, want momenteel zijn we nog te Belgisch. Dat lijkt me haalbaar binnen de komende 20 jaar. Maar we zitten in een sector die crisissen en ongelooflijke versnellingen kent ... Het is de bedoeling om een nieuwe soort speler in de communicatiesector te lanceren. We zijn vertrokken vanuit de digitale sector, wat ons van de rest onderscheidt. En we beperken ons niet tot reclame, want dat is uiteindelijk maar een klein onderdeel van het communicatievak. Bureaus kunnen met nieuwe disciplines en via nieuwe manieren van werken toegevoegde waarde creëren. Wij willen graag het concrete voorbeeld zijn van deze nieuwe generatie van communicatiebureaus die méér in hun mars hebben dan reclame alleen. Onze sector zit momenteel in een overgangscrisis. We hebben dus bureaus nodig die een klare kijk op de zaken bieden.

Geen sterke speler zonder 4G
Wat is uw mediagebruik?
Voor ik op deze vraag antwoord, moet ik eerst iets anders vertellen. Ik probeer namelijk twee of drie jaar vóór te zijn op de toekomst, zodat ik op het gedrag van mensen kan inspelen. Ik bekijk of bepaalde trends en toepassingen zullen werken. Ik moet wel zo te werk gaan, want tegen de tijd dat ik mijn klanten kan overtuigen om er hun centen in te stoppen, zijn we al zover. Daarom koop ik dus geen tijdschriften meer. Mijn huis lag er vroeger vol van: Wired, Entrevue, Point Net Web Designer ... Algemeen nieuws verneem ik via het internet, lang voordat de gedrukte pers, radio of televisie het overnemen. In de auto luister ik naar de radio, maar minder en minder. Mijn iPod en iPhone hebben nu de overhand genomen. Daarnaast luister ik naar Spotify en als ik een praatprogramma op de radio wil horen, schakel ik via 3G over naar BFM. Ik ben wel voor radioreclame, maar zelf luister ik er liever niet naar. En televisie? Ik kijk helemaal niet of ik neem altijd dezelfde programma’s op zoals « Salut Les Terriens » van Terry Ardisson, « L'effet Papillon », « Le Petit Journal de la Semaine », « Les Guignols de l'info de la semaine » en « On n’est pas couché ». Die bekijk ik via Be Tv On Demand, dat is zonder reclame en je hoeft de opname niet eens te programmeren. En wanneer ik in een depressieve bui zit, zo’n twee keer per jaar gedurende een week, ben ik nergens in geïnteresseerd en kijk ik onafgebroken naar het nieuws op RTL, RTBF, TF1 en om 20.30 uur naar de heruitzending van France 2 op TV5. Om 21 uur zap ik naar Canal+ voor nieuws in uitgesteld relais ... Mijn favoriete series bekijk ik overigens via iTunes. Ik heb een Amerikaanse, Franse en Belgische account. Via mijn PS3 kijk ik naar Netflix en via Apple TV heb ik voor 8 euro per maand keuze uit zoveel films als ik maar wil. Het is dan ook al drie of vier jaar geleden dat ik nog eens een film heb bekeken op een ‘gewone’ tv-zender.

Blijven de investeringen in onlinereclame een pijnpunt?
Absoluut! België is een klein land met een gefragmenteerd publiek. Als we iets nieuws testen, dan moet het slaagpercentage hoger zijn om de investering te doen opbrengen. In Frankrijk volstaat daarvoor al een penetratiegraad van 1 %. Omdat dat in België onmogelijk is, nemen we minder risico’s of proberen we die beter in de hand te houden. We wachten eerst af of iets in andere landen werkt om het over te nemen. In Zwitserland hebben ze hetzelfde probleem.

Ik zie mezelf liever als een gelovige
Bent u tevreden over het connectiviteitsniveau in België?
Het is jammer dat er in België geen speler is zoals Free. De prijzen blijven heel hoog, ook al hebben operatoren zoals VOO al een beetje aan de boom geschud. Momenteel is geen enkel aanbod echt interessant. De Belgische operatoren zijn gewoon niet gehaast om een prijzenslag uit te lokken. Dat is begrijpelijk gezien de omvang van de markt … Maar de nieuwe stralingsnorm van drie volt per meter voor gsm-masten op basis van het voorzorgsprincipe – een initiatief van Evelyne Uytebroeck – betekent een serieuze stap achteruit voor het mobiele internet. Het 3G-netwerk werkt bijna niet meer en zodra je een aantal meter in een gebouw zet, valt het signaal weg. Om het 4G-netwerk in deze omstandigheden op poten te zetten, zouden er eerst honderden antennes moeten geïnstalleerd worden. Vergeet dat dus maar. En waarom alleen in Brussel en niet in heel België? Dit zal de groei van een al kwetsbare mobiele economie afremmen en Brussel van de digitale economie afscheiden. Privé gooit deze situatie voor mij behoorlijk wat roet in het eten, want ik was gewoon om via videoconferentie met mijn kinderen te praten die in het zuiden van Frankrijk wonen. Nu kan ik hen alleen nog met FaceTime zien via wifi. Deze beslissing is uniek in de wereld, het is een onvergefelijke vergissing. Alle onderzoekers, ondernemers en ontwikkelaars in mijn vriendenkring en zelfs gewone toeristen mijden de Belgische hoofdstad omdat de connectiviteit er niet is zoals het hoort. We zitten in een zwart gat … Op middellange termijn zal dit een onwaarschijnlijk economisch verlies voor Brussel betekenen.

Vertaling: Elan Languages www.elanlanguages.com

In het kort

Brice Le Blévennec maakt er zich graag gemakkelijk van af en beweert daarom altijd dat hij er als kind is ingerold. Met ‘in’ bedoelt hij de technologie in de ruime betekenis van het woord, de cyberwereld en alles wat met ‘e-’ of ‘i-’ begint. In elk geval bestempelde de Belgische pers hem al snel als digitale expert, hoewel hij zich niet speciaal lovend uitspreekt over het nationale web. “Er staat niets interessants op het Belgische web, want ze pompen er alleen maar inhoud van Amerikaanse of zelfs Franse websites in. Kort samengevat: ik gebruik Quefaire.be als mijn kinderen op bezoek zijn, ik check Resto.be voor lekkere adresjes en bij een technisch probleem zoek ik op Google. Ik surf enorm veel, maar de meeste van mijn informatiebronnen zijn Amerikaans en daar is geen enkele Belgische website bij. De enige site die ik in het Frans lees, is www.MacGeneration.fr/iGeneration.fr, die al het nieuws over de Mac en Android bundelt. Ze publiceren een twintigtal artikels per dag, het is echt goed gemaakt … ook al is het Frans.”
We mogen trouwens niet vergeten dat Brice Le Blévennec een Fransman is. Zijn vader werkte voor de NAVO en is zijn werkgever samen met zijn gezin naar Brussel gevolgd. De kleine Brice was toen zes maanden oud. Als zoon van een internationale ambtenaar bleef hij altijd ‘tijdelijk’ in België, klaar om opnieuw de koffers te pakken. Daarom heeft hij ook geen Nederlands geleerd … Naar eigen zeggen zijn grote geluk, want hij wil zo min mogelijk werken. Op het werk vermijdt hij ‘niet-efficiënte’ telefooncommunicatie. Hij geeft de voorkeur aan e-mail, instant messaging of wiki om intern te communiceren. En zelden bereidt hij vergaderingen voor.
Maar waarom is hij dan eigenlijk in België gebleven? “Mijn grootste blunder ooit! Als ik mijn luie reet had opgelicht en naar Amerika was getrokken, dan zou mijn bedrijf nu allicht meer dan 500 mensen tellen. Hadden we daar een idee zoals Contact Office gelanceerd, dan waren we Google misschien vóór geweest. Zo visionair was dat project, zo goed stak het in elkaar. Uiteraard zou ik er dan een andere levensstijl op nahouden en wellicht veel harder moeten knokken, want in de VS is de concurrentie echt bikkelhard.”
Brice betreurt dan ook dat in onze markt mensen veel minder risico’s durven nemen en het moeilijk is om talent te vinden want “alle talent gaat ervandoor naar daar waar de zaken wel vooruitgaan. Begrijpelijk. Wie hier blijft, is minder ambitieus en minder gek …”

Aline Guebels