Het einde van Casa Kafka

La fin de Casa Kafca - intro beeld - pub10-2013

Vertaalde artikels

Al bijna twaalf jaar is Jean-Paul Philippot algemeen bestuurder van de RTBF. Zijn mandaat loopt dus binnenkort af, maar hij is wel kandidaat om zichzelf op te volgen. Philippot wil immers nog verschillende projecten uitvoeren om de openbare omroep te hervormen.
Kunnen we stellen dat Jean-Paul Philippot tot de kring van hoge staatsambtenaren behoort? Zeker, want tot nu toe was deze handelsingenieur alleen aan de slag bij overheidsinstanties. Na zijn carrière in de ziekenhuissector, de ambtenarij en een ministerieel kabinet kwam hij in februari 2002 aan het roer van de RTBF. Hij was ook de eerste topman aan de Reyerslaan die écht de buikriem moest aanhalen (vanwege het Magellanplan) en nieuwe digitale uitdagingen voor de kiezen kreeg die het medialandschap grondig zouden dooreenschudden. Philippots internationale status kreeg bovendien een enorme boost toen hij voor de tweede keer werd verkozen als voorzitter van de European Broadcasting Union (Europese Radio-unie).

TOT UW DIENST

Zou u na elf jaar nog aan de slag kunnen gaan buiten de media?
Ik zou niet kunnen leven zonder de media te blijven volgen. Maar een job in een andere sector, waarom niet? Je moet werken volgens je mogelijkheden. Die worden bepaald door een mengeling van verlangens, leergierigheid, ervaringen en competenties die je inschakelt voor je bedrijf. Nu ik de 50 gepasseerd ben, weet ik al heel veel over de media in de ruime zin van het woord. De grenzen tussen de verschillende media zijn namelijk vervaagd, vooral in de audiovisuele sector. Bovendien heb ik veel ervaring opgedaan in het leiden van teams en het hervormen van grote bedrijven. Noem dat gerust mijn persoonlijke vakgebied.

Bent u tevreden met uw parcours?
Het was één grote ontdekkingsreis. Ik heb enorm veel geluk gehad dat ik aan de slag kon in een sector in volle transformatie, zowel wat de productiemiddelen betreft als de economische modellen en de relatie met de kijkers en luisteraars, het grote publiek en de rest van de bevolking. Deze sector vindt zichzelf voortdurend opnieuw uit en is daarom een echte toegevoegde waarde voor onze maatschappij.

U bent kandidaat om uzelf op te volgen. Eind januari kennen we de uitslag. Bent u zenuwachtig?
... Ik heb helemaal geen controle over deze procedure. Zenuwachtig ben ik niet echt, maar bij dit proces komen talrijke onverwachte hindernissen en vraagtekens kijken. Ik vind het daarom de ideale gelegenheid om eens terug te kijken naar alles wat we de voorbije jaren verwezenlijkt hebben. Ik kan nu even terugblikken en inschatten hoe ons bedrijf er vandaag voorstaat ten opzichte van pakweg zes jaar geleden. We hebben een behoorlijk lange weg afgelegd. Door onze verwezenlijkingen en ambities voor 2013 naast elkaar te leggen, krijg ik een duidelijk beeld van het pad dat de komende maanden en jaren voor ons ligt.

GEEN DOGMATISCHE TEGENSTELLING.

Ziet u zichzelf ook aan het hoofd van een privé mediabedrijf?
De splitsing tussen overheid en privé moet ik toch even nuanceren. Ik denk dat er in bepaalde domeinen van de privé mediasector wel functies bestaan die bij me passen. Het hangt er natuurlijk ook vanaf welke uitdagingen je moet aangaan en voor welke media je werkt. Maar er zijn net zo goed functies die me niet boeien, eenvoudigweg omdat ze niet aansluiten bij mijn persoonlijke waarden. Maar dat is voor mij geen dogmatische tegenstelling. Tijdens mijn carrière heb ik trouwens alleen maar gewerkt in sectoren waar de overheid en privéspelers moesten samenwerken en elkaars uitdagingen moesten respecteren.

Toch kreeg u die ‘overheidsstempel’ ...
Ja, en dat is allicht geen toeval. Ik heb altijd gewerkt bij openbare instellingen die met privébedrijven concurreerden en zich net daardoor grondig moesten moderniseren. Ik ben dus echt vertrouwd met die sector.

Wat is het verschil?
De bestaansreden van een privébedrijf is geld uitkeren aan de aandeelhouders. Dat van een overheidsbedrijf is toegevoegde waarde creëren voor de burger. Dat wil niet zeggen dat het geld moet verliezen, integendeel. En het betekent evenmin dat privébedrijven geen meerwaarde creëren. Werken in de openbare sector geeft zin aan wat ik doe. Het motiveert me om rationeler en op een verstandige manier met de subsidies om te gaan, want dat is in het belang van de maatschappij. Daardoor ben ik bedachtzamer over onze manier van werken. Ik zou dus nooit voor een bedrijf kunnen werken dat alleen maar meer geld wil verdienen.

EEN LINKSE OMROEP?

Alle topmannen van de Franstalige openbare omroep dragen een socialistische stempel. U, Philippe Delusinne, Stéphane Moreau ... Kunnen we stellen dat het omroepbestel van de Franse Gemeenschap een links bestuur heeft?
In mijn functie moet ik rekenschap afleggen aan een pluralistische raad van bestuur. Op verschillende momenten tijdens mijn mandaat kreeg die raad nieuwe leden, een nieuwe voorzitter en nieuwe betrekkingen. Dat onderscheidt me van de andere personen die u net noemde. De voorbije twaalf jaar heb ik beheersovereenkomsten ondertekend met ministers van verschillende strekkingen. Volgens mij is de RTBF dus geen bastion van een bepaalde politieke overtuiging. En dat is net goed. De dag dat ik bij de RTBF aan de slag ging, heb ik besloten om mijn keuzes en mijn persoonlijke opvattingen over de maatschappij strikt gescheiden te houden van mijn mandaat als algemeen bestuurder.

In vergelijking met de toplui van de pers lijkt het voor managers bij de openbare omroep wel een basisvoorwaarde om een politieke stok achter de deur te hebben.
Ik ken de selectieprocedures van andere mediagroepen niet. Ik denk dat niemand die kent en dat roept soms vragen op over transparantie. Bij de RTBF is dat glashelder: er is maar één procedure. In mijn rol is het natuurlijk belangrijk om te weten hoe de politiek in elkaar zit en hoe de overheid beslissingen neemt. In de eerste plaats omdat mijn aandeelhouder en mijn financiële bron openbaar zijn. Die kennis en het het kennen van de regels zijn dan ook één van de vereisten om deze functie te kunnen uitoefenen. Maar zeker niet om bij een bepaald iemand op een goed blaadje te kunnen staan.

Bent u trots op het parcours dat u aan het roer van de RTBF hebt afgelegd?
Het is een huizenhoog cliché om nu te zeggen dat het allemaal teamwerk was. Maar dat is wel zo. Een bedrijf van 2000 mensen kan je gewoonweg niet in je eentje leiden. Ik ben er trots op dat ik deel mocht uitmaken van dit avontuur. Enkele jaren geleden hebben we ons taxshelterfiliaal Casa Kafka in het leven geroepen. Een vriend zei me onlangs dat niemand die naam vandaag nog zou gebruiken! Gewoonweg omdat hij niet meer van toepassing is op de RTBF. We mogen dus tevreden zijn over ons parcours. Maar dat betekent niet dat we onze doelstellingen bereikt hebben en we onszelf niet meer in vraag moeten stellen. Ons bedrijf staat echt wel met twee benen in de 21e eeuw.

Bent u van plan om bij de RTBF meer de kaart van het entertainment te trekken, zoals RTL dat doet?
De vraag is eerder waarheen de RTBF mij gaat leiden! Ik heb eigenlijk meer de indruk dat RTL op de RTBF gaat lijken, als je ziet hoeveel ideeën en concepten ze van ons overnemen ... En vaak gaan ze ook nog met ons personeel aan de haal. Maar dat is net goed. Ik sta helemaal niet weigerachtig tegenover de ‘RTBF-isering’ van RTL, verre van. Tussen 2002 en 2013 is de audiovisuele sector enorm veranderd en over tien jaar zal die wereld er weer helemaal anders uitzien. Samen met onze huidige en toekomstige teams wil ik graag het baken blijven in het Franstalige medialandschap. Daarvoor moeten we ook de band met onze kijkers en luisteraars versterken. We moeten een springplank blijven die creatieve spelers uit Franstalig België aantrekt en laat groeien. Als we dat niet doen, zal hun basis veel fragieler zijn. Onze journalistieke activiteiten zijn nu eenmaal belangrijk.

De Rode Duivels zijn terug op de RTBF. Perfecte timing?
Eigenlijk niet. We wilden de Rode Duivels al heel lang en hebben er dan ook alles aan gedaan om hen terug te krijgen. Tien jaar lang brak ons nationale elftal geen potten, maar dankzij interne keuzes konden we opnieuw een bod doen. Ons team van uiterst professionele sportjournalisten vertelde ons al jaren dat er een grote kentering op til was ... Bovendien is voetbal de sport met sterkste band met de bevolking. In dat opzicht was het Belgische elftal voor ons prioriteit.

EEN MEERWAARDE VOOR DE BEVOLKING

Behoort de stoffige RTBF voorgoed tot het verleden?
Ik heb geen zin om het te hebben over het imago van de RTBF toen ik hier aankwam. De omroep kon nog veel leren, net als ik trouwens. Binnen de EBU is de RTBF als openbare omroep enorm geëvolueerd op technologisch vlak. De besluitvormingsprocessen zijn veranderd en het bedrijf heeft geleerd om te innoveren, te creëren. De omstandigheden in 2013 zijn ook heel anders dan die van 2002. Toen bestond Facebook nog niet en waren er helemaal geen smartphones, tablets of Belgacom TV ... Belgacom en Telenet waren toen nog gewoon analoge spelers. Maar vandaag ziet de sector er heel anders uit. Vandaag hebben we veel meer geloofwaardigheid in de audiovisuele sector dan in 2002.

Zoomen we even in op de radio- en televisieprogramma’s. Welke springen er voor u echt uit?
Een paar jaar geleden legde Francis Goffin (n.v.d.r.: manager van de radiozenders van de RTBF) het me zo uit: "Een programmaschema is als een impressionistisch schilderij. De penseelstreken op zich geven niet zo veel prijs. Maar wanneer je naar het geheel kijkt, voorbij het landschap, ontdek je een bepaalde sfeer en bepaalde gevoelens." Ik ben daarom zowel trots op de hele groep als op ons resultaat. Ik ben trots op het Festival Musiq’3, dat van klassieke muziek een vrolijke belevenis wil maken. Het wil de mythe doorbreken dat klassieke muziek alleen voor oudere en hoogopgeleide mensen bedoeld is. Ik ben ook trots op de uitzending van 27 september op de Grote Markt van Brussel, met Stromae, Puggy, Saule en Suarez. Stuk voor stuk artiesten die bekend geworden zijn via platformen van de RTBF, zoals Pure FM en The Voice. Daarnaast hebben we opnieuw kunnen investeren in Belgische tv-series. Op het vlak van ons patrimonium lopen er projecten rond honderd jaar Eerste Wereldoorlog. Bovendien besteden we in onze verschillende media aandacht aan het thema ‘Why Poverty’ en dan is er nog de Week van de Europese Film. Al die initiatieven liggen me na aan het hart.

Zijn er behalve de RTBF nog andere media die u inspireren?
Ik heb geen goeroe. Maar soms raak ik geïnspireerd door andere organisaties omdat die met goede ideeën komen. Ook sommige ontmoetingen hebben me gevormd. Ik herinner me nog een lunch met Marc Thompson, de manager van de BBC, zes of zeven jaar geleden. Hij vertelde me hoe het voortbestaan van de BBC bedreigd werd door de opkomst van nieuwe technologieën. "De dag dat televisie en het internet elkaar vinden, wordt het gevaarlijk voor ons," zei hij. Ik kon me toen alleen maar afvragen wat er dan met de kleine RTBF zou gebeuren, als zelfs de BBC zich op korte termijn al bedreigd voelde. Zoiets zou voor ons echt het einde betekenen. De topvrouw van de Zweedse openbare televisie schreef ook ooit een brief over ‘journalistiek 3.0’. Een grote bron van inspiratie. En onlangs nog heb ik Edwy Plenel ontmoet. Hij had het over het avontuur van Mediapart. Ongelooflijk! In deze sector lopen dus heel veel mensen rond die mij inspireren.

SUPERSOCIALE MEDIA

Hoe springt u in het dagelijkse leven om met media?
Ik word niet wakker met de radio. Wanneer ik in de wagen kruip, zet ik La Première op. ‘s Ochtends neem ik dan de geschreven pers door. Als mijn werkdag echt begint, heb ik al drie of vier kranten grotendeels gelezen. Daarna neem ik de berichtgeving van de RTBF door, gevolgd door die van de VRT. De VRT besteedt namelijk meer aandacht aan Nederland en Engeland, terwijl wij ons eerder op Frankrijk richten. ‘s Namiddags overloop ik de media van de EBU. Naast uitzendingen van de RTBF kijk ik weinig televisie. Dat kan ook moeilijk door mijn werkschema. Ik bekijk de nieuwe uitzendingen nog voor ze op antenne gaan. Daarnaast lees ik vaak magazines over televisie, net zoals nieuwsmagazines en financiële tijdschriften.

U hemelt de sociale netwerken van de RTBF op, maar op welke netwerken zit u zelf?
Ik heb een Twitteraccount. Als er iets gebeurt, is Twitter een geweldige bron van informatie. Voor het overige ben ik daar niet zo mee bezig. Alleen daarom al moeten we nieuwe generaties naar onze omroep lokken.

Zullen de klassieke media niet verdwijnen door de overconsumptie van de sociale media? Zelfs als ze met elkaar worden gecombineerd?
De professionele journalistiek van de 21e eeuw wordt alvast geen doorslagje van die in de 20e eeuw. Nu het grote publiek zodanig vertrouwd is met de sociale netwerken, pakken we journalistiek anders aan dan toen we nog het monopolie op informatie hadden. Onze meerwaarde evolueert omdat ook de maatschappij verandert. Dat zie je tegenwoordig op twee niveaus. Enerzijds is er de authenticiteit van de informatie. Wij werpen een professionele blik op de enorme hoeveelheid ongecontroleerde, zelfs oncontroleerbare en soms ronduit tegenstrijdige informatie. Onze journalisten scheppen licht in de duisternis dankzij hun professionele opleiding en doordat ze in teams werken. Ze scheiden geruchten van waargebeurde feiten. Anderzijds bieden ze duiding en plaatsen ze de dingen in perspectief. En dat doet Twitter niet. Uit studies blijkt welke thema’s wereldwijd het vaakst aan bod zijn gekomen in de media. Frappant is dat er elk jaar minder lang over die onderwerpen gepraat wordt. Dat is te wijten aan de overvloed aan informatie, maar ook aan de directheid van de gedeelde berichten op sociale netwerken. Die duwen eerdere gebeurtenissen heel snel naar de achtergrond. Als openbare omroep moeten wij daarom nieuwe perspectieven bieden. Nuttige en noodzakelijke inzichten die ons helpen om de realiteit te begrijpen en om bloot te leggen hoe een fenomeen onze werkelijkheid beïnvloedt en om alle informatie te ontcijferen.

De traditionele media volgen nochtans de evolutie van de sociale netwerken?!
We volgen die inderdaad want je kan er niet van wegblijven. Je kunt niet tegen die stroom ingaan, want daardoor zou je je alleen maar afsnijden van de realiteit. De mensen worden gebombardeerd met nieuwsberichten en willen die ook terugzien in de media. We moeten dus wel actief zijn op de sociale media. Maar we moeten ook de tijd nemen om die informatie in perspectief te plaatsen. We moeten dingen herhalen, tegenover elkaar zetten en aan elkaar koppelen. Er is op dat vlak trouwens nog behoorlijk wat werk aan de winkel in het onderwijs. Dat is niet onze taak. Maar scholen moeten ook inspelen op die nieuwe realiteit en de nieuwe consumptie van informatie.

CORPORATE GOVERNANCE

Welke toekomst ziet u voor de RTBF op het vlak van bedrijfsvoering, human resources en financiering?
We hebben een beheersovereenkomst voor de komende vijf jaar ondertekend en zullen die naleven. Wat onze accommodaties betreft, werken we aan een groot bouwproject. Het is de bedoeling om onze Brusselse infrastructuur op de site aan de Reyerslaan te reorganiseren. Meteen ook de ideale gelegenheid om onze werkruimtes en -uitrusting af te stemmen op de nieuwe processen en gedragspatronen binnen ons bedrijf. Als die horde is genomen, zullen onze gebouwen écht volledig gemoderniseerd zijn. Daarnaast hebben we onze inhoud gedigitaliseerd. Ook op het vlak van productieprocessen zetten we onze inspanningen verder volgens twee structurele krachtlijnen. Enerzijds is dat mobiliteit, waardoor we steeds meer buiten onze gebouwen kunnen werken. Anderzijds richten we ons op convergentie en de mogelijkheid om onze publicaties via alle platformen te raadplegen. Want de toekomst wordt ‘heterogeen’. Van surfen op je televisie gaat het naar de bril van Google en de horloges van Samsung. We moeten dus de vinger aan de pols houden. Op personeelsvlak geven de concepten ‘professionalisme’ en ‘multidisciplinariteit’ onze toekomst vorm. Ze zullen onze persoonlijke ontwikkeling alleen maar ten goede komen. Daarnaast zullen we ook creatieve uitdagingen voor de kiezen krijgen, waarbij de veranderingen en evoluties elkaar steeds sneller zullen opvolgen. De technologie zal zich in steeds snellere cycli ontwikkelen.

Zullen evenveel mensen aan de slag blijven bij de RTBF?
Dat hoop ik, want in het kader van deze beheersovereenkomst zijn we nog altijd ons personeelsbestand aan het inkrimpen. Ik hoop dat de overheid twee dingen inziet. Ten eerste: de RTBF en haar teams hebben de voorbije tien jaar meer inspanningen geleverd dan alle andere overheidsdiensten samen. En ten tweede: als je in België een Franstalige openbare omroep wilt binnen een wereld die almaar internationaler wordt, dan heb je teams nodig om dat waar te maken. We moeten onze middelen opwaarderen om een échte multidisciplinaire aanpak mogelijk te maken. Ons menselijke kapitaal afbouwen zou ons alleen maar in een impasse storten.

Hebt u soms het gevoel dat sommigen stokken in de wielen willen steken?
Met die obstakels moet je leren te leven. Het probleem voor alle mediaspelers vandaag is dat we onze investeringen in en onze aandacht voor de ‘traditionele’ media niet mogen laten verslappen. Want die nemen het merendeel van de inkomsten en het publiek voor hun rekening. Tegelijk moeten we wel geld vrijmaken om onze productiviteit te verhogen en te investeren in de nieuwe media die het publiek in de toekomst zal gebruiken. De nieuwe economische modellen zullen dan ook op die nieuwe media gebaseerd zijn. Het zou heel eenvoudig zijn om te beslissen twee radiostations op te doeken en die middelen gewoon op het web in te zetten. Maar dat kunnen we niet maken.

Wat denkt u van de komst van Netflix naar België en van het bijna grenzeloze aanbod?
De trend is gezet. Die programma’s zullen voortaan op elk moment op andere platformen beschikbaar zijn en niet langer alleen op de ‘lineaire’ televisie. Deze nieuwe spelers versterken mijn geloof in onze strategie: eigen programma’s maken. De komst van Netflix als ‘verdeler’ van series heeft ook invloed op enkele commerciële omroepen. Die kopen zulke series aan, gieten ze vervolgens in een lineair uitzendmodel en laten hun succes daarvan afhangen. Onze meerwaarde zit in de programma’s die we zelf of samen met anderen maken. Zulke programma’s maken ons origineel. Bovendien hebben we dan zelf alle rechten in handen. Die programma’s nemen ook een cruciale plek in de leefwereld van onze luisteraars en kijkers in. We gaan de concurrentie met Netflix dus niet aan, dat zou zinloos zijn. Maar we moeten wel relevant blijven voor de Franstalige gemeenschap in ons land. Mijn dochters zijn niet meer geïnteresseerd in de series die we uitzenden. Ze lopen toch één of twee seizoenen voor! Wat hen wel boeit, zijn onze eigen programma’s zoals The Voice.

U bent voorzitter van de EBU. Wat brengt die functie u bij?
Het is een fantastisch platform om ervaringen uit te wisselen, nieuwe mogelijkheden te ontdekken en te kijken hoe anderen het doen. Ik heb er nauwe en soms zelfs vriendschappelijke banden opgebouwd met Europese collega’s. Mensen met vaak een heel andere cultuur en achtergrond. Nauw samenwerken met al die teams, 300 professionals die het hele jaar door met hart en ziel aan de toekomst van de media bouwen, dat is niet niks. Via de EBU kunnen we ook een beroep doen op experts uit de meest uiteenlopende vakgebieden. En we werken er aan een visie op hoe de openbare omroepen er tegen 2020 moeten uitzien. Bovendien is het een mooi forum voor debatten en uitwisselingsprojecten die hier niet mogelijk zijn. Natuurlijk stimuleert dat me. Ik kom er ook alles te weten over initiatieven die niet zo’n succes zijn gebleken. Twee momenten zullen me voor altijd bijblijven. Twee jaar geleden hebben we unaniem, met leden uit alle hoeken van Europa, een charter goedgekeurd dat de waarden voor onze openbare dienstverlening bepaalt. Dat was een heel belangrijk moment. Mijn andere herinnering is dan weer krachtiger en tragischer: mijn bezoek aan het hoofdkantoor van de ERT in Athene. De overheid had hun uitzendingen stopgezet. Ik ontmoette er journalisten en technici die hun persoonlijke overtuigingen belangrijker vonden dan het feit dat ze niet betaald werden voor hun werk. Dat toont aan welke rol de openbare omroepen nog altijd spelen. We hebben hen technisch geholpen door een uitzendplatform te bieden aan journalisten die niet meer op de radio of tv terecht konden. We hebben in heel Europa weerklank gegeven aan een probleem dat anders wellicht geen aandacht had gekregen buiten Griekenland. We gaan dan ook door met onze contacten en ons lobbywerk. Het doel is om ervoor te zorgen dat de beslissingen van afgelopen juli over de herneming van de uitzendingen zoals afgesproken worden uitgevoerd.

Foto's: Diëgo Slosse
Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Elan Translations.