Jean-Paul Marthoz over conflicten in de mediakakofonie

Communication / Media / News

JC MarthozJean-Paul Marthoz is oorlogsjournalist, een verhalenverteller, maar ook een observator van de media. Vandaag is hij historicus met zijn boek En première ligne. Journalistiek in het hart van conflicten. PUB ontmoette deze grote verslaggever die conflicten in Algerije, Midden-Amerika, Peru en Colombia (de strijd tegen drugs) van dichtbij volgde...
Is fake news of nepnieuws vandaag het belangrijkste onderwerp in de journalistiek?
Het gevaar van fake news komt van de lezers, die niet bereid lijken te zijn om zich af te vragen wat waar is, op een moment dat hij in een bubbel zit. Ze gaan lichtjes over het nieuws en vinden het veldwerk van een professionele journalist niet legitiemer dan wat hij binnenkrijgt via zijn gebruikelijke informatiebronnen. De lezer definieert zichzelf niet in termen van feiten maar in termen van de oorsprong van de informatie. Het is een echte concurrentie en het is niet langer mogelijk om zich door middel van rigoureus werk, van verificatie, te onderscheiden, in ieder geval moeilijker dan twintig of dertig jaar geleden.Livre marthoz
Wat is de geloofwaardigheid van de 'zonder informatiekaarten', van de burgerjournalisten, over wie u in uw boek spreekt?
Het zijn professionals, verzamelaars en analisten van informatie, maar het zijn geen journalisten. Er zijn bijvoorbeeld noodteams van mensenrechtenverenigingen of studiecentra die zich meer op het terrein bevinden dan journalisten. Zij verbeteren de kwaliteit van het journalistieke aanbod. Het is geen wedstrijd, maar de journalist moet oppassen dat hij de rol van informatie en analyse niet volledig delegeert omdat deze 'kaartloze' mensen niet dezelfde agenda hebben. Het is echter belangrijk om met hen samen te werken. We moeten de economische modellen heroverwegen en ons daarbij laten inspireren door deze kaartloze modellen, om opnieuw langetermijnonderzoeken uit te voeren. En dan zijn er ook nog degenen die ik 'burgerjournalisten' noem - ik vind die term niet echt leuk - ze zijn soms erg partijdig en militant, je moet natuurlijk kritisch blijven over hun nieuws. En dan zijn er nog degenen die er toevallig zijn en kunnen getuigen. Over hen heb ik een neutraal oordeel. Ze maken deel uit van de wereld van de informatie. De rol van de journalist is niet om te klagen maar om te leren werken met deze informatie.
Hoe kunnen journalisten en burgers de goede vruchten plukken van deze extreme concurrentie? Er is zo'n kakofonie dat de stem van de media niet meer gehoord wordt...
Het moeilijkste is niet om kwalitatieve informatie te produceren, maar om een publiek te bereiken. Dat is de grootste frustratie waar we vandaag getuige van zijn. We kunnen ons beter informeren dan voorheen, maar tegelijkertijd staat het publiek niet langer in direct contact met de traditionele media. Vandaag leven we in een verwarde en zeer gepolariseerde wereld en dit heeft invloed op de manier waarop de pers kan informeren. De manier waarop het publiek informatie decodeert heeft de manier waarop journalistiek wordt gedaan veranderd!

De gele vestjes werden in de pers geassocieerd met geweld. De journalist is een 'aanstoker' geworden en niet langer een waakhond voor de democratie?
De sterke concurrentie tussen tv-zenders is een element dat de manier waarop een deel van de pers werkt, verandert. Het gaat van bemiddeling naar enscenering. Er is altijd een noodzakelijke enscenering, maar je hebt bewakers nodig! Als journalisten moeten we onszelf als waarnemers beschouwen en niet als acteurs. We hebben een niveau bereikt waarop de pers uitglijdt wanneer ze in wezen een publiek voor zich wil winnen zonder na te denken over de fundamentele principes die we moeten blijven verdedigen. Er is vandaag veel meer moed voor nodig om weerstand te bieden aan politieke en publieke druk dan om naar het front te gaan. Ik denk dat de journalist - en ik pleit niet voor een journalist als tegenstander - verontrustende vragen moet stellen. Dat is de hele geschiedenis van de oorlogsjournalistiek, maar het geldt voor alle vormen van journalistiek.
U zegt dat de journalist zijn plaats moet opnemen, maar dat hij ook moet leren leven met de 'no cards'. Moeten we de pers opnieuw uitvinden?
De pers vindt zichzelf opnieuw uit. De media bevinden zich in een crisis en moeten hun bedrijfsmodel opnieuw opbouwen. Ik ken niet alle gebruiken van de media-economie, maar ik geloof dat de journalistiek een buitengewone kans heeft om zichzelf opnieuw uit te vinden door middel van nieuwe technologieën en de enorme toegang tot informatie die er vandaag is. Mijn angst is meer politiek en cultureel. Ik vrees dat we in een steeds meer gepolariseerde samenleving terechtkomen, met een minderheid die alle middelen heeft om goed geïnformeerd te zijn en een meerderheid die uit de informatie wegvalt en veel gemakkelijker kan worden getroffen door geprofessionaliseerde desinformatie. De gele vestjes illustreren de situatie goed. Niemand weet of hij deze beweging met zelfgenoegzaamheid of arrogantie moet behandelen. Ik ben niet bang voor de journalistiek en de mediawereld, maar ik heb grote twijfels voor de democratie. Er is dus een echt issue met betrekking tot de pers en het onderwijs. Media-educatie, die ons in staat stelt deze kritische zin, dit gevoel van nuance en begrip voor de complexiteit van de dingen te hebben, lijkt me essentieel en moet deel uitmaken van een schoolcurriculum. Met kritische zin bedoel ik een zekere autonomie die de journalist moet hebben in relatie tot de maatschappij. De boodschap die ik in mijn boek naar boven wil halen is de noodzaak om de autonomie van de journalist te bevestigen, wat zijn verantwoordelijkheid bevestigt. Die verantwoordelijkheid passeert langs zijn kritische zin, wat ik het patriottisme van de vrijheid noem.