Na 2016: weg met de apps?

Innovation / News

Sinds de hernieuwing van MEC Belgium in 2014 wil het bedrijf het verschil maken, of met andere woorden: betere ideeën ontwikkelen en de vernieuwing naar een hoger niveau brengen. Een visie die MEC deelt tijdens verschillende inspiratiesessies. En de derde sessie, die werd eind oktober gewijd aan Bots. Eén vraag stond centraal: « is het gedaan met de apps? » 

Damien D’Ostuni, MEC

Damien D’Ostuni, verantwoordelijke activatie en vernieuwing binnen MEC

In een scène van Back to the Future II (1989) test Marty McFly in 2015 een bril die u vandaag zou kunnen vergelijken met de hedendaagse Virtual Reality-brillen. Een visionaire scène. Ja, we treden binnen in het tijdperk van de kunstmatige hulptools. Het is tijd om wakker te worden! Het merendeel van de bedrijven hebben vandaag al hun eigen applicatie ontwikkeld. Maar dat is niet meer genoeg. Tegenwoordig moeten ze overlopen van intelligentie. Voor hun derde inspiratiesessie had MEC Frédéric Feytons uitgenodigd, CTO bij het digitale bureau Tapptic, dat intelligente mobiele applicaties ontwikkelt. Frédéric Feytons en Damien D’Ostuni, verantwoordelijke van de activatie en vernieuwing binnen MEC, hebben deze sessie gevoerd op basis van de vraag: « Mobiele applicaties zijn gedoemd om uit te sterven. Bots zijn de toekomst. Juist of fout ? » Fout, want « we zitten in het begin van de integellente tijdperk » zei Frédéric Feytons. « Wat we nodig hebben is intelligentie in onze apps! » En dus is het aan de bedrijven om robots te maken die ons kunnen assisteren, die het leven van gebruikers kunnen vergemakkelijken, zonder daarbij opdringerig te zijn.

Een bot ? Quésaco?

Sinds begin 2016 staat het woord op elk toetsenbord. Het is de integratie van de bot in de applicatie Messenger die stof deed opwaaien. Maar laten we eerst het woord « bot » verduidelijken. Het gaat om een lichtere versie van de robot C-3PO uit Star Wars. Rinkelt er een belletje? Een bot bestaat in eigenlijk uit twee type robots. Tapptic definieert ze als volgt: er zijn « persoonlijke assistenen zoals Siri, Google Now of Cortana, gebaseerd op intelligentie capabel om een groot aantal informatie te behandelen » en « bots met een specifieke missie, die een bepaalde taak uitvoeren aan de hand van een vooraf gedefinieerd scenario. »

Voor de gebruiker is de bot een tekstuele conversatie, soms vergezeld door afbeeldingen of video’s, dat beschikbaar is in interfaces als Messenger of Skype. Zo kan u tegenwoordig op Facebook een taxi bestellen via Uber, zonder daarvoor de Messenger-conversatie te moeten sluiten. Uit technologisch oogpunt gaat het over een programma dat reageert op een behoefte, mondeling of schriftelijk uitgedrukt, door het doorzoeken van een databank. Toch staan de bots vandaag nog voor enkele uitdagingen: het beter begrijpen van onze stemmen bijvoorbeeld, of de context van de vraag beter leren inschatten. Of complexere taken kunnen uitvoeren en zelfs converseren met de gebruiker. Wanneer de gebruiker vraagt of het nodig is om een paraplu bij te hebben bij het verlaten van het huis, moet de bot onmiddelijk begrijpen dat hij of zij eigenlijk naar het weer vraagt. We kunnen er alvast niet omheen: deze virtuele assisten verschijnen steeds vaker op de markt: Siri, Google Assistant (nog niet beschikbaar), Google Home (net gelanceerd in de Verenigde Staten), Cortana, M, Amazon Echo (zeer poplair over de Atlantische oceaan)… Allen met dezelfde missie: de wensen van hun gebruikers vervullen.

C-3PO of toch maar R2D2 ?

Tot hiertoe heeft nog geen enkele bot een 10/10 behaald, maar toch beginnen ze stilaan hun nut te bewijzen. Maar zijn ze daarom even interessant als applicaties? En op welk niveau? Willen we écht vergezeld worden door een C3PO? Is dat niet vervelend? Zouden we niet kiezen voor een R2D2 dat minder opdringerig is? Frédéric Feytons gaf ons als voorbeeld de applicatie van Pizza Hut, dat weet welke pizza u wilt op basis van uw vorige bestelling. Of de « robot lawyer » die erin slaagde om meer dan 160.000 parkeerboetes te annuleren. De meeste boetes waren natuurlijk vergelijkbaar, en dus volstond het om zich te baseren op een één standaardgeval. Instagram kan tegenwoordig zelfs de vorm van een lamp herkennen op een foto en ons tonen waar we een gelijkaardig model kunnen kopen.

En toch zijn deze virtuele assistenten nog jaren verwijderd van menselijke assistenten. Om een stapje verder te reiken zullen bedrijven zich moeten verdiepen in « machine learning ». Tapptic legt uit: « Het algoritme zal slim zijn op zich et zal zich, telkens wanneer het moet, leren aanpassen en verfijnen. Bijvoorbeeld: wanneer u uw koffie-apparaat zo’n 5.000 keer heeft gebruikt, zal het idee zijn dat uw persoonlijke assitent aangeeft dat het tijd is om de onderdelen te checken, want dat heeft hij nu eenmaal geleerd uit de context. » Het bedrijf moet innoveren, maar terwijl toch voorzichtig zijn. Het gaat nu eenmaal om de privé van de gebruiker. « Als we machine learning, sensoren en gegevens van internetgebruikers combineren, kunnen we hier heel ver in gaan en gebruikers dus een optimale gebruikerservaring aanbieden. ». Maar het belangrijkste is en blijft: de specifieke noden van de gebruiker begrijpen. De lijst van tools die ter beschikking zijn van bedrijven is oneindig. Het is nu aan de bedrijven om, met de hulp van professionals, het beste recept uit te pluizen. De mogelijkheden zijn er, en ze zijn enorm.

De toekomst is nu !

Als afsluiter hernemen we de woorden van Damien D’Ostuni: « Alles begon enkele jaren geleden met het geheime verzamelen van gegevens via onze emails en zoekopdrachten door Google. Het doel was om de gebruiker een dienst te leveren zonder dat die er om vroeg. Sinds dan zijn bedrijven beginnen begrijpen wat ze eigenlijk allemaal niet konden bereiken met die gegevens, en de macht die dat gaf op commercieel gebied. Deze assistenten gaan een steeds belangrijke rol vervullen in ons dagelijkse leven. En niet alleen op onze telefoon, maar binnenkort bij ons thuis, in onze keuken. Ze zullen steeds beter de benodigdheden van de gebruiker begrijpen. Ze zullen de belangrijkste tussenpersoon worden tussen gebruiker en de parkt, degene die de diensten levert. Virtual reality. Het is daar waar reclames een rol zullen spelen en waar mediastrategieën zullen draaien. Het is niet langer de toekomst, we zitten er middenin. »