Safer Internet Day vecht tegen online haat


Media / News

Safer Internet DayVandaag is het wereldwijd Safer Internet Day. Net zoals de voorbije jaren trekt een 110-tal vrijwilligers van Microsoft en Proximus naar 259 Brusselse, Vlaamse en Waalse klassen van het vijfde en zesde leerjaar. Ze zullen er 5575 leerlingen tussen 9 en 12 jaar laten kennismaken met de 'Internet: Safe & Fun'-workshops van Child Focus. De workshops behandelen thema’s als privacy, chatten, gaming, wachtwoordenbeheer en cyberpesten.
In het kader van deze Safer Internet Day voerde Microsoft voor het tweede jaar op rij in 23 landen onderzoek naar negatief gedrag op internet en sociale media en de invloed daarvan op jongeren en volwassenen. België noteert een 8ste plaats in de digitale hoffelijkheidsindex. Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van de respondenten zijn online belagers kent. Bij meer dan één op vier gaat het zelfs om familie en vrienden. Volgens het onderzoek zijn de gevolgen van online negatief gedrag dan zelfs dubbel zo groot zijn dan wanneer het anoniem gebeurt. Iets meer dan 60% van die slachtoffers meldt dat ze hun vertrouwen in anderen zo zowel online als offline verloren. Ze ervaren ook meer stress, kampen met slaapgebrek en verliezen vrienden. Bij jongeren heeft zulk gedrag ook negatieve effecten op hun schoolresultaten.
Iets minder dan vijftig procent geeft aan dat ze online het slachtoffer zijn geweest van ongewenst contact, ongewenste sexting, intimidatie, cyberpesten en misogynie. Het onderzoek leert ons evenwel dat vooral vrouwen slachtoffer zijn. De helft van de vrouwelijke bevraagden werd ooit online lastiggevallen tegenover 41% van de mannen. Ook de offline gevolgen zijn bij vrouwen zwaarder. Hoewel jongeren evenveel te maken krijgen met online intimidatie als volwassenen, zijn de gevolgen groter. Zo voelen ze meer stress (41%) dan volwassenen (22%). Mensen die vaak haatspraak over zich heen krijgen, bijvoorbeeld omwille van hun huidskleur, uiterlijk, geaardheid of intelligentie, durven soms zelfs niet meer deelnemen aan het openbaar debat of zich niet openlijk tonen zoals ze echt zijn. En dan kloppen ze aan bij de hulpverlening. Maar hulpverleners zijn vaak niet volledig mee met wat online gebeurt.

Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel en Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin willen daar verandering in brengen. De organisaties Mediawijs en Link in de Kabel, samen met de hogeschool UCLL, werkten een vorming en bijhorend actieplan uit onder de noemer AlterNarratief. Het doel: hulpverleners helpen om haatspraak te herkennen én handvatten aanreiken om een gepaste reactie te vormen. « Enerzijds is het belangrijk dat je een tegengeluid biedt. Als niemand reageert op een haatboodschap op het internet, lijkt het alsof iedereen het goedkeurt, » zegt David Loyen van Link in de Kabel. « Maar je moet ook zorgen dat het probleem niet verder escaleert. »
AlterNarratief wordt gelanceerd op de internationale Safer Internet Day. Een campagne in meer dan 110 landen waar opgeroepen wordt om van het internet een veilige, creatieve en leuke plek te maken, voor iedereen. AlterNarratief wil mee werken aan een positief internetklimaat waar haatzaaiers niet de overhand nemen. « In de vorming zitten diverse aspecten, » zegt Tom Vandries van UCLL. « We leren welzijnswerkers enkele digitale skills, maar de kern is het actieplan om te komen tot een gepaste reactie op elke boodschap. » Het actieplan geeft tips voor hulpverleners en individuen om een positieve bijdrage te leveren in een online debat dat vooral negatief wordt gevoerd.