7 dingen die u nog niet wist over Pixar (en Jim Morris)

4schools / Media / News

Op 10, 11 en 12 mei organiseerde HELHa (Haute Ecole Louvain en Hainaut) MONS 3D, een conferentie van drie dagen rond een wel zeer bijzondere gast: Jim Morris, general manager en president van Pixar Animation Studios. Op het menu? Pixars succesverhalen én geheimen.

Jim Morris is een Amerikaanse animatiefilmproducent en regisseur. Vandaag is hij vooral bekend als general manager en president van Pixar Animation Studios, een divisie van The Walt Disney Company, waar hij als filmproducer, production executive en visual effects producer dagelijks de creatieve teams binnen Pixar aanstuurt. Onder zijn leiding werden kaskrakers als WALL-E en John Carter gemaakt. 

Voor hij in 2005 bij Pixar aan de slag ging, legde hij al een indrukwekkend parcours af bij ILM, of in het lang: Industrial Light & Magic. Hij startte er als producer voor visual effects voor films – maar ook voor reclamespots! – om door te groeien tot general manager, met meer dan 1.400 techniekers en visual artists onder zijn hoede. ILM won onder zijn leiding tal van Academy Awards, onder meer voor het baanbrekende gebruik van computer gegenereerde personages in Jurassic Park

Morris kwam 25 jaar geleden voor het eerst naar België om de studenten van HELHa met een passie voor FX (geluidseffecten en special effects) te ontmoeten. “De sector was toen nog veel kleiner,” herinnert hij zich. “Californië was dé belangrijkste plek voor FX. Intussen is er veel veranderd: er is een pak nieuwe programma’s en software bijgekomen. Het is een levendige tijd voor deze branche!”

In Bergen lijkt HELHa de enige school in België te zijn die educatieve partnerschappen heeft met onder meer Side FX voor Houdini (3D-animatiesoftware) en Epic Games voor Unreal Engine. Jim Morris reageerde positief op de uitnodiging van zijn vriend Jean-Yves Arboit, een expert in tools voor digitale beeldvorming (zoals Houdini). Hij gaf 30 jaar les bij SupInfoCom (Rubika) en op verschillende scholen over de hele wereld (Frankrijk, Tunesië, Marokko, VS, enz.). Als pionier op het gebied van online lesgeven in 3D-animatie en auteur van verschillende boeken en trainingsvideo’s heeft hij samengewerkt met grote 3D-studio’s over de hele wereld, zoals ILM van George Lucas. Tot slot verzorgt hij ook de educatieve coördinatie van de 3D-Animatie en Special Effects-opleiding binnen HELHa.

Copyright : Samuel Buxin / HELHa

Copyright : Samuel Buxin / HELHa

De PUB Magazine-redactie zakte op woensdag 10 mei af naar Bergen en noteerde haar belangrijkste key-learnings: 

  • Pixar is een onderdeel van The Walt Disney Company, dat ook het moederbedrijf is van bijvoorbeeld 21th Centry Fox, Lucasfilm, Disney Animation en Disney Live Action. De bedrijven onderling hebben goede relaties met elkaar: co-producties zijn er niet, maar geven elkaar wel constructieve feedback en delen technologische innovaties met elkaar. Hun technologieën worden trouwens ook voor de hele wereld beschikbaar gemaakt via open sourcing.
  • Een van redenen waarom Pixar zoveel succes heeft, is omdat het zo hard inzet op teamwork. Het maken van een animatiefilm is een lang proces van vallen en opstaan dat vaak tot wel vijf jaar werk in beslag neemt. Gemiddeld werken er 300 à 400 mensen samen aan één film - en daarin heeft iedereen zijn eigen rol te spelen. Elke medewerker wordt tijdens screenings om zijn mening gevraagd, ook de barista en het keukenpersoneel. Wanneer een film een bonus oplevert, krijgt iedereen zes weken extra loon. 
  • Pixar-films zijn altijd gebaseerd op onderwerpen die filmdirectors zélf belangrijk vinden en die ze zélf graag op scherm zouden zien verschijnen. “Een idee is goed wanneer het origineel én herkenbaar is.” De producer van Finding Nemo stelde zichzelf bijvoorbeeld de vraag hoe je een goede vader kan zijn, beschermend maar tegelijk niet té beschermend. “Onze business-strategie is om een idee te bedenken dat we zelf leuk vinden.” Er wordt dus niet echt aan marktonderzoek gedaan. Dat heeft ook geen zin, denkt Morris: “Je kan enkel vaststellen wat mensen leuk vonden, niet bedenken wat ze leuk gaan vinden.”
  • Sommige films verschijnen eerst in de bioscoop, anderen gaan rechtstreeks naar Disney+. Morris zelf erkent het steeds groter wordende aandeel van streamingdiensten en de veranderende markt, maar maakt nog altijd liever films voor het grote scherm. “Naar de bioscoop gaan blijft een andere ervaring. Cinema is not dead yet!”
  • Jim Morris kijkt met een verwonderde blik naar de Europese animatiesector: “Illumination Studios Paris bijvoorbeeld maakte recent twee zeer goede animatiefilms. Ze hebben zin voor comedy & performance en dat wordt in de Verenigde Staten gesmaakt.” 
  • Rendering, het verwerken van beelden voor een film of een animatie, neemt veel tijd in beslag. Het team doet daarom af en toe een beroep op de krachten van artificiële intelligentie om bepaalde problemen op te lossen (bijvoorbeeld om aan geluidsreductie te doen), zodat het team vlot verder kan werken. 
  • Morris vergelijkt animatie met jazz: “In mijn job moet je altijd de volledige film in het achterhoofd houden. Dat is niet gemakkelijk. Ik vergelijk het weleens met een goede jazz-muzikant, die moet ook elke noot apart noteren.”