CIM over televisie en andere schermen

CIM / Media / News / Research

CIM LOGOHet CIM publiceert in België de officiële TV-kijkcijfers, gebaseerd op het kijkgedrag op TV schermen. Daarnaast volgt het sinds 2014 ook het kijken naar TV en video op nieuwe schermen (desktop, laptop, tablet, smartphone en multimediaconsole). Twee keer per jaar wordt daarvoor een online panel ondervraagd. In het onderstaande vergelijkt het CIM de resultaten van 2015 (golf 3 en 4) en 2016 (golf 5 en 6) van de OSM.

De 6e golf van de OSM was de laatste. Het CIM heeft de vragen over online video gebruik opgenomen in de CIM Establishment Survey, waarvan de eerste resultaten in 2017 zullen bekend gemaakt worden. Ondertussen werkt het CIM aan een kwalitatieve, objectieve meting van alle vormen van videoconsumptie van “broadcasters-content” en “advertising”, en dit op alle toestellen en in alle vensters (live, review, preview) en formats (livestream, shortform, longform).

Opgelet: deze cijfers hebben enkel betrekking op de naar schatting 4,3 miljoen Nederlandstalige en 3,4 Franstalige Belgen 12+ die toegang hebben tot het internet. Dit verschilt van de officiële TV-kijkcijfers die het klassieke TV-scherm voor de hele Belgische bevolking meten. De resultaten van deze monitor werden opgedeeld in twee universa: Noord en Zuid, die respectievelijk overeenkomen met Vlaanderen + Nederlandstalig Brussel en Wallonië + Franstalig Brussel.

1. Het gebruik van nieuwe schermen

Laptops blijven het meest gebruikte nieuwe scherm (75%), gevolgd door smartphones (70%).
In het Noorden1 steeg het gebruik van smartphone op 1 jaar tijd sterk van 61% (2015) naar 70% (2016). In het Zuiden delen laptops de titel “het meest gebruikte scherm” met smartphones (72%). Het Zuiden heeft het Noorden voorbijgestoken qua gebruik van smartphones.

Het gebruik van vaste PC’s daalde licht van 47% (2015) naar 42% (2016).

Meer dan 8 op 10 respondenten tussen 12 en 34 jaar gebruikt in het Noorden een smartphone. Het gebruik neemt echter het sterkst toe bij de 45 tot 54-jarigen (+15%). De vaste PC verliest aan populariteit bij de jongste leeftijdsgroep (-12%). Zij gebruiken steeds meer tablets (+12%) en smartphones (+9%). Het tabletgebruik blijft stabiel in de meeste leeftijdsgroepen. Het stijgt bij 12-17 jarigen (+12%) maar daalt bij 18-24 jarigen (-7%).

In het Zuiden steeg het smartphone gebruik sterk in alle leeftijdsgroepen. De sterkste stijging vinden we terug bij 55-plussers (+20%). Tussen de 12 en 44 jaar gebruikt ongeveer 8 op 10 respondenten een smartphone. De vaste PC verliest aan populariteit bij alle leeftijdsgroepen. Bij de 18-24 jarigen gebruikt slechts 1 op 4 nog een vaste PC. De tablet werd in 2016 minder gebruikt door de jongste leeftijdsgroepen (12-17 & 18-24) maar meer door 25-34 jarigen (+5%) en 55-plussers (+8%).

In 2016 werd niet enkel gevraagd welke toestellen een persoon gebruikt, maar ook hoeveel toestellen ze bezitten binnen het gezin. Vaste PCs, laptop en tablets zijn eerder gezinstoestellen, terwijl een smartphone meer een individueel apparaat is. De cijfers zijn bijna identiek in het Noorden en het Zuiden.

Zowat 9 op de 10 Nederlandstaligen1 gebruiken dagelijks het internet. De smartphone (48%) vervangt de laptop (45%) als het meest frequent gebruikte toestel om mee te surfen. Toch surft een aanzienlijk deel van de smartphone gebruikers (7%) nooit met een smartphone op het internet. De toename van het aantal smartphone gebruikers (+9%) leidt dus niet automatisch naar verhoogd surfgedrag op smartphones. Het aantal mensen dat dagelijks internet gebruikt, daalt ten opzichte van 2015 licht voor vaste PC’s.

Zo’n 9 op 10 Franstaligen gebruikt dagelijks internet. De smartphone (54%) is het meest frequent gebruikte toestel om te surfen. Nochtans raadpleegt ook in het Zuiden een groot deel van de gebruikers (7% ) nooit internet op zijn smartphone. De toename van het aantal smartphone gebruikers (+15%) leidt dus niet automatisch tot verhoogd surfgedrag op smartphones. Het aantal mensen dat dagelijks internet gebruikt blijft in het Zuiden stabiel, maar ten opzichte van 2015 is er wel een daling voor vaste PC’s en laptops.

 

2. Online kijken naar TV-programma’s en video’s

Online video-kijken ligt in het Noorden in 2016 (67%) bijna op hetzelfde niveau als in 2015 (69%). Enkel bij smartphones stijgt het aantal video-kijkers (+3%), maar deze stijging is kleiner dan de toename van het aantal smartphone gebruikers (+9%).

In het Zuiden blijft het video-kijken stabiel (67%). De daling bij vaste PC wordt opgevangen door de smartphone kijkers. De stijging van het aantal videokijkers op smartphone (+7%) is wel kleiner dan de toename van het aantal smartphone gebruikers (+15%).

De lichte daling van het online video-kijken in het Noorden (-2%) vertaalt zich in een lichte daling van het online kijken naar TV-fragmenten (-2%). Het online kijken naar TV-afleveringen stijgt in het Zuiden in 2016 (34%) ten opzichte van 2015 (31%). Het kijken naar TV-fragmenten en amateur video’s blijft op het zelfde niveau.

Besluit

In het Zuiden blijft het aantal kijkers van online video stabiel, terwijl dit lichtjes daalt in het Noorden. Enkel het video-kijken via de smartphone stijgt. Deze groei blijft echter kleiner dan de toename van smartphone gebruikers.

De verdeling van de totale kijktijd op klassieke TV en nieuwe schermen blijft in het Noorden stabiel ten opzichte van 2015. In het Zuiden zien we een relatieve toename van uitgesteld kijken op nieuwe schermen. Het klassieke TV-kijken boet er echter helemaal niet aan belang in. Uit de CIM TV studie blijkt dat het klassieke TV-kijken in het Zuiden zelfs nog stijgt (van gemiddeld 204 minuten per dag in 2015 naar 209 minuten per dag in 20162) terwijl het in het Noorden vrijwel gelijk blijft (gemiddeld 181 minuten per dag in 2015 t.o.v. 180 in 20163). Klassieke TV blijft de belangrijkste vorm van video-kijken.

Zie hieronder voor het volledige bericht, met inbegrip van tabellen.

CIM TV OSM