De school van morgen, zonder zorgen?

Vertaalde artikels

Geconfronteerd met concurrentie, een gebrek aan middelen en andere recente verwikkelingen zijn de uitdagingen van het onderwijs groot. PUB ontmoette Eric Maquet, directeur van het CAD, Barbara Claeys, directeur van ECS Brussel en Jean-François Raskin, algemeen directeur van IHECS, om te polsen naar recente ontwikkelingen binnen de schoolmuren. Daar waar ook wel eens onzekerheid om de hoek komt loeren. - Marine Dehossay

Deze drie Belgische scholen bewijzen al jaren wat ze waard zijn. Het CAD, College of Art & Design, doet dat al zestig jaar om precies te zijn. In september 2021 zal Eric Maquet de zoveelste verjaardag vieren van een school die intussen meer dan een halve eeuw oud is, samen met enkele grote koppen als Isabelle Borchgrave en Edouard Vermeulen. Anderen anticiperen op de komende jaren, zoals Barbara Claeys van ECS, de European Communication School: “Wat we van 2020 geleerd hebben, is dat er dingen zijn die ‘hybride’ zullen worden, zoals ook het onderwijs. Daar gaan we rekening mee moeten houden, net als dat het ingevoerd zal moeten worden.”

Jean-François Raskin van IHECS, het Institut des Hautes Études des Communications Sociales, legt de focus nu meer op heden: “Vandaag zijn er veel leraren die uit het werkveld komen, maar dit aantal is beperkt door de wetgeving en door een gebrek aan financiële middelen. Dat is overal zo. We moeten daarvoor dus een andere oplossingen vinden. Wat we wel hebben is de wil, enthousiasme en een goede drive.” U leest hier verschillende denkpistes, maar die worden wel gebonden door een bijna identieke visie op het onderwijs.


PUB: Wat werd er behouden of veranderd sinds jullie oprichting?

Eric Maquet: “In 1998 werd ik directeur van de CAD. Ik ontdekte dat er in die tijd twee soorten onderwijs waren. Het Latijnse onderwijs, dat wat we allemaal gekend hebben, namelijk eerst theorie en dan pas de praktijk, en het Angelsaksisch onderwijs, dat in het teken staat van leren door te doen. Ik wou de focus op dat laatste leggen, omdat ik ervan overtuigd was dat jongeren dat het leukst vonden.” 

Barbara Claeys: “ECS Brussel bestaat al meer dan 30 jaar. Het label ECS is ontstaan in Brussel en is intussen via de Mediaschool-groep uitgegroeid tot een Franse school. Wat we hebben behouden is het DNA van de school, namelijk professionalisering. We richten ons op de vaardigheden die de markt nodig heeft, met niet gewoon docenten maar echte professionals die onze studenten opleiden. Wat dus rechtstreeks in het werkveld gebeurt krijgt meteen weerwoord via onze opleidingen.”

Jean-François Raskin: “Vandaag verwelkomt IHECS tussen de 2000 en 2500 studenten. Toen ik hier in 1989 startte waren dat er maar 400. Maar ondanks het toegenomen aantal studenten wilden we het DNA van onze school behouden, namelijk: studenten in praktijksituaties brengen die rekening houden met de evoluties in de wereld van de communicatie en journalsitiek. We willen dat onze leerlingen de school goedgewapend verlaten.” 

PUB: Hoe is jullie school erin geslaagd om haar reputatie na zoveel jaren hoog te houden? Wat is het geheim?

Eric Maquet: “Jezelf altijd willen verbeteren en een goed contact hebben met de docenten. Hen briefen, samen lessen bespreken en bekijken… Ik wil dat de studenten zoveel mogelijk mensen ontmoeten en leren omgaan met mensen uit het werkveld via verschillende praktische oefeningen.” 

Barbara Claeys: “Ons geheim ligt ook in die integratie van de studenten op de werkvloer. Zodra ze hun vaardigheden en netwerk kunnen ontwikkelen en aan het einde van hun opleiding een job vinden… ‘The proof is in the pudding’ (lacht)! Wanneer de professionele wereld in je opleiding geïntegreerd is, ben je sneller klaar voor het werkleven.” 

Jean-François Raskin: “Hier genieten we van een goede interne dynamiek, een mengelmoes van verschillende persoonlijkheden die gemotiveerd geraken door onze school. Het DNA van IHECS vind wordt uitgedragen door ons lerarenteam, die met veel enthousiasme betrokken zijn bij ons project. We hechten daarnaast ook veel belang aan een transversale hiërarchie. Dat is iets waar elke dag aan gewerkt moet worden, samen met de studenten en leraren.  

PUB: Waarmee onderscheiden jullie je van andere scholen?

Eric Maquet: “Met onze praktijklessen en onze Engelse benadering. Eigenlijk zijn we een Engelstalige school, en dat op twee vlakken: alle lessen worden gegeven in het Engels (ik wil al heel lang CAD een internationale school maken) en ook onze werkmethode is een Angelsaksische manier van werken, namelijk leren door te doen. Ik zou onze drie pijlers zo omschrijven: 1. creativiteit aanwakkeren bij studenten, 2. hen zelfzekerheid bijbrengen en 3. hen leren hun ideeën te verkopen.  

Barbara Claeys: “De onderdompeling in het beroepsleven en de menselijke kant. We werken met kleine klassen en zijn de hele tijd interactief bezig. Onze leraren wekken nieuwsgierigheid en pro-activiteit op en stellen de juiste vragen, zodat ze de studenten helemaal meetrekken in de job.” 

Jean-François Raskin: “Onze opleiding onderscheidt zich door twee zaken: het belang van talen en de praktische kant, dat wil zeggen onze verankering met de professionele wereld. Bij ons zijn er geen algemene onze bachelor- en masteropleidingen, er moet iedere keer een optie gekozen worden. Daar is permanent aandacht voor en bovendien zijn alle lessen zijn communicatiegericht.  

PUB: Hoe zal het onderwijs er na Covid uitzien? Voor welke uitdagingen staat het?

Eric Maquet: “Aan het begin van de lockdown hadden we een nog beter publiek dan de voorbije jaren, want er waren natuurlijk geen afleidingen. Het afstandsonderwijs heeft de studenten ertoe verplicht om zichzelf en hun werk beter te organiseren. Ze moesten beknopter en to the point zijn. Ook toen ze terug fysiek naar de les kwamen, vonden we dat dit moest doorgaan. Wat voor ons echt heel belangrijk is, is dat studenten leren om zich in de plaats te stellen van de klant.” 

Barbara Claeys: “Professionals kunnen studenten ook echt helpen bij al hun vragen. Ik hoop dat sommige sprekers daardoor inzien wat echt belangrijk is en hoe je een les kan herstructureren met bijvoorbeeld de 3x20-regel: 20 minuten theorie, 20 minuten reflectie en 20 minuten discussie. Als we op andere manieren les gaan geven, keren we terug naar de basis en richten we ons op vaardigheden zoals soft skills. Tegenwoordig zijn het leren van kritisch denken en het ontwikkelen van zelfvertrouwen essentiële criteria. Ik zeg altijd tegen mijn studenten dat het allemaal om houding draait. Als je de juiste houding hebt, kun je bergen verzetten.” 

Jean-François Raskin: “Of we een hybride richting uitgaan waarbij docenten hun lessen uploaden en studenten ze volgen wanneer ze zelf willen? Wij denken er alvast over na. In de journalistiek moet je de balans opmaken en rekening houden met wat er het afgelopen jaar informeel is gebeurd. We moeten kijken hoe we studenten kunnen helpen navigeren en leven in deze jungle van informatie, die vooral vertegenwoordigt wordt door de sociale media en waar soms meer naar geluisterd wordt dan naar de traditionele media. Daarom onderzoeken we samen met een groep professionals het werkveld, want het is een democratische kwestie.”