Finn-ranking: "Concrete CO2-doelstellingen bij 2 op 3 Belgische bedrijven"

News / Sustainability

Voor het derde jaar op een rij analyseerde het strategisch communicatiebureau Finn hoe 50 van de grootste Belgische bedrijven communiceren over hun CO2-uitstoot. Die communicatie wordt steeds beter: bijna 2 op 3 communiceert cijfermatige reductiedoelstellingen en steeds meer bedrijven delen ook precieze targets voor 2030 en zelfs 2025. “Bedrijven maken zich op voor de naleving van de Europese CSR directieve (CSRD) in 2024. Dé grote uitdaging is wel het gebrek aan een gemeenschappelijke standaard voor metingen”, zegt managing partner B.  

Op basis van het onderzoek stelde Finn een ranking op waarin alle bedrijven onderverdeeld werden naargelang hun communicatie over de uitstoot van CO2. Bij de top staan veel beursgenoteerde bedrijven zoals AB-Inbev en Solvay, maar ook niet-beursgenoteerde ondernemingen zoals Jan De Nul, Besix en Puratos scoren goed. Steeds meer bedrijven treden toe tot de 'best in class' groep - van 17 bedrijven vorig jaar naar 22 dit jaar. Ook het peloton presteert elk jaar beter: de groep bedrijven die 'ja' kan antwoorden op de meest cruciale vragen in de doorlichting groeit jaar na jaar. 

De belangrijkste conclusies:

  • 2021 was een kanteljaar: we zien een scherpe toename van het aantal bedrijven dat communiceert over hun reductiedoelstellingen en bijhorende acties. 
  • Bedrijven zijn preciezer en ambitieuzer in hun doelstellingen. Bijna 2 op 3 communiceert cijfermatige reductiedoelstellingen (een stijging van meer dan 30%).
  • De horizon wordt korter: meer en meer bedrijven delen precieze targets voor 2030 en zelfs 2025, in plaats van 2040 of 2050. 
  • SBTi (Science Based Target initiative) breekt door als referentie. Bij de ‘best in class’ geven 22 van de 28 bedrijven aan dat ze met SBTi werken. SBTi is een samenwerkingsinitiatief van o.a. de United Nations Global Compact en WWF.

Philippe Beco, account director bij Finn: “Drie jaar analyse laten het duidelijk zien: bedrijven hechten steeds meer belang aan hun niet-financiële verslaggeving. De druk van verschillende stakeholders speelt daarin mee, maar ook de war for talent. En naast de wortel is er ook de stok: tegen januari 2024 moeten sommige van de grootste en beursgenoteerde ondernemingen in Europa hun eerste rapport indienen in overeenstemming met de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive)." 

Gebrek aan gemeenschappelijke standaard

De uitgebreide rapporteringen brengen volgens Finn ook drie uitdagingen met zich mee:

  • Het gebrek aan een gemeenschappelijke standaard maakt het effectief moeilijk om rapporten te vergelijken, en om echt te begrijpen waarover bedrijven rapporteren (reikwijdte, wetenschappelijke onderbouwing, doelstellingen tegen wanneer, ...).
  • Krijgen we naast 'winstwaarschuwingen' voortaan ook 'CO2-waarschuwingen'? Nu veel bedrijven harde en zeer specifieke deadlines publiceren, kan men zich de vraag stellen of al die bedrijven erin zullen slagen de resultaten te behalen die ze beloven. Het lijkt haast onvermijdelijk dat sommige ondernemingen rechtzettingen zullen moeten sturen van hun CO2-prognose.
  • Daarnaast is er de uitdaging om helder over ESG te communiceren. Bij het doornemen van jaar- en duurzaamheidsverslagen merk je dat organisaties op dat vlak behoorlijk wat te coveren hebben: er zijn gegevens over genderevenwichten, verhalen over initiatieven voor de gemeenschap, uitleg over corporate governance enzovoort.

Kristien Vermoesen: “We merken dat ESG-rapportering erg véél vergt van bedrijven en dat ze zelf vragen om betere standaarden. Sommige van de bedrijven die we onderzochten, geven aan dat verschillende bedrijven in hun portfolio andere meetsystemen gebruiken, zodat er soms zelfs binnen één organisatie geen gemeenschappelijke standaard is. Tessenderlo Group gebruikt bijvoorbeeld het gebrek aan een wereldwijde standaard zelfs als argument om haar koolstofvoetafdruk niet te meten.”

Je kan de volledige analyse hier raadplegen.