François de Brigode en Alice Thonnart? Dat klopt als een bus

Vertaalde artikels

Zij is verantwoordelijke voor de externe en interne communicatie bij de TEC, hem ziet u tijdens het avondjournaal van La Une. Alice Thonnaert en François de Brigode staken de koppen virtueel samen op Skype, voor een gesprek over elkaars beroep. - Marine Dehossay

Aan de vooravond van de lockdown én rekening houdend met alle veiligheidsnormen ontmoetten deze twee elkaar… via hun computerscherm.  “Natuurlijk” weet Alice Thonnart wie François de Brigode is, enkele vragen bedenken was dus niet moeilijk. We beginnen het gesprek met een vraag die steeds weer op onze lippen brandt: zou u het werk van de ander kunnen doen?

Alice Thonnart: Ik heb Journalistiek gestudeerd aan IHECS, maar omdat ik een kleine ‘degout’ opliep van het vak, ging ik de marketing in. Ik denk niet dat ik weggelegd ben voor een carrière als journaliste of tv-presentatrice.

François de Brigode: Ik weet niet of marketing echt iets voor mij zou zijn, maar waarom ook niet. Communicatie is vandaag de dag zo globaal geworden, dat marketing zelfs een rol kan spelen in journalistiek. Om de juiste kop bij een artikel te vinden bijvoorbeeld. Marketing is weten hoe je iets moet verkopen of voorstellen.

A.T: Hoe beleeft u deze periode als nieuwsanker? 

F.d.B: Net zoals iedereen denk ik, als mens. Als journalist moeten we in gesprek gaan met wetenschappers, en dat is niet evident, want we zijn niet gespecialiseerd in die materie. Dat betekent dat we hen, vanaf het eerste moment dat ze de set op komen, moeten vertrouwen. Wat de toekomst betreft denk ik dat we een balans zullen moeten vinden tussen het brengen van informatie over het coronavirus en het brengen van andere onderwerpen. Hoewel de actualiteit vandaag de dag opnieuw normaliseert, denk ik dat we het nog maanden over het virus zullen hebben en de gevolgen ervan voor de burger.

A.T: Denkt u al aan een wereld van morgen? Wat zullen we behouden?

F.d.B: Het eerste wat we moeten behouden is die aanwezigheid en nabijheid van het lokale, van zij die dicht bij ons dingen doen. We mogen nu niet terugvallen in het institutionele, dat verpest het gevoel. Deze nieuwe manier van communiceren gaat ook zoveel verder dan praten. Via Skype kan je direct iets tonen.

PUB: Hoe kijken jullie naar journalisten en het belang van informatie in deze crisistijd?             

A.T: Aan het begin van de crisis had ik echt nood aan veel informatie – tot ik verzadigd was. Daarna kwam er een moment waarop ik afstand nodig had. Dat moment moet voor journalisten niet gemakkelijk geweest zijn. Zij moesten het laatste nieuws brengen én tegelijkertijd even afstand nemen, terwijl we nog in volle crisisperiode zaten.

F.d.B: Zo gaat dat altijd met ‘top news’. Je moet de feiten geven en ze analyseren. Hier kennen we de feiten wel, maar de gevolgen niet. We weten nog niet wat het gevolg zal zijn op economisch vlak. We weten alleen dat het niet gemakkelijk zal worden,… Op dit moment is alles nog wat wazig.

PUB: Een leven zonder het journaal, zou dat lukken?

F.d.B: Een leven zonder het journaal misschien wel, maar een leven zonder nieuws… Dat zeker niet. Vanaf dat ik opsta kijk ik op mijn smartphone naar wat er gebeurd is. Ook de radio zap ik ’s ochtends de hele tijd. En ik lees de krant. Dat voedt mij. Ik ben er bijna 24 op 24 mee bezig.

A.T: Ik consumeer veel informatie, maar meer ‘in stukken’. Vooral op mijn smartphone, en soms eens de geschreven pers. Toen ik kind was keken we veel naar het journaal, van begin tot eind. Nu is dat niet meer zo, dat maakt het wel nostalgisch.

PUB: Welk nieuws over de TEC is jullie het meest bijgebleven?

F.d.B: Er is mij eerder een persoon bijgebleven. Iedereen kent Stéphane Thiery, een emblematische en alomtegenwoordige figuur op de televisie. Hij komt goed over op het scherm en is zeer didactisch. Wel, we belden de persdienst, hem dus, ooit op tijdens het programma ‘Chez vous, avec vous’, met de vraag of we een buschauffeur konden interviewen. Die man heeft zich toen helemaal blootgesteld, ook al was hij nerveus. De kijkers en ook ikzelf hadden echt de indruk dat we in zijn schoenen stonden, op zijn werkplaats. Dat is mij dus het meest bijgebleven over de TEC.

A.T: ik vind het mooi om de job van chauffeur zo op te waarderen, want het is toch een kwetsbare job die bovendien een slecht imago heeft omwille van stakingen en zo. Daarmee hebben we toch kunnen aantonen dat dat beeld incorrect is, en dat het geëngageerde en moedige mensen zijn. Op die manier hebben we de kerk in het midden kunnen houden.

PUB: François, denkt u nu onmiddellijk aan Alice wanneer het in het nieuws over de TEC gaat? 

F.d.B: Ja, in mijn onderbewust heeft zij Stéphane Thiery vervangen (lacht). Wat ik belangrijk vind aan dit soort interviews is dat je mensen leert kennen die je niet kent. De TEC komt veel ter sprake bij stakingen, en ik denk dat het een onmisbaar bedrijf is dat, zoals alle bedrijven, zichzelf opnieuw zal moeten uitvinden in een zeer moeilijke context.

PUB: Alice, heeft u het meer voor de RTL of meer voor de RTBF?

A.T: RTBF! Dat is een overblijfsel uit mijn kindertijd. Ik ben ermee opgegroeid. Mijn broer werkt er trouwens. Ik ben meer vertrouwd met de manier waarop het nieuws daar wordt behandeld. Er is een soort continuïteit in de RTBF en de publieke media in het algemeen.

PUB: Hebben jullie elkaar een raad te geven?

F.d.B: Een raad die ik graag aan iedereen zou meegeven is: doe alles met passie.

A.T: Ik ging net hetzelfde zeggen, gezien de lange levensduur van François’ carrière… Ik hoop dat hij het nog minstens even lang mag blijven doen – met minstens even zoveel professionaliteit.