Geen verpakking, meer voordelen
Geen verpakking, alleen maar ‘naakte’ producten. Neen, verpakkingsvrije voeding is geen food porn voor hippies. Het is ecologischer (want minder verpakking en minder verspilling), minder duur en het biedt bovendien een extra zingtuiglijke beleving doordat je ze onmiddellijk kan ruiken en smaken. Dat zijn een pak voordelen voor onze planeet, en het beste is: iedereen kan ervoor kiezen. - Marine Dehossay
Op het menu: vier merken die de retailmarkt door elkaar schudden. The Barn verkoopt voeding die een minimum aan voedselverspilling garandeert, 100% bio is, vaak lokaal ook, en verkrijgbaar is tegen een toegankelijk prijsje. Op die manier hoopt de keten onze impact te minimaliseren. Bio-Planet op zijn beurt is de duurzame supermarkt van Colruyt Group. Het assortiment is online verkrijgbaar via Collect&Go. Färm op zijn beurt opende winkelconcept Brut by Färm en lanceerde zijn eigen duurzaamheidsindex: de Färmoscope. En op verzoek van haar klanten heeft Delhaize haar inspanningen opgevoerd om het aantal verpakkingen te verminderen, vooral in het groente- en fruitassortiment.
Promotie versus overconsumptie
Hoe promoot je een economisch model dat als doel heeft om onze consumptie te verminderen, of in ieder geval ons gedrag te veranderen? The Barn doet door teams op te leiden en er ambassadeurs van te maken: “We vertrouwen op mond-tot-mondreclame,” legt Quentin Labrique uit, co-founder van The Barn Bio Market. “Dat is een duidelijke keuze, want het budget dat wordt uitgetrokken voor externe diensten voor communicatie is nagenoeg nihil. Daarom focussen we bij voorkeur op teamtraining en contact met producenten. Een dienst waarmee we ons proberen onderscheiden. Intern loopt de organisatie als volgt: in elke winkel is er een ‘barner’ die de communicatie verzorgt. Iemand die vertrouwd is met sociale media, die weet hoe hij foto’s moet maken. Deze persoon werkt acht uur per week aan het maken van content en het beheren van een community.”
Bio-Planet lanceerde in 2019 een imagocampagne met als baseline ‘There is a Planet B’, ontwikkeld door het interne communicatiebureau CCX. Bio-planet wil zijn visie op verantwoorde consumptie delen door optimistisch te zijn. “Anders consumeren kan, en ‘verantwoord’ inkopen doen is echt de moeite waard,” zegt Ruth Evenepoel, marketing manager van Bio-Planet. “Tijdens het winkelen kan je kiezen voor lokaal, seizoensgebonden, fairtrade, plantaardig, pure smaken, respect, ecologie, herbruikbaar, plasticvrij en natuurlijk ook losse producten zonder verpakking. Vandaag communiceren we over alle nieuwigheden, over de manier waarop we werken en over alle alternatieven.”
Färm is niet alleen digitaal maar ook in de winkels erg aanwezig, vertelt Muriel Zielonka, marketing & communicatie manager bij Färm: “We kleven stickers op de schappen om mensen duidelijk te maken dat bepaalde producten ook verpakkingsvrij bestaan en ze zo aan te moedigen om het eens te proberen. Onze strategie focust op de oorsprong van de producten, die op al onze labels terug te vinden is. En we verkopen ook herbruikbare potten. Op sommige wordt zelfs statiegeld terugbetaald.”
Delhaize ten slotte, dat altijd al focuste op de verkoop van verse producten, benadrukt voortaan de inspanningen die het levert rond verpakkingen: “Producten zien er nooit verser uit dan wanneer ze los worden verkocht, zoals in onze groente- en fruitafdeling bijvoorbeeld. Maar we proberen verder te gaan dan dat. In onze wekelijkse folder stoppen we altijd een concreet en recent voorbeeld dat toont wat we doen om het dagelijks leven van mensen te verbeteren”, zegt Roel Dekelver, head of corporate communication and reputation bij Delhaize België. “We legden bijvoorbeeld uit hoe we appelen en peren verpakkingsvrij hebben gemaakt. We moeten mensen inspireren en geruststellen. Communiceren over verwachtingen en beloftes naar de toekomst is minder veelzeggend. We moeten wereldwijd macro-impact hebben, maar ook micro-impact op het dagelijkse leven. Sommige verpakkingen zijn nog nodig voor de veiligheid en bewaring van producten, maar we moeten wel innoveren.”
Duurzaam zonder al je geld kwijt te zijn, droom of realiteit?
Een van de urban legends rond losse producten is dat ze heel duur zijn. Laat u gerust van het tegendeel overtuigen… “In vergelijking met de conventionele massadistributie hebben mensen de indruk dat losse producten uit biowinkels duurder zijn. We zijn heel goed gepositioneerd ten opzichte van andere bio-winkels, maar het belangrijkste is dat we beduidend goedkoper zijn dan grote retailers, ook al hebben mensen nog steeds de indruk dat het daar goedkoper is,” vertelt Muriel Zielonka van Färm.
“Onze producten zijn minder duur dan de bio-producten uit supermarkten omdat wij 100% bio verkopen,” zegt ook Quentin Labrique van The Barn Bio Market. “Geniaal, toch? We hebben klanten die graag vergelijken en ook zij waren verbaasd dat we goedkoper zijn. Sommige klanten waren op het einde van de maand zelfs beter af. Hoe dat kan? Het product kost misschien meer per stuk, maar zonder verpakking kan je precies de hoeveelheid nemen die je nodig hebt. In supermarkten is er veel voorverpakt en zijn de prijzen bepaald volgens hoeveelheid.”
Losse producten in alle rayons?
Fruit (vers en gedroogd) en groenten, maar ook granen, blijven de prioriteit van Delhaize: “We hebben ook geprobeerd met koffie, maar dat werkte niet. Het was niet proper en daardoor ook niet aantrekkelijk,” vertelt Roel Dekelver. “Voor 100% met losse producten werken is onze ambitie niet, maar als de technologie het ons toelaat zullen we wel innoveren. We willen impact creëren, voor ons en voor onze klanten. De afgelopen jaren is alles in een stroomversnelling gekomen, de vele innovaties die ons gedrag veranderen zijn bemoedigend.”
Bio-Planet blijft ervan overtuigd dat een gemengd aanbod voor verschillende redenen het best is: “Sommige verpakkingen blijven moeilijk te vervangen vanwege hun primaire nut (productbescherming, klanteninformatie en voedselveiligheid). Soms is het logischer om te kijken naar hoe duurzaam een verpakking is,” verduidelijkt Ruth Evenepoel. “Losse producten vereisen een ander logistiek beheer omwille van de beweeglijkheid van de producten. Het ligt ook moeilijker op het vlak van voedselveiligheid- en hygiëne (insecten, vervaldata enz).”
Gemaakt om lang mee te gaan
Quentin Labrique hoopt van zijn kant dat de sector transparanter wordt, zowel op het vlak van teelttechnieken als van arbeidsomstandigheden ter plaatse. Muriel Zielonka ziet de evolutie van losse producten dan weer in technologische vooruitgang: “In Louvain-la-Neuve gaan we testen doen met een yoghurtmachine. Er zijn ook nog te weinig andere boodschappen die los verkrijgbaar zijn, zoals chocolade en koekjes. Idem in de non-foodsector, maar daar komt verandering in. Al is een volledig verpakkingsvrije wereld nog niet voor morgen, we zijn nog verre van een volledige verandering in gedrag.”
Roel Dekelver ziet het eerder als een stap in de evolutie om het gebruik van plastic terug te dringen. “Dat wil niet zeggen dat plastic verpakkingen uit de winkels zullen verdwijnen. Iedereen voelt zich schuldig bij het gebruik van plastic, maar ook PET- en RPET-flessen die tot 5 keer herbruikt kunnen worden bestaan uit plastic. We hebben hier in België een van beste systemen ter wereld voor de recyclage van plastic. Dankzij nieuwe technologieën kan het gebruik van plastic ook op een duurzame manier. Maar, als we verpakkingen zouden kunnen vermijden, is dat natuurlijk nog beter. Ruth Evenepoel beaamt dat: de beste verpakking voor haar is een verpakking die… niet bestaat.