“Ik pleit niet voor revolutie, wel voor verandering”

Vertaalde artikels

‘Conquête – Chemins, adversaires et alliances pour la transition écologique’ is een boek dat wil breken met de cultuurclash en van het publieke debat rond ecologie een rijk en demografisch topic wil maken. Wat dat net inhoudt, dat vroeg PUB aan auteur en co-voorzitter van Ecolo Jean-Marc Nollet. - Astrid Jansen

Wat is dit boek precies? Een soort van programmaboekje zonder programma?

“Het is vooral een poging om de dingen eens van een afstand te bekijken, zonder al die dagelijkse directheid waarbij het ene onderwerp het andere wegvaagt. Met het boek ik wil een panoramisch beeld geven van de ecologische transitie en het debat openen. Er zijn in België al een paar bijeenkomsten rond het boek geweest. Het is in elk geval geen partijprogramma, of zo was het alleszins niet bedoeld. Ik zie het eerder als mijn kijk op hoe crississen in elkaar zitten.”

Hoe lang heeft u er aan geschreven?

“Mijn denkpistes spookten al een tijd rond in mijn hoofd. In september 2021 besloot ik om er een boek over te schrijven, tijdens de eindejaarsvakantie begon ik er aan en werkte ik het ook meteen af. Het ging redelijk snel. Nog een paar mensen hebben nagelezen en mijn collega Rajae Maouane, co-voorzitter van Ecolo, heeft destijds veel van mijn taken overgenomen, zodat ik me kon concentreren op het schrijven.”

Welke verantwoordelijkheid dragen adverteerders en merken in de ecologische crisis?

“Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat kinderen wel meer dan duizend merklogo’s kunnen onderscheiden, maar nog geen tien plantensoorten herkennen. Iedereen zou zijn steentje moeten bijdragen, zodat de volgende generaties de kans krijgen om goed te leven. Wat mij betreft dragen adverteerders en reclamemakers daarin zeker een grote verantwoordelijkheid. In 2020 maakten twee op de drie auto-advertenties reclame voor voertuigen met een bovengemiddelde CO2-uitstoot. Dat is bedenkelijk. De reclamewereld heeft nochtans de kracht om op de verbeelding van mensen te werken. Maar merken zijn al goed bezig, hoor. Sommigen gaan de strijd aan tegen geplande veroudering, door bijvoorbeeld in te zetten op reparaties.”

U zegt dat we weg moeten van de markteconomie en ons niet langer enkel op economische kompas mogen vertrouwen. Pleit u voor een antikapitalistisch discours?

“Ik pleit niet voor revolutie, wel voor verandering. De nuance in dat woord is zeer belangrijk: verandering stelt ons in staat om te beginnen waar we nu staan en te weten waar we naartoe willen. Een van de eerste fases is, volgens mij, om weg te gaan van die logica van de markteconomie. We moeten van een markteconomie, die simpelweg bestaat om de markt te doen draaien, naar een economie die samenwerkt mét de markt. Samen met de staat, samen met verenigingen… Het probleem van het overmatig onttrekken van hulpmiddelen is trouwens niet enkel eigen aan het kapitalisme. Dit werd ook gedaan in het communisme. Ik pleit voor een pluriforme economie.”

In het boek heeft u het ook over ongelijkheid in verantwoordelijkheid…

“De meest kwetsbare mensen zijn de eerste slachtoffers van de klimaatverandering, en zij zijn er het minst verantwoordelijk voor. De rijkste 1% vervuilt wereldwijd meer dan 50% van de mensen op aarde. Specifiek voor België stoot de rijkste 10% meer CO2 uit, concreet: 29%, dan de armste 50% met 17% van de uitstoot. De verantwoordelijkheid ligt in handen van degenen die de middelen hebben en de breedste schouders hebben. En toch zijn de armsten het slachtoffer. Zij die meer verantwoordelijkheden hebben, maar ook een groter vermogen hebben om te handelen, zouden van mij meer inspanningen moeten leveren. Een transitie is iets solidairs.

Veel burgers hebben directere zorgen dan ecologie, zoals inderdaad armoede.

“Die twee problemen staan lijnrecht tegenover elkaar. Het ene gaat over de uitbuiting van de mens, het andere over uitbuiting van de natuur. We kunnen hoe dan ook geen oplossing voor de ecologie vinden zonder sociale dimensie.”

Hoe kunnen we onszelf bevrijden van de illusie dat oneindige groei mogelijk is? Hoe kunnen we de werkgelegenheid terugdringen en tegelijkertijd banen scheppen?

“Ik pleit niet voor een afname van groei, maar ik vind het wel belangrijk dat we stoppen met geloven dat groei al onze problemen zal oplossen. Om sociale en milieuvraagstukken aan te pakken, hebben we triple win-opties nodig. Neem nu als voorbeeld het isoleren van woningen: het creëert lokale werkgelegenheid, het verlaagt de energiefactuur en het is nog eens goed voor de planeet ook. Dat is een drievoudige overwinning bij een actie, namelijk het isoleren van een huis, dat eigenlijk vrij normaal is. En ik vind het daarin de rol van de staat om mensen te helpen om te investeren, ook diegenen die niet over de middelen beschikken. We moeten aan verschillende oplossingen werken. Met wetenschappers, met ingenieurs, maar ook met de reclamewereld.”

Wat zijn voor u vandaag de belangrijkste uitdagingen en obstakels? Ziet u het rooskleurig in?

“Wat mij het meest motiveert, is het mobiliseren van jongeren. We hebben het gevoel dat de zoektocht naar een betere levenskwaliteit bij de nieuwe generaties diepgeworteld is. Een groot deel van de jongeren is op zoek naar kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat is hoopvol. Wat ik daarentegen spijtig vind, is dat de conservatieven er nog steeds in slagen om de teugels van tal van economische, politieke en andere beslissingen in handen te houden en de overgang zo vertragen. Dat baart me zorgen, want de tijd dringt. Maar in principe hebben we het recht niet om pessimistisch te zijn. Ik heb drie kinderen, dus ik kijk vooruit. Ik idealiseer het verleden niet, maar in de plaats van rampen voor te zijn, werk ik liever aan oplossingen. Ik ben veeleer een activist dan een pessimist of optimist.”