In 1980 brachten The Buggles, een intussen lang vergeten groep, een nummer uit met de titel “Video Killed The Radiostar”. Niet dus, want anno 2018 is radio als massamedium springlevend en voor de crossmediale mediagroepen is radio een relatief goedkope bron van inkomsten (radiospots) en een must have, zegt Christian Lesaffer, advocaat bij Tanneurs.eu. Niet te verwonderen dus dat in Vlaanderen zowat elke mediagroep graag landelijke radio in portefeuille wil hebben. In PUB Magazine (september 2018) vond u een korte versie van dit opiniestuk.
Technisch gezien was radio een kwestie van uitzending via radiogolven op bepaalde frequenties via frequentiemodulatie (FM). Radiofrequenties zijn echter een schaars en maatschappelijk belangrijk goed zijn dat niemand toebehoort en daarom door de overheid beheerd en gereguleerd worden. Radiofrequenties mogen dus niet zomaar en door om het even wie gebruikt worden, ook al omdat er etherchaos ontstaat. In oorsprong is die regulering van het gebruik van radiofrequenties technisch van opzet en strekt die er vooral toe schadelijke interferentie (storingen) te vermijden. Dit was en is in wezen het opzet van de internationale afspraken gemaakt in de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU - http://www.itu.int/en/Pages/default.aspx ), een van de oudste internationale organisaties in de wereld (opgericht in 1865). Vandaag kan men ook radio luisteren via internet (streaming), wat ook en vaak via vaste netten gebeurt.
Vandaag wordt in Vlaanderen nog veel radio geluisterd en vooral in de auto (in de file) via FM, maar internetnetluisteren is in opmars via desktops, maar ook via mobiele apparaten, zoals smartphones. Sommigen menen dat draadloos luisteren via de smartphone, die ook gebruikt maakt van radiofrequenties, maar in een andere band dan FM, hét model van de toekomst zal zijn. In het internet-model is radio niet meer free-to-air en betaalt de luisteraar een vergoeding, weliswaar niet aan de radio-omroep (de content provider), maar aan de netwerkoperator of de tussenpersonen die op een mobiel netwerk diensten verkopen. Dat radioluisteren dan een prijs heeft, is wel niet zichtbaar op de factuur omdat het dataverbruik dat daarvoor nodig is gewoon mee in het globale pakket zit dat de abonnee betaalt. Gratis radio is er, voor de luisteraar althans, vandaag dus enkel nog via FM en DAB+. Voor de omroepen is DAB+ een kostenpost omdat ze de netwerkoperator/dienstenverdeler moeten betalen. Deze vergoedingen zijn aan de hoge kant omwille van de monopoliepositie van Norkring (hieronder meer daarover).
“Klassiek” radioluisteren via een apart daarvoor bedoeld ontvangsttoestel zal echter niet snel verdwijnen en de komst van DAB+ heeft daar zeker mee te maken. DAB+ - met een tussenstapje via DAB – is de digitale opvolger van FM en is inmiddels in 38 landen in verschillende fases van implementatie, van testen over officiële introductie tot de status van opvolger van de FM-band (zo is er in Noorwegen bijvoorbeeld een volledige analoge switch off). Het enige nadeel is dat je een nieuw ontvangsttoestelmoet aanschaffen (een FM-radio-ontvangsttoestel kan geen DAB+ ontvangen, omgekeerd wel in principe wanneer dit technisch voorzien is; die functionaliteit niet opnemen is een manier om de luisteraars te verplichten naar DAB+ over te schakelen). Technisch is DAB+ vergelijkbaar, maar toch heel verschillend van FM-radio. Het gaat om radiogolven (dus draadloze ontvangst), maar de digitalisering laat toe om via één frequentieblok meerdere omroepprogramma’s uit te zenden, daar waar in FM de regel geldt ‘één frequentie, één radio-omroepprogramma”.
Voor DAB-gebruik zijn verschillende kavels beschikbaar die via internationale planning in de schoot van de ITU over de deelnemende landen werden verdeeld. Naast twee volwaardige landelijke multiplexen (11A, 12) zijn er twee regionale kanalen (5A en 5D) voor radio. Kanaal 10 dat is gereserveerd voor landelijke ethertelevisie, kan ook worden omgezet in vier DAB-kavels voor landelijke radio.
De VRT heeft een licentie voor kanaal 12A sinds 2008. Hierover is nooit een publieke raadpleging geweest, wat nochtans vereist door de relevante Europese richtlijnen over elektronische communicatienetwerken (waar DAB+ toe behoort). De VRT besteedde het beheer ervan uit aan een externe partner, eerst Norkring en binnenkort, na een recente aanbesteding, aan het gespecialiseerde Nederlandse Broadcast Partners. Norkring heeft geprobeerd om de plaatsing van deze opdracht bij Broadcast Partners tegen te gaan, maar haalde geen gelijk bij de Raad van State (arrest nr. 242.102 van 13 juli 2018). Multiplex 11A werd bij beslissing 2009/050 van de Vlaamse regulator voor de media van 22 juni 2009 toegewezen aan nv Norkring. Kanaa1 10 werd eveneens aan nv Norkring toegewezen bij beslissing 2009/051 van de Vlaamse regulator voor de media van 22 juni 2009 met het oog op de uitbating van een televisieomroepnetwerk. Er vond geen vergelijkende toets plaats omdat er maar één kandidaat was. Norkring heeft vandaag dus een monopolie op de al vrijgegeven DAB+-kavels voor private radio en televisie. Kanaal 10 is vandaag zo goed als ongebruikt voor digitale televisie (enkel TV Vlaanderen biedt digitale ethertelevisie aan via Norkring). Kanaal 11A is sinds september 2017 volzet. Kanalen 5A en 5D zijn nog niet aan een netwerkoperator toegewezen.
Er is nogal wat kritiek op de wijze waarop in Vlaanderen de beschikbare DAB+-kanalen in de markt zijn gezet. Vooreerst is de voorkeursbehandeling van de VRT een permanente bron van ergernis bij de commerciële spelers. De VRT heeft voor zich zelf een hele multiplex en heeft niet genoeg analoge radio-omroepprogramma’s om die op te vullen zodat louter digitale programma’s werden uitgevonden om toch maar zeker deze multiplex gevuld te houden. Ook de regionale ontkoppeling van Radio 2 op deze multiplex wijst op suboptimaal gebruik ervan. Kanalen 5A en 5D zijn daar beter geschikt voor omdat die elk een regionale dekking hebben. Het is de vraag, die hier niet beantwoord wordt, of in het licht van de plicht tot een optimaal etherbeheer, deze voorkeursbehandeling van de VRT nog lang zal standhouden.
Een ander pijnpunt is de plaats van lokale radio op DAB +. Anders dan soms wordt gedacht, is er in de lokale radiosector wel degelijk interesse in en vraag naar digitalisering. Het is overigens opmerkelijk dat de pioniers uit de privésector op DAB(+) niet de grote mediabedrijven zijn, maar wel de vroegere ketens van lokale radio’s (bv. Topradio, Club FM). Het beleid in Vlaanderen houdt echter de boot af en dat is niet toevallig. Aan de ene kant wil de Vlaamse regering de voorkeursbehandeling van de VRT niet in vraag stellen. De Vlaamse overheid is 100% aandeelhouder van de VRT zodat dit niet mag verbazen. Aan de andere kant is er de impact van een aantal keuzes die de decreetgever heeft gemaakt. De erkende landelijke particuliere radio-omroepen (Q-Music en Joe FM) en de zogenaamde landelijke particuliere radio-omroep “van rechtswege” (Nostalgie) – hierover zo meteen meer - moesten tegen 1 september 2018 ook via DAB+ uitzenden. Deze plicht is hen einde 2016 opgelegd als tegengewicht voor een verlenging van hun erkenningen, verleend in 2001, tot 2021. Q-Music en Joe FM zenden al sinds september 2017 via DAB+ uit. Nostalgie is de grote afwezige en heeft haar kans verkeken om met Norkring een contract te sluiten voor kanaal 11A. Nostalgie moet op de centen letten. Het is immers geen echte landelijke radio, maar het aan elkaar koppelen van een aantal regionale FM-frequentiepakketten die door verloop van tijd in één hand zijn verenigd en van de politiek gedaan hebben gekregen dat ze daardoor, zonder ooit een erkenningsaanvraag te hebben moeten indienen, de status kregen van landelijke radio-omroep. Nostalgie zit nu met de gebakken peren en kan per 1 september 2018 haar decretale plicht niet nakomen. Velen zijn benieuwd of de onafhankelijke toezichthouder, de Vlaamse Regulator voor de Media, zijn verantwoordelijkheid zal nemen en Nostalgie hiervoor op het matje roepen, maar dit terzijde.
Net voor het zomerreces van 2018 stemde het Vlaamse Parlement nog een aanpassing aan het mediadecreet en legde het op dat ook de nieuwe categorie van netwerkradio-omroeporganisaties tegen 1 september 2018 verplicht via DAB+ moeten uitzenden. Het gaat momenteel om Topradio, VBRO, Stadsradio Vlaanderen en S-Radio/NRJ.
Het aan Norkring in 2009 toegewezen frequentieblok 11A zit echter vandaag helemaal vol: enerzijds met een aantal voormalige ketenradio’s, twee (van de vier) netwerkradio-omroeporganisaties en anderzijds met de particuliere landelijke radio-omroepen. Zoals gezegd ontbreken Nostalgie, SBS Media Belgium (S-Radio/NRJ) en Stadsradio Vlaanderen. In theorie moeten deze ook via DAB+ uitzenden sinds 1 september 2019. S-Radio van SBS Media Belgium heeft echter geen FM-uitzendingen en uit de media blijkt dat dit project is opgegeven en een ander format gekozen werd (NRJ) Daarvoor is geen erkenning afgeleverd.
Anno 2018 hebben alle grote Vlaamse mediagroepen hun eigen landelijke radio-omroep (Medialaan met Q-Music en Joe FM, Mediahuis met Radio Nostalgie). De grote afwezige was SBS, die al wel actief is op de televisiemarkt (VIER, enz.) die vragende partij was om radio te kunnen maken en die, in samenwerking met Mediahuis, recent erkend werd als netwerkradio-omroeporganisatie met het project S-Radio (frequentiepakket 1 – generalistisch profiel) (https://cjsm.be/media/sites/cjsm.media/files/public/vr_2017_1509_med.0353-2_erkenning_netwerkradio-omroeporganisaties_-_bijlage.pdf ). Aangezien alle beschikbare FM-frequenties voor landelijke radio uit het analoog frequentieplan toegewezen zijn sinds 2001 tot 2021, kreeg nv SBS Media Belgium dus een troostprijs en moet een landelijke DAB+-dekking een alternatief of aanvulling worden van de beperktere analoge “landelijke” dekking.
De vrijgave van de frequentieblokken 5A en 5D heeft dus tot doel om alle netwerkradio-omroeporganisaties de kans te geven een plaats te geven in de digitale ether. In 16 juni 2018 lanceerde mediaminister Sven Gatz daarom een oproep in het Belgisch Staatsblad voor de licentie voor kanalen 5A en 5D, voorbehouden voor landelijke omroepen. Aanvraagdossiers voor de licentie moeten uiterlijk op 17 augustus 2018 ingediend worden. Wellicht zullen er nu wel meerdere kandidaten zijn en zal er een beauty contest zijn (vergelijkende toets van de aanvragen op basis van een set van op voorhand bepaalde criteria door de Vlaamse Regulator voor de Media). Daarna zal er geen vrije DAB+-capaciteit meer zijn om aan een netwerkoperator toe te wijzen met het oog op het verdelen van die capaciteit onder (radio)omroepen en dit minstens tot 2024. Bovendien is het mogelijk dat de licenties van Norkring verlengd worden met nog eens vijftien jaar.
De digitale ether in Vlaanderen wordt dus suboptimaal beheerd en gebruikt en dat zal zonder enige twijfel ook de komende maanden en jaren nog bron zijn van talrijke (juridische) disputen. Dit is spijtig, omdat DAB+ het potentieel heeft om het klassieke probleem van schaarste van FM-frequenties zo goed als op te lossen en, eens het zendernetwerk is uitgebouwd, wat wel een kostelijk zaak is, voor de omroepen in gebruik goedkoper is (nu moet elke radio-omroep zijn eigen netwerk(je) betalen, bij DAB+ wordt die kost verdeeld over de diverse omroepen die via één kanaal uitzenden).
DAB+ heeft, in tijden van convergentie tussen de media, ook het potentieel om meer te zijn dan radio (gesproken woord en muziek) alleen. DAB+ laat immers toe om, naast het audiosignaal, ook andere data mee te sturen naar de luisteraar op een veel grotere schaal dan vandaag kan via FM. Hier zitten dus opportuniteiten voor betalende toepassingen. Volgens kenners zal DAB+ vooral (kunnen) doorbreken wanneer de autosector DAB+ omarmt en massaal in nieuwe auto’s DAB+-ontvangers inbouwt. Het zal van die toestellen afhangen of en welke bijkomende data ontvangen kunnen worden, maar het blijft éénrichtingsverkeer (ontvangen van data), terwijl de toekomst in de autosector in tweerichtingsverkeer zit (noodzakelijk bv. voor autonoom rijden), wat mede verklaart dat de autosector FM nog niet begraven heeft. Of er dus betaalmodellen gebouwd zullen worden op basis van DAB+ waarin de luisteraar een vergoeding moet betalen aan een dienstenverdeler als tussenpersoon tussen de luisteraar en de omroep, is iets wat door de techniek mogelijk is geworden, maar waarvoor de commerciële toepassingen die de luisteraar zullen moeten overtuigen om te betalen voor iets dat sinds zijn ontstaan gratis is geweest nog uitgevonden moeten worden.
Senior Strategic Influencer Marketing Expert bij Influo
INFLUO is looking for a Senior Strategic Influencer Marketing Expert About Influo Influo […]
Senior Sales Manager bij Influo
INFLUO is looking for a Senior Sales Manager About Influo Influo is a […]
Manager Externe Communicatie (m/f/x) bij Actiris
De functie in het kort Actiris is op zoek naar een enthousiaste (m/f/x) […]
Marketing & Communication Manager bij Mediamixer
Wij zijn MediaMixer. Wij mixen media. Wij gaan voor de perfecte blend van […]