Ministru is een kameleon

Vertaalde artikels

Voor één keer trekt Jean-Paul Hordies niet zijn toga aan, maar kruipt hij in de huid van journalist voor uw lijfblad. Voor deze deskundige in Europees en mediarecht is dit een primeur. Hij vertrouwt ons meteen toe dat hij de gelegenheid als een waar geschenk ziet. Hij mag namelijk de Man van alle Seizoenen Sébastien Ministru interviewen: journalist, adjunct-hoofdredacteur van Moustique, chroniqueur van La Première, theater- en binnenkort romanschrijver, Séba voor de vrienden en mens die (bijna) alles kan en dat in alle bescheidenheid con brio doet.

MamyLouiseBrussel_fotografieLucHilderson_170322_155831_D4S2525We spreken af bij Mamy Louise, niet ver van het Brusselse Stefaniaplein. De twee heren hadden elkaar nog nooit ontmoet, maar Jean-Paul Hordies geeft toe dat hij af en toe naar de radiokroniek van Sébastien Ministru luistert. Hij lijkt ook diens gave van alomtegenwoordigheid te bewonderen. “Voor mij is die man een UFO. Ik heb de indruk dat hij 48 uur per dag aan de slag is. Ik ben gefascineerd!”

Ik start met een vraag die je misschien boos zal maken, maar ik heb het gevoel dat radio- en televisiechroniqueurs altijd leuk willen zijn. Hoe slaag je erin om alle dagen humoristisch uit de hoek te komen?

“Zelf probeer ik niet leuk te zijn. Dat wordt mij niet gevraagd. Ik probeer zo natuurlijk mogelijk te blijven. Ik span me in om een verhaal te vertellen dat de luisteraars drie minuten lang boeit: des te beter als het een glimlach op hun lippen tovert. Het is nooit mijn ambitie geweest om humoristisch uit de hoek te komen. Maar inderdaad, de dwang om leuk te zijn is nogal irritant. Vóór alles zijn er te veel chroniqueurs, vind ik, of het nu op de radio of op televisie is. Er is een soort opbod van mensen die hun meningen over alles en nog wat kwijt willen en die tegen elke prijs leuk willen zijn. Voor mij is het een typisch gebrek van ons tijdsgewricht. Tegenwoordig moet je met alles en iedereen kunnen lachen. Een uitzending zonder sneren of 'punchlines' is ondenkbaar. Dat irriteert!”

Dat is onder meer zo voor 'On n'est pas couché', een radio programma op France 2 waar twee journalisten-chroniqueurs hun mening geven over artiesten die ze niet eens goed kennen.

“Dat soort uitzendingen is oppervlakkig. Dergelijke mensen hebben een macht die op weinig berust. Ik haat de uitzending in kwestie overigens, omdat ze zich tot een soort inquisitie heeft ontpopt. Het programmaconcept alleen al lijkt op zich al op een sommatie. Het is geen interview: alles is tegenwoordig gebaseerd op buzz en op het idee dat programma's gefragmenteerd moeten zijn én zo mogelijk 's anderendaags de sociale netwerken moeten halen. Daarom worden ze gegoten in een format waarmee ze op een bepaald moment kunnen ontsloten worden op Facebook, Twitter enzovoort. Volgens mij zouden de media beter zich wat meer bescheidener en vriendelijker mogen opstellen.”

Ik zou me nu willen richten tot de adjunct-hoofdredacteur van Moustique. Ik  hield van Télémoustique en heb de indruk dat de versie van nu een beetje een bazaar is. Daarnaast heb ik de indruk dat zijn vormgeving per se hedendaags moet zijn en voortdurend moet worden veranderd. Je weet op den duur niet meer waar je artikels over muziek of televisie vindt. Bent u zich bewust van die verworsting?

“Maar Moustique is helemaal niet verworst. Integendeel... Ik vermoed dat wat je me daar vertelt, erop wijst dat je een ouwe, trouwe lezer bent. Dan hebt je altijd het gevoel dat alles veranderd is, maar dat is niet zo. We waken er heel nauwlettend over dat de mensen de weg niet kwijt raken. Een en ander is alleen niet gerangschikt zoals vroeger.”

Als groot muziekliefhebber meen ik nochtans dat het niet meer zo eenvoudig is om de rubriek te vinden waar ik bij wijze van spreken de vier platen van de week kan terugvinden...

“We passen op ons weekblad de idee toe dat de cultuur tegenwoordig gemengd en in dialoog is. Vroeger was de cultuurconsumptie heel netjes op orde. Het klopt dat het weekblad de veranderde cultuurconsumptie weerspiegelt. Momenteel is er sprake van kruisbestuivingen als je naar internet, sociale media of zelfs magazines kijkt. Wij proberen die nieuwe, beweeglijkere, minder gerangschikte stand van zaken in de cultuur te weerspiegelen. Maar het patchwork blijft uiteindelijk vrij ordelijk.”

Je antwoord is des te interessanter omdat ik me erdoor bewust van word dat mijn vraag te maken heeft met een andere fenomeen dat misschien typisch is voor mijn generatie: we hebben geen toonaangevende referentiejournalisten meer zoals Piero Kenroll. (Pierre Vermandel, zoals hij echt heet, was een van de eerste Belgische rockjournalisten en tekende in de jaren zeventig en tachtig voor de rubriek 'Pop Hot' in het weekblad, in een tijd dat het nog Télémoustique heette, n.v.d.r.)

“Dat fenomeen bestaat inderdaad niet meer in de pers. Er bestaan geen 'signaturen' meer die een band van vertrouwen scheppen met het publiek. Die invloed is ons ontnomen en is verkast naar het net. Uiteindelijk hebben de mensen ons alleen nodig om verder te kijken dan de waan van de dag. Het probleem is dat iederéén chroniqueur is en dat iederéén zich journalist noemt. Daardoor vervalt het vak. We gaan door een enigszins chaotische periode, maar ik denk dat de toestand zich langzaam maar zeker zal herstellen.”

Een ietwat persoonlijkere vraag: hoe slaag je erin om tegelijk radiochroniqueur, adjunct-hoofdredacteur van een weekblad en romanschrijver te zijn? Hoe slaag je er bovendien in om alle dagen al om 5 uur op te staan.

“Dat is alleen een kwestie van organisatie en discipline. Ik draai bij wijze van spreken ventielen open en dicht. Alle dingen worden geagendeerd. Ik meng zeker geen genres. Daarvoor heb je een zekere discipline nodig, zelfs al vind ik van mezelf dat ik nog niet hard genoeg werk. (Gelach.) Ik heb niet altijd de indruk dat ik werk omdat ik dingen doe waarvan ik al van droomde toen ik klein was. Mijn hobby's zijn mijn job geworden. Ondanks alles vraagt dat wel een flinke dosis energie.”

Wat wordt het volgende project? Een roman?

“Inderdaad. Dat wordt het volgende grote project. Maar ik kan daar voorlopig niet al te veel over kwijt... De roman is nog niet uit, maar ik denk al na over een tweede roman.”

Heb je nog nieuwe plannen op het vlak van theater?

“Ja er staat een toneelstuk voor 2019 op stapel dat zich baseert op conversaties, op, tiens, mensen die over alles een mening hebben. Daarnaast heb ik net een synopsis geschreven die ik nog maar net naar een producer heb gestuurd. Het gaat om een filmadaptatie van mijn toneelstuk ‘Ciao Ciao Bambino’.”

Welke plaat en welk boek zou je naar een verlaten eiland meenemen?

“Het integrale werk van Barbara. Als boek ongetwijfeld 'Het onberaden medelijden' van Stefan Zweig. Het is de enige roman die hij voltooide.”