Nepnieuws: niets nieuws onder de zon?

Communication / News

kayla-velasquez-199343 unsplash fake newsVoor PUB schreven Kris Poté en Emmanuel Goedseels, co-voorzitters van C², de Belgische vereniging van communicatiedeskundigen, een blogpost over fake news.

Nepnieuws : niets nieuws ?

“Fake news” is zopas verkozen tot de opvolger van “Brexit” als internationaal woord van het jaar. Het fenomeen van nepnieuws (onze vertaling van “fake news”) blijkt de wereld te hebben veroverd. Valse informatie verspreiden verpakt als verslaggeving van het nieuws, is als communicatietechniek het medialandschap definitief binnengedrongen. Feiten worden zonder schroom verdraaid en voorgesteld als alternatieve feiten (of “alternative facts”). We geven alvast enkele beschouwingen mee.

Nepnieuws bestaat vandaag in alle geuren en kleuren. Schrijvers van nepnieuws hebben niet de meest nobele bedoelingen : zij willen om één of andere reden misleiden. En ze zijn met velen. Heel wat websites en sociale media gaan bewust nepnieuws gebruiken, zij het als parodie -denk aan een website zoals “Nordpresse”- of als reclame, om consumenten naar een webpagina te lokken met één onmiddellijke “klik”. Politiek wordt nepnieuws dan weer gebruikt om het eigen grote gelijk te bewijzen of een tegenstander te doen zwijgen. Facebook en Twitter zijn het forum bij uitstek van nepnieuws geworden. Lees er maar even alle commentaren en meningen op na over de mogelijke onafhankelijkheidsverklaring van Catalonië. “Quot homines, tot sententiae”.

We zien dat de traditionele media op zijn minst ongemakkelijk omgaan met nepnieuws. Feiten checken, staat plots weer hoog op het verlanglijstje van journalisten. Nu zijn er warempel aparte rubrieken in de kranten met als thema “factchecking”, iets wat vroeger als normaal werd geacht in een kwaliteitsartikel. En de nieuwe sociale media proberen hiermee vrolijk mee te doen, weliswaar wellicht om zich te vergoelijken voor het vele nepnieuws op hun kanalen. Ook zij startten onlangs campagnes waarbij ze hun lezers/gebruikers adviezen voorschotelen over hoe ze het binnenkomende nieuws kunnen nagaan op “echtheid” : andere bronnen bevragen, kritische vragen stellen, data nagaan, enzovoort. Allemaal basistechnieken die kandidaat journalisten aangeleerd krijgen tijdens hun opleiding. Overigens, volgens mediakenner en Harvard onderzoeker Greg Piechota gaan de inspanningen van onder meer Facebook om nepnieuws te herkennen en te bestrijden, niet veel helpen. Daar zijn meer drastische ingrepen voor nodig.

Zijn het Internet of nieuwe communicatietechnologieën dan de oorzaak van de veelvuldige verspreiding van nepnieuws? Niet echt. Spelen met feiten maakt inherent deel uit van nieuws maken. Denken we maar aan de landing van de marsmannetjes, op de radio gebracht door Orson Welles in … 1938, jawel. Of de reportage “Bye Bye Belgium” over de zogezegde Vlaamse onafhankelijkheid op de RTBf. Ook “urban legends” en “broodje aap”- verhalen zijn al langer gekend. Sociale media hebben het fenomeen van nepnieuws aan een waanzinnig tempo versneld, en een veel groter bereik gegeven. Bovenal hebben sociale media de berichtvoering 24 uur op 24 opengesteld voor het grote publiek, zodat iedereen permanent zijn mening of pseudo-waarheid kan propageren alsof het de enige waarheid is. Deontologische codes voor journalisten zijn daarbij volstrekt niet aan de orde.

Iedereen journalist dan maar? Blijkbaar wel. Voor beroepsjournalisten is dit niet eenvoudig om mee om te gaan. Ook zij hebben zich aangepast aan de realiteit van sociale media, maar zien zich daar plots geconfronteerd met “miljoenen” nieuwe zelfverklaarde journalisten uit de hele wereld. Volgens recent internationaal onderzoek is de geloofwaardigheid van traditionele media bij het grote publiek gedaald tot 43%, met nogal wat verschillen van land tot land (in Turkije is dat amper 25%). Met andere woorden : minder dan de helft van de lezers gelooft de journalist van zijn eigen krant of weekblad nog…

Nepnieuws is niet enkel een bedreiging voor het journalistenberoep, maar voor heel de maatschappij. Mensen vormen zich een mening door wat zij lezen, en hebben het moeilijk om onderscheid te maken tussen echt nieuws en nepnieuws, tussen een mening en een feit. Burgers die foutief geïnformeerd worden of om de tuin geleid worden door de media, gaan anders reageren, anders stemmen, andere meningen verkondigen en zelfs anders kopen. Want ook de bedrijven schuwen nepnieuws niet om hun goederen en diensten te verkopen. Het bedrijf achter Carambar, het bekende Franse snoepje, lanceerde een ongeloofelijke “buzz” met de melding dat er voortaan geen (flauwe) grapjes meer zouden staan op de rug van de verpakking. Dit leidde onder meer tot een petitie op sociale media om de grapjes te redden en te behouden. Eigenlijk ging het om een publiciteitsstunt om de verkoop van Carambars aan te zwengelen. De meeste mensen waren er niets vermoedend ingetuind. Door het bos van berichten ziet het grote publiek de bomen van de feiten niet meer. Dat is ondertussen wel heel duidelijk geworden.

Bedrijven, politici, journalisten, bloggers, uitgevers en schrijvers allerhande doen er dus goed aan om zich voortdurend vragen te stellen bij nepnieuws. Nepnieuws begint bij hen, en er mag van het grote publiek niet verwacht worden dat het alle berichtgeving scrupuleus nagaat op werkelijkheid. Dat zou een te makkelijk excuus zijn. “De waarheid en niets dan de waarheid” : dat zweren we nog altijd voor de rechtbank. Dat mag in de communicatiestiel zeker ook zo zijn. En God moet daarbij niet eens helpen…

Kris Poté en Emmanuel Goedseels zijn co-voorzitters van C², de Belgische vereniging van communicatiedeskundigen (zie ook www.prsummit.be).