“Neven, geen concurrenten”

Vertaalde artikels

Voor neven Benoît en Alexandre De Saedeleer lag er niet meer dan een dunne lijn tussen het hockeyveld en de communicatiewereld. Tegenwoordig is de eerste verantwoordelijk voor strategie en innovatie bij Altavia ACT. De tweede, ongeveer zo’n tien jaar jonger, is CEO bij Tapptic. Wat ze gemeen hebben is dat ze allebei buitengewoon veeleisend zijn.  - Frédéric Vandecasserie

Hoe zijn jullie geraakt waar jullie nu staan?

Alexandre: Ik ben gestart bij een bedrijf dat sportvelden aanlegde. Daarna heb ik een beetje rondgehangen bij Tapptic. Tegelijkertijd speelde ik ook hockey op internationaal niveau. Ik kreeg zelfs de kans om naar de Olympische Spelen te gaan. In 2008 ging ik naar Peking en in 2012 naar Londen. Daarnaast deed ik mee aan twee Europese kampioenschappen en een wereldkampioenschap. Ik had ongetwijfeld een professionele speler kunnen worden, maar ik was geen internationale ster. Ik moest op een gegeven moment kiezen en dus koos ik voor het einde van mijn sportcarrière. Daarna ben ik voltijds beginnen werken voor Tapptic. Dat was voor mij heel mooie kans, en zo groeide ik tot CEO. Niet elk bedrijf zou me die kans hebben gegeven … 

Benoît: Ik speel ook hockey, maar bijlange niet op hetzelfde niveau. Al kan ik mijn mannetje staan! Maar de weg die ik afgelegd heb is ‘klassieker’. Communicatie, advies, creatie… Het bracht me tot de functie van hoofd strategie bij Altavia ACT. Daarna lanceerde ik mijn eigen strategische ‘hot shop’, gefocust op gedragswetenschappen en retail: Fast & Slow.

Wie familie zegt, zegt vaak concurrentie. Misschien meer dan elders. Voelen jullie dit ook zo aan?

Benoît: Eigenlijk is er geen concurrentie tussen ons op zakelijk vlak. Onze activiteiten en actiegebieden zijn daarvoor veel te verschillend. Bovendien zou de situatie misschien anders geweest zijn als we broers waren geweest. Als neven zien we elkaar minder vaak. We praten ook niet enkel over het werk. Laat ons zeggen dat onze gesprekken voor 50% over het werk gaan en voor 50% over hockey en familie! Ah, we hebben trouwens wel al gehockeyd tegen elkaar.

Alexandre: Onze bedrijven kruisen elkaar eigenlijk niet vaak op pitches. En zelfs als dat zou gebeuren, dan nog is de kans klein dat Benoît en ik er in levende lijve zijn.

Benoît: Toch is het, al komt het weinig voor, niet ongezond om te concurreren met familie. Het is leuker om te ‘strijden’ tegen mensen die je kent. 

Vragen jullie elkaar soms om raad en advies?

 

Alexandre: Ja! Soms denk ik dat het feit dat we elkaar niet als concurrenten zien ons helpt om meningen met elkaar uit te wisselen. Dat is een kostbaar iets.

Benoît: We hebben allebei een beroep waarin sterk de nadruk wordt gelegd op samenwerking. Naar elkaar doorverwijzen past in die logica. 

Alexandre: Bovendien kan je ook elkaars diensten aanbevelen aan klanten. Iemand goed doorverwijzen zorgt voor een mooie relatie tussen alle partijen en zal automatisch de klantrelatie verbeteren.

Benoît: Als ik bijvoorbeeld in de knoop lig met een online gebruikerservaring, dan zal het voor mij logisch zijn om te rade te gaan bij iemand die ik goed ken en volledig vertrouw. En dan heb ik het natuurlijk over Alexandre.

 

Een sport op zo’n hoog niveau uitoefenen, draagt dat bij tot het dagelijkse werkleven?

 

Alexandre: Op professioneel niveau spelen vereist wel wat. We kweken daardoor ongetwijfeld meer een ‘het kan altijd beter’-mentaliteit. Dat is ook een goede filosofie om het vertrouwen van klanten te winnen en te behouden. Helaas beschikt niet iedereen over die gedachtegang en tonen veel mensen zich veel te snel tevreden. Dat terwijl dat kleine tikkeltje meer het verschil kan maken. Dat ik zo redeneer, heeft volgens mij met mijn sportverleden te maken. Dit is trouwens ook belangrijk in het runnen van een bedrijf. De uitdaging is: die mentaliteit ook inburgeren op het werk, zodat iedereen in harmonie kan evolueren. 
Benoît: Hoewel ik niet op hetzelfde niveau gesport heb, ben ik even veeleisend als Alexandre. Misschien is het wel een familietrekje?

 

Wat als… de familie mocht kiezen? Wordt het dan sport of toch voor zakendoen?

Alexandre: Bij mij kiezen ze zeker voor sport. Mijn vader heeft hockey gespeeld op de Olympische Spelen van Munchen, in 1972. Het maakt me trots dat ik een beetje in zijn voetsporen kan treden.  
Benoît: Bij ons hebben we nooit echt een van de twee vooropgesteld. Hard werken en moeite doen zijn hoe dan ook ingebakken.