Nieuwsmedia zoeken nieuwe inkomstenbronnen

Vertaalde artikels

Media / Journalistiek op zoek naar alternatieve financiering
·        De wereld veranderde, de journalistiek verandert mee.
·        Journalisten moeten leren samen te werken met niet-journalisten.
·        Crowdfunding en alternatieve financiering moeten de toekomst van onderzoeksjournalistiek veiligstellen.
·        Het lezerspubliek wordt een gemeenschap en daar kunnen media en adverteerders hun voordeel mee doen.

Wat kan de Europese media- en uitgeefwereld leren van de niet-commerciële journalistiek? Dat was het uitgangspunt van de conferentie "Creative Funding for Creative Media". Kunnen klassieke media nieuwe inkomstenbronnen aanboren naast de klassieke inkomsten uit advertenties en verkoop?

De inkomsten van kranten en magazines gaan erop achteruit. Minder advertenties, eventueel een kleinere lezersgroep: er waren leukere periodes, al heeft bijvoorbeeld de magazinewereld in eerste instantie een perceptieprobleem, zoals recent bleek tijdens een rondetafelgesprek in PUB. Die evolutie heeft meerdere gevolgen, onder meer voor speciale projecten zoals onderzoeksjournalistiek die tijd en middelen vergen en het voortbestaan van bladen op langere termijn. Michael Mannes van de Amerikaanse Knight Foundation rekende het de aanwezigen van "Creative Funding for Creative Media" even voor: rekening houdend met de inflatie, zijn de reclame-inkomsten van Amerikaanse kranten teruggevallen tot het niveau van 1950. Je kunt het ook op een positieve manier bekijken. Zoals Patrice Schneider, chief strategy officer van het Zwitserse Media Development Loan Fund, het stelde: “Creative media vormen een kans, creative funding een uitdaging.”

Onderzoek naar rellen
Sociale media veranderden het aanzien van de wereld, ook die van de journalistieke wereld. Paul Lewis, journalist bij de Britse krant The Guardian, deed uit de doeken hoe zijn krant de rellen van augustus 2011 versloeg met de medewerking van gebruikers van sociale media en hoe hij met de hulp van academische onderzoekers en externe financiering een analyse maakte van het waarom van deze rellen. The Guardian zet in op samenwerking met niet-journalisten en volgens Paul Lewis is dat het actuele model van een krant. “Iedereen met een smartphone kan beelden schieten en daarover communiceren, we moeten ons daaraan aanpassen,” zegt hij daarover. “We kregen beelden door van een brandende auto in Tottenham. Daar lieten we onze journalistieke reflex op los. We vroegen via sociale media of iemand wist waar dat precies was. Wat de naam van de straat was, hoe laat die auto aan het branden was, enzovoort. We maakten gewoon gebruik van de beschikbare technologieën. En we kwamen berichten op het spoor die aanstokers rondstuurden en die duidelijk niet voor journalisten of politiemensen waren bedoeld.”
The Guardian ging nog een stap verder en wou op zoek gaan naar de redenen waarom deze rellen de kans kregen om zo uit te deinen. Daarvoor werkte de krant samen met de London School of Economics en wist het externe financiering binnen te halen, van stichtingen en ook van de BBC, om honderden mensen te interviewen: relschoppers, politiemensen, slachtoffers en advocaten. Daarnaast werden beelden en (meer dan twee miljoen) twitterberichten geanalyseerd. Zo kwam de krant te weten dat er voorafgaand aan de rellen al spanningen bestonden tussen bepaalde bevolkingsgroepen en de politie. Dat de politie in betwiste omstandigheden een 29-jarige man had doodgeschoten, was niet meer dan een sein om tot gewelddadigheden over te gaan, onder het motto ‘wraak’. Dat onderzoek (en de daaropvolgende berichtgeving) had The Guardian nooit met eigen middelen kunnen financieren.

Giften en fondsen
Tijdens de studiedag werd heel veel gesproken over giften en fondsen die onderzoeksjournalistiek en nieuwe vormen van journalistiek steunen, zowel in ontwikkelingslanden als in landen met een mature uitgeefwereld. Befaamd is de Knight Foundation dat in de Verenigde Staten projecten rond journalistiek en media-innovatie steunt. Een soort grote broer van het Vlaamse Fonds Pascal Decroos, maar dan een heel grote broer die behalve journalistiek ook kunst en allerhande community’s steunt. De Knight Foundation evolueerde van een fondswerking naar die van financier, facilitator en ‘futurizer’, een instantie die naar de langere termijn kijkt. Michael Mannes, vicepresident van de Knight Foundation, haalde het voorbeeld aan van de door de stichting gesteunde The Texas Tribune, een website die zich enkel focust op politiek en overheidszaken. Gaandeweg nam de website de nieuwsbrief Texas Weekly over en tekende een overeenkomt met The New York Times. Die krant plubiceert nu op vaste momenten een pagina over Texas die wordt aangeleverd door The Texas Tribune. Op die manier werd The Texas Tribune een stevig mediamerk en vorig jaar verdievoudigde de omzet van events tot bijna dertig procent van de inkomsten. In 2012 zal The Texas Tribune wellicht winstgevend zijn.

Brand en belastingen
Uit Europa zelf kwamen andere voorbeelden. In Spanje, de enige lidstaat van de Europese Unie zonder wet op het recht op informatie, coördineerde de Fundacion Ciodadanda Civio een crowdfundingproject dat de (vaak aangestoken) bosbranden in kaart bracht. Een ander project ging over de besteding van het Spaanse belastinggeld.
Een aan het Fonds Pascal Decroos verwante werking heeft het Britse Bureau of Investigative Journalism, dat onderzoeksjournalistiek aanmoedigt en duurzame financiering van onderzoeksjournalistiek nastreeft. Het bureau realiseerde al projecten in samenwerking met de BBC, The Independent, The Guardian, Financial Times, Al Jazeera en Channel 4 News en beheert ook een eigen website. Maar het verschil met de Verenigde Staten, waar een lange traditie van filantropie bestaat, is groot, zo vindt de deputy director van het bureau, Rachel Oldroyd. Het Bureau of Investigative Journalism heeft de steun van het David & Elaine Potter Foundation, maar is uniek in het Verenigd Koninkrijk, terwijl in de Verenigde Staten ongeveer 75 gelijkaardige organisaties bestaan.
Een bekende vorm van financiering is de coöperatie. Voor De Morgen bracht dat op langere termijn geen soelaas, in Berlijn wist de krant TAZ sinds 1979 al meer dan 12.000 coöperanten aan zich te binden. Ook in België is crowdfunding een alledaags begrip geworden. Eén van de pioniers is SonicAngel, dat intussen enkele broertjes en zusjes kreeg: FilmAngel, FashionAngel en - nieuw - Angel.me. Mediaprojecten zouden een plaats kunnen krijgen in die nieuwste telg van mede-oprichter en ceo Bart Becksen de zijnen. Het succes van SonicAngel met Tom Dice leerde dat deze ‘andere’ vorm van financiering alvast kans op slagen heeft.

Wat hebben we geleerd?
Welke lessen kan de uitgeefwereld trekken uit deze voorbeelden? Die vraag sloot de eerste dag van "Creative Funding for Creative Media" af en dat thema werd in workshops uitgediept tijdens het tweede deel van de studiedag de daaropvolgende ochtend. Wouter Bax, hoofdredacteur van NU.nl (Sanoma Digital, Nederland) zag bevestigd dat elk mediabedrijf voortdurend moet innoveren: “De toekomst zal nooit meer dezelfde zijn, maar journalistiek zal altijd een beroep blijven. De omgeving zal veranderen, je moet jezelf voortdurend herdefiniëren.”
Bij de Zweedse Fria Tidningar heeft men dat al langer begrepen. Daar heeft men met Victoria Rixer iemand in huis die verantwoordelijk is voor fundraising, supporter relations en events. “Er is behoefte aan financiering en om daaraan te voldoen, moet je heel verscheiden vormen van financiering aanboren,” zegt ze met Zweedse nuchterheid. En Peter Littger van de King Edward VII British-German Foundation onthield uit het verhaal van Paul Lewis dat journalisten zullen moeten leren om samen te werken met niet-journalisten. “Misschien zal algemeen nieuws verdwijnen, journalistiek verschuift van productie naar dienstverlening. En dat moet op een andere manier worden gemanaged.”
Mario Tedeschini-Lalli, bij het Italiaanse L’Espresso verantwoordelijk voor innovatie en ontwikkeling, heeft een journalistiek verleden en is nu een van die ‘nieuwe’ managers. “Crowdfunding is niet zo evident, we zijn dat nog niet gewend,” erkent hij. “We proberen wel al samen te werken met partners voor heel specifieke projecten. We weten niet hoe de toekomst er uitziet. We zullen een toekomst voor de journalistiek moeten vinden en tezelfdertijd de financiële middelen daarvoor. Maar opgelet: nieuwe inkomsten voor een ongewijzigd product, dat lukt natuurlijk niet. Ook het product moet veranderen.”

Publiek wordt gemeenschap
Duidelijk is dat voor media die met hun tijd meegaan, het ‘publiek’ niet meer bestaat. Het gaat om een ‘community’, een gemeenschap – al blijven de inkomsten uit advertenties vooralsnog gekoppeld aan het publieksbereik. Die gemeenschap kan informatie aandragen (in tekst of beeld), het merk uitdragen of rechtstreeks of onrechtstreeks financieren. De analyse van data binnen die gemeenschap wordt belangrijker, het beroep van ‘data-antropoloog’ wordt hét beroep van de toekomst. Het worden spannende tijden, of wisten we dat al?

Hoogdagen
Met meer dan 4.500 aanwezigen en 17 conferenties en workshops zijn de Creative Media Days hoogdagen voor wie zich bezighoudt met media en ICT. De editie 2012, opnieuw gecoördineerd door iMinds (het vroegere IBBT) vond plaats van 6 tot en met 8 november in Gent en van 12 tot en met 15 november in Brussel. Future Media Lab is een denktank binnen de EMMA, de European Magazine Media Association, die 15.000 uitgevers en 50.000 titels vertegenwoordigt. In Gent tekende Future Media Lab voor een ontdubbelde activiteit: een conferentie op 6 november en workshops op 7 november. De volgende editie van Future Media Lab vindt plaats op 19 februari 2013 in Brussel.