ZET DAT LOGO MAAR WAT LUIDER

We zijn met zijn allen in de audiobranding gevlogen, want de toekomst is vocaal, of zoiets. Interessant om te zien hoeveel seminaries, salons en experten er dan opeens bestaan. De pessimist in mij vreest dan dat hetzelfde zal gebeuren met audio dan met alles wat plots tot hype wordt verheven: te veel opportunisme en te weinig liefde. Veel van wat ik lees over de merken die de klokken hebben horen luiden, zijn een mix van strategische zelfverlekkerdheid en naamgedrop. Grammy-genomineerde artiesten die samenwerken met de London Symphony Orchestra om te bevallen van vier noten en een case lm, waarmee de PR-per- soon dan aan de slag gaat om de hele marketingwereld FOMO-puisten te bezorgen.

Maar pessimisme is niet van deze tijd, dus:

We zijn met zijn allen in de audiobranding gevlogen, en dat is formidabel nieuws. Audiobranding is opwindend, want het is een heel complete denkoefening. Big Ben heeft genoeg aan zijn acht noten om Big Ben te zijn, maar merken willen niet enkel herkend worden maar ook liefde krijgen en producten verkopen. Dus ze moeten verder gaan dan een audiologo of een muzikaal universum. Herkenbaarheid komt ook van taalgebruik, humeur, toon, de klank van een stem, het discours. Een merk dat zich aan audiocontent waagt moet nadenken over hoe het voelt om met zijn publiek te carpoolen of samen op een trein naar de zee te zitten zonder boek. Is het narcistisch, gênant, plezant of interessant? Om de doelgroep ‘young urban explorers’ in beelden aan te spreken kan je bij Getty terecht, maar om ze via hun oortjes te verlei- den, moeten je iets te vertellen hebben. De optimist in mij gelooft dat audio-denken alle communicatie ten goede kan komen. Wie weet hebben we straks weer kandidaat-copywriters.

Paul Wauters

hoorspelschrijver en occasionele reclamemaker