Op vrijdag 16 maart vond aan PXL Hasselt een ontmoetingsdag plats voor alle lectoren die lesgeven in een opleiding communicatiemanagement. 120 lectoren van Thomas More, AP, Artevelde Hogeschool, Howest, Erasmus Hogeschool Brussel en Hogeschool PXL Hasselt namen hieraan deel. Het doel: ervaringsuitwisseling, uiteraard. Maar in de namiddag was er ook een rondetafelgesprek. Het onderwerp van dat gesprek: Wat moeten studenten Communicatiemanagement kennen én kunnen als ze afgestudeerd zijn? Aan het gesprek namen deel: Eric Goubin (hoofdlector en senior researcher aan Thomas More University College en actief binnen Kortom), Peter Op de Beeck (ODB Communicatie en Vonk, netwerk voor interne communicatie), Johan Vandepoel (ceo van Association of Communication Companies, ACC), Werner De Smet (oprichter en ceo van Oona), Bruno Leyssens (partner en hoofd van de pr-afdeling van RCA Group en tevens lid van C²), Annelies De Witte (business manager bij Secretary Plus) en Cherly Freson (stafmedewerker belangenbehartiging bedrijfsleven-onderwijs bij Voka - Kamer van Koophandel Limburg). Het gesprek werd gemodereerd door Herve Van de Weyer (opleidingshoofd Communicatiemanagement Hogeschool PXL) en Wim De Mont (PUB Magazine).
ACC Belgium deed vorig jaar een onderzoek bij hun leden, met name bij stage-begeleiders, naar hun tevredenheid over stagiairs en stelde de vraag of hun verwachtingen matchen met het leerpakket van de stagiairs. De organisatie ging ervan uit dat er nogal wat issues zouden opduiken die men dan met de scholen zou kunnen bespreken, maar dit bleek niet echt het geval te zijn. Voor docenten is het aangenaam om vast te stellen dat stageplaatsen tevreden zijn. Wil dat zeggen dat ze de perfecte studenten afleveren? Dat men de perfecte opleiding aanbiedt? Wellicht niet, alles kan beter! Het volledige panelgesprek kunt u (opnieuw) bekijken via de link hieronder, we pikken er alvast enkele interessante gedachten uit.
Zo was de eerste vraag, aan elk van de panelleden, wat de dingen zijn waar men écht op let als men een junior (lees: een net afgestudeerde) aanneemt. Daar kwamen enkele heel duidelijke stellingen uit. Zoals: het belang van talen (Nederlands natuurlijk, maar ook Frans en beeldtaal, suggereerde Eric Goubin), het belang van mee-zijn met sociale media, de nodige assertiviteit, het in functie van doelgroepen kunnen werken, het leervermogen, de passie voor communicatie en media (zoals Bruno Leyssens benadrukte) en tot slot ook creativiteit. Johan Vandepoel draaide de vraag om. In samenwerking met Trendwolves werd aan jonge bureaumedewerkers gevraagd wat ze zelf als hun troeven zagen. Een diploma stond onderaan de lijst van troeven. Door die jongeren werd ervaring (via stages), persoonlijkheid, enthousiasme en nieuwsgierigheid veel hoger ingeschat. Peter Op de Beeck speelde daarop in door de drie R'en naar voren te schuiven: realisatie, reputatie en regie. Jonge afgestudeerden moeten de uitvoering van een bepaald job op zich kunnen nemen, inclusief netwerking en het kunnen werken in een team. Ze moeten voldoende kritisch zijn en ze moeten over een voldoende groot empathisch vermogen beschikken, om de link te leggen tussen emotie (campagnes op korte termijn) en ratio (lange termijn).
In de loop van het gesprek kwam de vraag naar taalbeheersing, met daarbij absoluut de kennis van het Frans, diverse keren terug. Maar ook de leadership skills - Werner De Smet huivert overigens bij het begrip 'soft skills'. Al heeft een bureau uiteraard altijd behoefte aan generalisten en aan specialisten. Hoe leren studenten hun talenten ontdekken? Welke coaching is mogelijk (vraagt Annelies De Witte zich af)? Er werd alvast gepleit om te onderzoeken of ook tweedejaars geen (kortere) stage kunnen doen in bureaus: voor bepaalde kortlopende opdrachten, zoals een brand review, is er zeker wat mogelijk. Daar kon Cherly Freson zich zeker in vinden: hoe vroeger studenten proeven van het werkterrein, hoe beter. Opmerkelijk: Eric Goubin pleitte ervoor om niet te veel te verwachten van studenten, maar studenten ook zeker niet te onderschatten.
Een belangrijk punt is natuurlijk de diversiteit: willen bureaus aansluiting vinden bij alle geledingen binnen de maatschappij, dan is diversiteit op de werkvloer nodig en op dit moment stromen (te) weinig mensen met een migratie-achtergrond door naar bureaus. Hoe kan dat beter?
Tot zover het panelgesprek. Terzijde: PUB probeert zelf ook informatie aan te bieden die voor studenten en docenten communicatie interessant en nuttig is. Naast de bestaande DIGIPUB- en FULLPUB-formules bestaat er daarom een “IP-abonnement”, waarbij alle studenten en docenten van een communicatie-opleiding full access krijgen tot de online inhoud van PUB (website en magazine). Daarnaast houdt dit specifieke abonnement een aantal papieren exemplaren van het magazine in (voor bibliotheek en/of docenten); alle informatie is te verkrijgen via abonnement@pub.be.