Propaganda 2.0

Communication / Media / News

fake news elijah-o-donnell-603766-unsplashDe voorbije verkiezingen worden nu platgeanalyseerd door politici en Wetstraat-journalisten. Als communicatiedeskundigen hebben we zeker één ding geleerd: propaganda is terug. Dat is een vorm van communicatie waarbij door een belanghebbende partij wordt geprobeerd om aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen door het bewust verspreiden van eenzijdige en verzonnen informatie, vindt Kris Poté, voorzitter C² (de Belgische vereniging van communicatiedeskundigen en -bureaus). Gaat er een belletje rinkelen bij de kiezers?

KRIS POTE

KRIS POTE


Meestal associëren we propaganda met dictatoriale regimes, vandaag bijvoorbeeld nog in Noord-Korea.  Propaganda heeft dus een uitgesproken negatieve connotatie. En wat constateren we ? Dat propaganda in zijn zuiverste vorm een tweede leven krijgt op sociale media en op het internet. Waar propaganda het vroeger moest hebben van een door een regime gecontroleerde pers, ligt die nu in het handbereik van iedereen op de laptop of smartphone.  De proliferatie van technologie heeft van propaganda een populair communicatie-instrument gemaakt. Geen wonder dat politieke partijen volop in deze technologie investeren en de algoritmen van sociale media gaan gebruiken. Dit is niet noodzakelijkerwijze een goede evolutie. Waarom ?
Veel meer - al dan niet malafide - organisaties hebben nu een panoplie aan propaganda-instrumenten ter beschikking. Een veel gebruikte Engelse uitdrukking zegt : “On the Internet everyone is a dog”. Iedere gebruiker van sociale media kan zich voordoen zoals hij zou willen dat anderen hem of haar zien, en niet zoals de persoon werkelijk is. Dit geeft aanleiding tot verkeerde interpretaties. Propaganda is immers een vorm van communicatie die enkel het belang van de 'zender' vooropstelt, en niet die van de 'ontvanger'. Die 'ontvanger' moet enkel misleid of verkeerd geïnformeerd worden. En bedrijven zoals Facebook of Twitter leggen daarbij niks in de weg, in tegendeel, ze faciliteren het alleen maar. Het excuus is dat zij claimen technologieplatformen te zijn, en geen uitgevers. Dat klopt niet helemaal. Vraag dat maar eens aan onze Vlaamse uitgevers die kreunen onder allerhande wetgeving.
Technologie reikt heel veel mogelijkheden aan om propagandamateriaal te versterken. Beelden, en zeker bewegende beelden, zijn sterker dan woorden alleen. Bovendien bieden de algoritmen van de Big Techs  heel wat technieken om verkeerde boodschappen gerichter door te sturen, en de beïnvloeding van bepaalde doelgroepen te versterken of te bestendigen. Allemaal goed en wel voor neutrale boodschappen of op de feiten getoetste boodschappen, maar niet om aan indoctrinatie te doen. Het krachtige van deze geraffineerde algoritmen is dat de 'ontvanger' nepnieuws niet meer van “echt” nieuws kan onderscheiden. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. We worstelen als maatschappij en als communicatiedeskundigen met termen als politiek correcte communicatie, en weten er geen blijf mee.
Propaganda beperkt zich overigens niet tot politieke partijen en overheden, ook privébedrijven maken er gebruik van. Dat is eveneens een tendens. Bedrijven lobbyen om 'onderhuids' een zo goed mogelijk imago te creëren op sociale media, met betaalde influencersen met betaalde campagnes. Kon dat vroeger niet met reclame ? Natuurlijk wel, maar de technologie heeft een breder instrumentarium aangereikt om dit veel verfijnder en sluikser te doen. Gemanipuleerd worden zonder het te beseffen : dat heet propaganda 2.0. Ongetwijfeld heeft dit fenomeen een belangrijke rol gespeeld bij de keuze van sommige kiezers op 25 mei...