Stemmen of niet?
Tussen twee verkiezingen in zijn er vaak veel opinie- en intentiepeilingen. En wanneer de verkiezingsperiode aanbreekt, vermenigvuldigen ze zich als broden! Naargelang de resultaten passen communicatiespecialisten en politiekers hun communicatie aan. Maar kunnen ze die echt vertrouwen? - Astrid Jansen
Polls worden bekritiseerd op hun betrouwbaarheid en worden ervan verdacht dat ze het publieke debat beïnvloeden, en toch wordt er naar uitgekeken. « Wanneer een peiling naar buiten komt, storten de politiekers en media zich erop. Hoewel ze soms sceptisch lijken, geloven ze er erg in! Zelfs al beweren ze het tegenovergestelde. » Dat zegt Marc Jacquemain, vice-decaan van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de ULG. Partijen gebruiken, afhankelijk van hun middelen, soms polls voor privégebruik. « Maar het zijn de media die er het meest van houden. Ze willen hun lezers informeren. Ze gebruiken ze als marketingtools, » voegt Jean-Michel Lebrun, client service director bij Ipsos, daaraan toe.
De werkelijkheid ligt « ergens tussen de twee »
De theorie achter peilingen is erg krachtig wanneer je een puur willekeurig monster bouwt. « Je moet de namen hebben van alle volwassen inwoners van een land en hen willekeurig selecteren en ervan uitgaan dat iedereen antwoordt, wat nooit gebeurt, » legt Marc Jacquemain uit. Vroeger kon de telefoongids dienen voor het benaderen van de bevolking, maar dat is niet langer het geval. Hoe doen onderzoeksinstituten dit nu? « Met andere methodes, zoals quota. Ze reproduceren het percentage vrouwen, ouderen, jongeren enzovoort en maken zo een miniatuurrepresentatie van de bevolking. » Drie manieren van verzamelen worden vaak gebruikt in België. Zo is er de face-to-face, die sinds 2007 niet meer gebruikt wordt voor intentiepeilingen. Daarnaast heb je de telefonische bevragingen, die iets goedkoper en sneller zijn, maar… niet iedereen heeft een telefoon! Ten slotte heb je ook de online bevraging. Vanzelfsprekend zijn de personen zonder internetverbinding helemaal niet vertegenwoordigd. Instituut TNS, dat werkt voor de VRT, De Standaard en de RTBF, meet tweemaal per jaar stemintenties via de telefoon. « Bij Ipsos vergelijken we hun scores met onze online scores, » legt Jean-Michel Lebrun uit. « In Vlaanderen zijn de scores van de NVA en het Vlaams Belang online stelselmatig meer uitgesproken. » Binnenkort zullen we vergelijkbare trends waarnemen bij de Franstalige kant, aangezien de RTBF beslist heeft om niet langer samen te werken met Dedicated Research, maar met TNS. « Online drukken mensen zich extremer uit. Bij een telefonisch interview geven we maatschappelijk aanvaardbaardere antwoorden, » gaat Jean-Michel Lebrun voort. « In Wallonië zullen de beweeglijke keizers via de telefoon voor Ecolo kiezen en online voor PTB. De realiteit zal ergens tussen de twee liggen. »
Een polaroid van publieke opinie
In België is het politieke landschap verdeeld. Soms kan het instituut niet beslissen. Neem nu het voorbeeld van Donald Trump. De peilingen konden niet stabiliseren omdat het ‘too close to call’ was. De instituten hebben geen fouten gemaakt, zoals de pers berichtte. Hillary Clinton behaalde effectief twee miljoen stemmen meer dan haar tegenstander. « Journalisten doen niet altijd de moeite om te zeggen dat een resultaat niet significant is. Van de 1000 mensen is een variatie van 2% niet interpreteerbaar, » zegt Marc Dumoulin, managing director van Dedicated Research. « De scores waren zo nipt dat ze gemakkelijk van de ene kant naar de andere kant konden hellen, » voegt Pierre Vercauteren toe, politicoloog aan de UCL Mons. « In peilingen ligt het aantal onbesliste en niet-respondenten vaak rond de 15%, en dat kan het verschil maken! Dit aandeel komt pas in de 24 uur voor de stemmingsprocedure vast te liggen. En dan vertellen mensen nog steeds niet altijd de waarheid. » Wanneer er een enquête gehouden wordt, is natuurlijk geweten voor welke partij burgers op dat moment willen stemmen. « Hoe verder de poll bij de verkiezingen ligt, hoe waarschijnlijker dat die ver verwijderd ligt van het werkelijke resultaat, » gaat Pierre Vercauteren voort. « Hoewel enquêtes over een lange tijd een zekere tendens kunnen weergeven, zijn we dan niet geneigd om er zodanig gehypnotiseerd door te worden dat we schommelingen die zich in de aanloop van de verkiezingen kunnen voordoen niet meer zien? »
Het betrouwbaarheidsinterval
Elk cijfer begint zich binnen een betrouwbaarheidsinterval dat de mate van nauwkeurigheid van de enquête aangeeft. « In onze laatste enquête voor Wallonië hebben we Ecolo op 12,7% gezet. Dat cijfer is niet precies, maar we kunnen wel met een zekerheid van 95% zeggen dat het schommelt tussen de 10,5 en 14,9. Een betrouwbaarheidsinterval publiceren is geen grote trekpleister, daarom focust de media zich op het exacte cijfer. Maar in hun analyse hebben ze er belang bij om te zien of deze intervallen overlappen of niet. Wanneer dat het geval is, is er geen verschil tussen twee partijen. » Ook moet rekening gehouden worden met de context. Afgelopen juni voerde Dedicated Research een stuwkracht voor PTB aan. « In die tijd hebben de Nethys-zaak en die van Samu Social de PS enorm geraakt. Het resultaat van PTB zou vandaag niet hetzelfde zijn. Wanneer een peiling op een zeer belangrijk moment voor de maatschappij wordt gedaan, kan dat de meningen beïnvloeden, » legt Marc Dumoulin uit.
Het belang van peilingen bij politieke analyse
De wereld is verzadigd door enquêtes en cijfers. Voor Pierre Vercauteren « zijn peilingen nuttig wanneer met enige regelmaat worden uitgevoerd, maar niet te dicht op elkaar. Wat zinvol is: driemaandelijkse of halfjaarlijkse enquêtes die geïnterpreteerd worden volgens de analyse van dezelfde peilingen van drie of zes maanden eerder. Maar de gestelde vragen maken het niet altijd mogelijk om de poolshoogte van de publieke opinie met voldoende nuance te nemen. » In dit opzicht werd een bijzonder uitgebreid onderzoek gevoerd door Science Po Paris tijdens Franse verkiezingen aan de hand van een grote steekproef (70.000 personen), die werd aangevuld met groepsgespekken. Ten slotte moeten we begrijpen van de peilingen doen: ze rapporteren een momentopname die ongetwijfeld snel verouderd is, vooral tijdens de verkiezingen wanneer partijen de kiezers proberen te verleiden. Peilingen voorstellen de resultaten van een verkiezing niet, maar tonen trends en dynamieken.