{Opinie}Thierry Geerts: "DMA mag het vertrouwen van Belgische internetgebruikers niet schenden"

Media / News

Het ontwerp van Europese wetgeving over de digitale markten (Digital Markets Act) creëert een monopolie op de informatieverstrekking voor de grote platformen in een rol als controlerende toegangspoort of 'gatekeepers', zei We Media recent. Thierry Geerts, country manager Google België, reageert.

Wanneer mensen in België zoeken naar "goede lokale restaurants in Gent" of "schoenmaker in Namen" wil Google hen de meest relevante zoekresultaten bieden voor hun zoekopdracht. Dat helpt mensen om lekker eten te vinden of hun favoriete paar schoenen te laten herstellen. Wanneer mensen zoeken naar het recentste nieuws, tonen we resultaten die het meest relevant zijn voor hen en hun zoekopdracht. Relevante resultaten houden het vertrouwen tussen mensen en Google in stand. Het is de reden waarom mensen voor Google kiezen en het is de hoeksteen van ons bedrijf.

We nemen dit vertrouwen erg serieus en het is daarom dat ik wil reageren op enkele van de kwesties die worden aangekaart in het artikel van de heer Bouckaert en We Media over de Digital Markets Act die eraan komt. Wij steunen de doelstelling van de EU om een nog opener, competitiever internet te bevorderen en wij zijn niet tegen regelgeving. Wij willen constructief meewerken om ervoor te zorgen dat regelgeving duidelijkheid schept, keuzevrijheid waarborgt en innovatie bevordert. We willen dit echter doen zonder het vertrouwen van de mensen in onze resultaten te schaden. Daarom denken we dat het belangrijk is om te reageren op enkele van de kwesties die in het opiniestuk worden aangekaart.

Ten eerste wordt in het stuk het idee gepropageerd dat alle bedrijven het recht moeten hebben op automatische toegang tot alle essentiële platformdiensten. In het kort komt het erop neer dat bepaalde bedrijven het recht zouden hebben om in de zoekresultaten te verschijnen, ongeacht of ze al dan niet het meest relevante resultaat zijn. Toen deze regeling oorspronkelijk werd bedacht, was deze bedoeld om app-ontwikkelaars zekerheid te bieden, en wij zijn het ermee eens dat dit zinvol is. Maar een uitbreiding van deze regeling naar alle kernplatformdiensten kan onbedoelde gevolgen hebben. Voor zoekmachines dreigt dit idee het vertrouwen met de gebruikers te schenden door een bepaald bedrijf te bevoordelen in plaats van relevante resultaten te tonen. Het web staat ten dienste van mensen, adverteerders en uitgevers. Maar om ten dienste te staan van iedereen, moet het dat eerst voor de  mensen doen.

Ten tweede opperen de heer Bouckaert en We Media namens de nieuwssector dat het combineren van gegevens tussen een kernplatformdienst en een andere absoluut verboden moet worden. Het is onduidelijk hoe een dergelijk verbod in het voordeel zou zijn van nieuwsuitgevers, die ook op veel verschillende manieren gegevens gebruiken en combineren om hun eigen bedrijf te runnen. Voor Google zou dit verbod een potentiële impact kunnen hebben op tal van diensten waar Belgen dol op zijn en die bovendien waarde creëren voor grote en kleine bedrijven. 

Wanneer je bijvoorbeeld online zoekt naar een restaurant in Brussel, krijg je ook meteen een routebeschrijving omdat er een kaart is geïntegreerd in de zoekresultatenpagina's van Google. Dat bespaart je de tijd en moeite van een tweede zoekopdracht via een kaart-app of -website. Die functie - mogelijk gemaakt door Google Business Profiles - zorgt elke maand voor 1 miljard connecties voor Europese bedrijven, waaronder kliks op websites, telefoontjes, routebeschrijvingen en maaltijdbestellingen. Dit soort innovaties helpt niet alleen gebruikers, maar ook duizenden bedrijven omdat het voor klanten makkelijker wordt om hen te vinden. 

Ten derde wordt voorgesteld om in de DMA nieuwe bindende procedures op te nemen voor onderhandelingen tussen platformen en uitgevers. EU-beleidsmakers verwierpen dit idee in de richtlijn inzake auteursrecht. In plaats van een bureaucratisch prijsreguleringsmechanisme hebben zij persuitgevers nieuwe rechten gegeven om vrij met platformen te onderhandelen. Veel landen leggen nog de laatste hand aan hun plannen voor de uitvoering van die nieuwe wet. Waar de nieuwe regeling al van kracht is, onderhandelen we actief met uitgevers om een duurzame oplossing te vinden - naast de vele partnerschappen en deals die we al met uitgevers in heel Europa hebben om hen te helpen online geld te verdienen. Zoals veel beleidsmakers al hebben gezegd, is het nu niet het moment om de richtlijn inzake auteursrecht te heropenen en te herzien wanneer de meeste landen deze nieuwe regels nog niet eens hebben ingevoerd en wanneer ze al nieuwe licenties in de hand werken. 

Ten slotte stelt de heer Bouckaert dat de DMA zal leiden tot "een monopolie op de verstrekking van informatie voor de grote platformen". Dat is niet correct en de lezers moeten zich ervan bewust zijn dat de DMA in feite de tegenovergestelde bedoeling heeft. In de woorden van de Commissie zelf zal de DMA "verplichtingen vaststellen voor de gatekeepers, de do's en don'ts die zij bij hun dagelijkse werkzaamheden in acht moeten nemen". Dit creëert op geen enkele manier een monopolie op de informatievoorziening voor welk platform dan ook. Het is volkomen terecht dat de Europese regels worden bijgewerkt. Maar het is aan ons allen om op een correcte en nauwkeurige manier bij te dragen aan de discussie om een DMA te bereiken die voor iedereen werkt.