Verscheidenheid alom in het Groothertogdom

Vertaalde artikels

Van Luxemburg kennen we de private bankers, het zangerige accent en het heuvelachtige landschap. Maar ook het medialandschap is er verrassend rijk. We volgen een geleid bezoek, van de onafhankelijke groep Maison Moderne tot de redactie van de Luxemburger Wort via de kantoren van IP Network. 

 

Luxemburg beslaat op geografisch vlak slechts een vijftiende van de oppervlakte van België, maar die verhouding gaat niet op wat het medialandschap betreft. Terwijl Franstalig België een twintigtal grote publieksmedia telt, biedt Luxemburg niet minder dan

12 dag- en weekbladen aan voor een bevolking van 576.249 inwoners. Die verscheidenheid lijkt verrassend en wordt ons met plezier duidelijk gemaakt door Jean-Michel Gaudron, partner bij Maison Moderne, het eerste onafhankelijke mediabedrijf van Luxemburg, en hoofdredacteur van het economisch en financieel maandblad Paper Jam. Volgens hem is het geheim van dit ruime aanbod ideologisch. “In Luxemburg behoort elk dag- of weekblad tot een duidelijke ideologie. De Luxemburger Wort is bijvoorbeeld de krant van het aartsbisdom. Tageblatt sluit dan weer dicht aan bij een socialistische vakbond. Le Journal was oorspronkelijk de spreekbuis van de liberale partij en de Zeitung vum Lëtzebuerger Vollek van de communistische partij. Enzovoort.”

Paper Jam

Als geboren Fransman en met een verleden van negen jaar als journalist aan de andere kant van de grens, heeft Jean-Michel Gaudron zich moeten aanpassen aan de eeuwenoude journalistieke tradities in Luxemburg. “Historisch gezien waren de media hier altijd aangesloten bij een bepaald ideeëngoed. Die duidelijke band zit verankerd in de Luxemburgse mentaliteit.” Toch heeft die situatie hem niet ontmoedigd om met Maison Moderne de eerste volledig onafhankelijke mediagroep op te starten. “Het volledige kapitaal is in handen van de onderneming zelf. We hebben geen dagblad maar wel Paper Jam, een economisch en financieel maandblad. Onze onafhankelijkheid is voor ons een waarborg voor kwaliteit. Wanneer je duidelijke ideologische banden hebt, is de lijn tussen een publireportage en echte journalistiek soms erg dun. En aangezien we financiële onderwerpen behandelen, zou het opgeven van onze onafhankelijkheid pure zelfmoord zijn,” besluit hij al lachend.

De kerk in het midden van de krant

Luxemburger-Wort-01132012

Andere krant, andere zeden. We ontmoeten Jean-Paul Schneider, sinds 30 jaar journalist bij de Luxemburger Wort. Aangezien hij zowat zijn hele carrière bij die krant heeft gesleten, kan hij ook getuigen over de evolutie van de ideologische invloed van het aartsbisdom als hoofdaandeelhouder. “Vroeger was de religieuze invloed veel sterker,” zegt hij. “We schreven geregeld over kerkelijke onderwerpen of over morele en ethische thema’s. Maar onder invloed van de nieuwe hoofdredacteur Jean-Loup Siweck is er een opening ontstaan. Jean-Loup is jonger, heeft gedeeltelijk in het buitenland gestudeerd en heeft een nieuwe wind doorheen de redactie laten waaien.” En ook al gaat de Wort niet meteen scheiden van kerk en staat, toch is Jean-Paul Schneider trots op een aantal vernieuwingen die vroeger ondenkbaar waren. “We hebben veel meer vrijheid bij het schrijven en we moeten ons niet meer tot bepaalde thema’s beperken. Zo nodigen we ook regelmatig gekende mensen van andere religies uit om in onze religieuze bijlage aan bod te komen. Die opening was ook noodzakelijk. Met 253.000 lezers per dag zijn we de grootste krant van het land. Het werd tijd dat we ons tot alle inwoners gingen richten en niet alleen tot de gelovigen.”

Des te meer nu de mentaliteit verandert. “Het aantal advertenties in onze culturele en religieuze pagina’s blijft beperkt,” vertelt Steve Faber, verantwoordelijke voor de mediastudies bij Régie.Lu, de regie van de mediagroep Saint-Paul, uitgever van de Wort. “Niet omdat we daar geen reclame wensen te plaatsen, maar omdat de adverteerders er weinig belang aan hechten.” Toch wordt er niet afgeweken van een aantal principes. “Ook al zullen we een adverteerder nooit om religieuze redenen weigeren, toch respecteren we een redactionele lijn die ook voor de advertenties geldt. Zo zal er nooit naakt te zien zijn in onze krant. We proberen enkele morele voorschriften te volgen. We beperken bijvoorbeeld het aantal advertenties in de pagina’s met de overlijdensberichten, ook al worden die fel bevraagd. Er te veel reclame in plaatsen, zou ongepast zijn …”

Ook al heeft het lezerspubliek de nieuwe opening bij Wort zonder al te veel strubbelingen verwelkomt, toch blijkt het niet meteen afscheid te willen nemen van ideologisch getinte dagbladen. “Het is dan ook een enorm financieel risico om vandaag een nieuw dagblad in Luxemburg te willen opstarten” betreurt Jean-Michel Gaudron. “En zelfs indien er vraag zou zijn naar een algemeen onafhankelijk dagblad, het medialandschap is op dit moment zo verzadigd dat een dergelijke onderneming niet leefbaar is.”

Die vaststelling blijft van kracht, ondanks de edelmoedige inspanningen van de Luxemburgse overheid om de pers te steunen. “Dat we van zoveel media kunnen genieten, komt ook doordat de staat de verscheidenheid van de ideeën in de pers financieel steunt,” legt Jean-Loup Siweck uit. “De dagbladen krijgen subsidies in functie van het aantal pagina’s en van het aandeel van de reclame daarin.” Die financiële hulp is niet te onderschatten. Hij kan variëren van enkele duizenden tot meer dan een miljoen euro. En om de nieuwste ontwikkeling van de persmedia te steunen, zal die hulp binnenkort ook aan webmedia worden aangeboden.

Het laatste bolwerk van de gouden jaren

Over de overgang naar het web houdt Jean-Michel Gaudron er een zeer dualistische kijk op na. “Er is onze aanpak en die van de anderen,” zegt hij. “Wij hebben van bij de start het aantal verdeelde exemplaren nooit als economische basis genomen. In tegenstelling tot de andere media die geld vragen voor de toegang tot een deel van hun sites, bieden wij de volledige inhoud van onze site gratis aan. Die weddenschap hebben we overigens gewonnen, aangezien het aantal bezoekers op de sites van de dagbladen relatief laag blijft in verhouding tot die bij ons, ook al blijft Wort er bovenuit schieten.”

Bij Wort wordt de overgang van het papier naar het web filosofisch en zeker niet gelaten benaderd. “De krant bestaat al 168 jaar. Als we willen dat hij overleeft, dan moeten we gewoonweg een ander model aanwenden en van een dagelijkse naar een wekelijkse publicatie overschakelen met meer onderzoek en diepgaande reportages.” Daarbij wordt de toevloed aan webinformatie niet over het hoofd gezien. En om zoveel mogelijk lezers te bereiken, bestaat de website van de Luxemburger Wort in vier talen: Frans, Duits, Engels … en Portugees. Niet verwonderlijk als je weet dat na de Luxemburgers de Portugezen met 20% van de bevolking de grootste demografische groep van het land vertegenwoordigen. Dat levert de krant geen windeieren, want met zijn groot aantal dagelijkse lezers van de krant en de site is hij de onbetwistbare marktleider.

Al hebben ze er niet allen voor gekozen om ‘lusofone’ informatie (voor wie Portugees spreekt, en zo zijn er veel in het groothertogdom) aan te bieden, meertaligheid is voor de Luxemburgse media geen keuze maar een noodzaak. “Ik denk dat het vak van een journalist weinig verschilt van land tot land. Het grote verschil is het taalaspect. De pers verschijnt hier in het Frans, het Duits en het Luxemburgs. Tot kort geleden zonden alle radiozenders ook in het Luxemburgs uit. Dat zorgt voor atypische persconferenties. Aangezien het de gewoonte is om die op te nemen en er daarna enkele delen ongewijzigd van uit te zenden, wordt er tijdens zo’n conferentie, zodra er radiomicrofoons worden bovengehaald, enkel en alleen nog Luxemburgs gesproken,” glimlacht Jean-Michel Gaudron.

Hij wijst er ook op dat de staatssubsidies voor de pers bijkomende gevolgen hebben. “Het vermindert de concurrentie tussen de uitgaven en zorgt voor een andere werkomgeving. Luxemburg telt zo’n 300 geregistreerde journalisten, van wie heel weinig freelancers. De meesten worden snel aangeworven.” Is Luxemburg het laatste bolwerk uit de gouden jaren van de papieren pers? Het lijkt er alvast op dat daar een bepaalde incarnatie van blijft gedijen.


Bussinesprovider IP Network

“Bauer sucht Frau”

IP Network staat ten dienste van alle ondernemingen en hun verwanten uit de groep. Ook RTL Duitsland zit daarin met “Bauer sucht Frau”.

IP Network is een voortvloeisel uit de IP Group en werd in 1991 opgestart toen Havas nog eigenaar was van de regie. Sinds 1998 werkt de holding onder de vlag van de RTL Group. IP Network is gebaseerd in Luxemburg en werkt heel Europees met vijf filialen in Parijs, Londen, Milaan, Keulen, Brussel en Amsterdam. Daarnaast heeft het bedrijf ook vertegenwoordigers in andere markten zoals Scandinavië, Turkije en vanaf 2017 ook in de Verenigde Staten.

Als internationale extensie van de nationale regies volgt IP Network een paneuropese aanpak. De regie is actief in een twintigtal landen en vertegenwoordigt 80 tv-zenders en 300 digitale platformen… “Wij zijn een uitbreiding van elke nationale entiteit,” vertelt algemeen directeur Stéphane Coruble. “In België bijvoorbeeld verkoopt IP Belgium nationaal en vertegenwoordigen wij Belgische producenten die in het buitenland willen exporteren. Daarnaast zoeken we ook Belgische klanten aan wie wij bijvoorbeeld Frankrijk, Engeland of Duitsland kunnen verkopen. Neem bijvoorbeeld Sarenza.com, een concurrent van Zalando. Wij leveren hen aanbevelingen voor hun ontwikkeling, mediaplanning, communicatie (…) in verschillende markten zoals Zwitserland, Duitsland, België, Nederland…”

Die mediaplanning beperkt zich uiteraard tot de media die IP Network aanbiedt. “Klopt, maar ze vertegenwoordigen een relevant deel van de markt,” antwoordt onze gesprekspartner. Zo vertegenwoordigt de internationale regie voor België alle activiteiten van de RTL groep maar ook die van Medialaan. “Een klant die in België wil adverteren, bieden wij dus zowel het zuiden als het noorden aan. Net zo met Engeland, waar we campagnes op ITV aanbieden aan buitenlandse klanten, of in Italië met de RAI…” Toch is de missie van IP Network ruimer dan die van een regie. “Wij geven veel advies. Voor Spanje bijvoorbeeld geven wij een volledig beeld van het medialandschap, uiteraard met Antenna 3 dat wij vertegenwoordigen, maar we vergeten niemand. Wij proberen een breed en transparant beeld te geven van alle activiteiten in een markt.”

Als deel van een nieuwe strategie gericht op 2020, zal de RTL groep nog meer als tussenpersoon fungeren. “IP Network heeft de mogelijkheid om het geheel van alle bedrijven uit de RTL groep te verbinden, om het aanbod te verenigen en om op synergiën te werken. Zo zocht LasMinute.com, een van onze klanten uit Italië, zowel in Frankrijk als in Italië en Groot-Brittannië naar een muzikale omgeving waarin het zich kon integreren. Nu bezit onze groep Fremantle Media, dat content produceert en in al die landen formats verkoopt zoals bijvoorbeeld X-Factor voor ITV. Wij hebben LastMinute.com, Fremantle Media en ITV, die voordien niet met elkaar praatten, rond de tafel gebracht en zijn als coördinator opgetreden.” Opvallend daarbij is dat IP Network niet door de adverteerders maar door de media wordt betaald. “Wij zijn een businessprovider voor onze lokale media en zij betalen ons voor de business die wij hen bezorgen,” licht Stéphane Coruble toe.

Naast de traditionele media kan de regie ook digitale platformen aanbieden, zoals Divimove en BroadbantTV, de parels uit de groep. Laatstgenoemde is op wereldvlak het vijfde netwerk van Youtube-kanalen met zo’n 7.800 kanalen. Het kan dus paneuropese producten ontwikkelen. Een alternatief voor Google?

 

Ph. W.