Woordvoerders werken liefst op klassieke manier

De Vlaamse woordvoerders maken zich zorgen over de steeds grotere druk op redacties, met gevolgen voor de kwaliteit van de berichtgeving. Zo ergeren ze zich eraan dat foutieve informatie soms zonder controle wordt overgenomen. Dat moet blijken uit de eerste grootschalige bevraging bij woordvoerders van meer dan 130 bedrijven, organisaties en overheden in Vlaanderen. De redactie van PUB hoopt dus dat in dit bericht alvast geen foutieve informatie wordt doorgegeven. Als het om een nep-onderzoek gaat: alvast onze excuses. Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd door pr-bureau Bepublic en Kortom, de vereniging voor overheids- en socialprofitcommunicatie, moet  ook blijken dat de meeste woordvoerders nog op een eerder klassieke manier werken, via persberichten en persmomenten.

De resultaten van dit onderzoek werden voorgesteld op de vierde Nacht van de Woordvoerder.  De Vlaamse woordvoerders maken zich volgens dit onderzoek toch wat zorgen over de manier waarop redacties met nieuws omgaan. Grootste ergernissen zijn informatie die niet gecheckt wordt (toegegeven: we hebben niet gecheckt of dit onderzoek ook echt heeft plaatsgevonden), titels die niet de inhoud van een stuk weergeven (wat denkt u van bovenstaande titel?) en de snelheid van de berichtgeving die (zeker online) vaak primeert op de juistheid van de informatie. “Een andere ergernis is dat de berichtgeving soms te veel gericht is op ‘steekvlammen’ en te weinig op onderwerpen die belangrijk of positief zijn. Er is dan wel weer veel waardering voor journalisten die altijd hun informatie checken vooraleer die te publiceren, die voldoende ruimte geven voor een inhoudelijke reactie, én die respect hebben voor off the record-informatie,” zegt Tom Van de Vreken, woordvoerder De Lijn en organisator Nacht van de Woordvoerder in een persbericht.

De enquête peilde volgens Bepublic ook naar de manier waarop de Vlaamse woordvoerders hun bedrijf of organisatie in het nieuws proberen te krijgen. Dat doen ze vooral met cijfergegevens (77%), via het aanbieden van een primeur aan één medium (52%) en door in te haken op de actualiteit (45%). De minder klassieke manieren van nieuws maken, zoals het schrijven van opiniestukken (20%) of het maken van nieuwsvideo’s (12%) zijn nog niet zo populair. “Met opiniestukken kunnen verantwoordelijken of experten nochtans op een geloofwaardige manier hun expertise kenbaar maken aan de buitenwereld, zo lang het maar inhaakt op de actualiteit. En nieuwsvideo’s worden alsmaar interessanter als je bedenkt dat dit jaar 70 procent van het internetverkeer uit video zal bestaan,” zegt Jeroen Wils, managing partner Bepublic.

Als we kijken naar de kanalen waarlangs nieuws verspreid wordt, zien we eerder een klassiek beeld. Het traditionele persbericht (84,7%), het individueel pitchen bij een journalist (82,4%) en het organiseren van persconferenties (61,1%) zijn nog steeds de meest gebruikte technieken. Sociale media worden nog in mindere mate (46,6%) gebruikt. Toch denkt ongeveer de helft van de woordvoerders dat sociale media hetzelfde bereik hebben als de traditionele pers. ‘Het is opmerkelijk hoe klassiek de Vlaamse woordvoerder is in zijn contact met de journalisten, terwijl sociale media niet meer weg te denken zijn in de hedendaagse communicatie. Bovendien bereik je met persberichten en persconferenties nooit rechtstreeks je publiek. Aan de andere kant: als de pers je verhaal oppikt, is die wel vaak een grotere megafoon dan de sociale media," zegt Tom Van de Vreken.

Woordvoerders beseffen wel dat die sociale media alleen maar belangrijker worden als informatie- en communicatiekanaal. Bovendien zeggen acht op de tien woordvoerders dat hij z’n job niet meer zou kunnen uitoefenen zoals het hoort zonder de sociale media, maar dan vooral om het nieuws te volgen. Twitter steekt er met kop en schouders bovenuit, Facebook en Linkedin volgen op twee en drie. Uit het online onderzoek blijkt nog dat iets meer dan de helft van de Vlaamse woordvoerders jonger is dan 40 en bijna 60% zijn mannen. Bijna een kwart van de woordvoerders was eerst journalist. Ongeveer één op de vier woordvoerders heeft heeft geen communicatie-opleiding gevolgd, maar zegt gepassioneerd te zijn door communicatie. En ook opvallend: amper één op de drie houdt het langer dan tien jaar vol in het vak. “Vier op de tien woordvoerders blijken meer dan 46 uur per week te werken, een vijfde werkt zelfs meer dan 50 uur per week. Daar staat wel een meer dan gemiddelde verloning tegenover: meer dan twee derde van de woordvoerders verdient meer dan 4000 euro bruto per maand,” aldus Jeroen Wils.

Uit het onderzoek blijkt tot slot dat Vlaamse woordvoerders soms moeite hebben met de hoge mate van bereikbaarheid en de druk op het privéleven.