De sfeer op de tentoonstelling is sereen, zodat de artistieke emoties de vrije loop krijgen – wat zelden geval is in het alledaagse leven. ©Vincent Everarts
In oktober van dit jaar kondigde de Nederlandse bankengroep ING aan dat men 7.000 banen zou schrappen, waarvan 3.500 in België. Tegelijkertijd opende het dertig jaar oude kunstcentrum van ING in Brussel een prestigieuze en grootschalige tentoonstelling: het haalde de New Yorkse verzameling van Solomon R. Guggenheim en de Venetiaanse collectie van diens nicht Peggy Guggenheim naar ons land. Door de verjaardag van het ING Art Center maar ook en vooral door de crisis in de bankensector stelt ING zich meer dan ooit de vraag waarom kunst noodzakelijk is voor het bedrijf. Is het noodzakelijker dan jobs? Die tweede vraag komt van militanten, die in de eerste plaats de communicatie rond de opening van de tentoonstelling betreuren. Patricia De Peuter, hoofd van het departement voor schone kunsten van de bank, herinnert er de critici aan dat een tentoonstelling over een lange termijn opgebouwd wordt en dat de veranderingen in het bedrijf doorgevoerd worden “om er daarna beter van te worden” – zelfs al zijn ze pijnlijk. Head of Corporate Sponsoring, Events & Art Management Philippe Jaumain ondersteunt die stelling met een vergelijking. “Het is vreselijk dat er banen geschrapt worden. We begrijpen de kritiek. Maar we mogen niet vergeten dat deze reorganisatie plaatsvindt wanneer de bank het goed maakt. Je herstelt je dak niet in het putje van de winter. We profiteren van het goede weer om ons voor te bereiden op de komende tijden.” Het idee erachter komt erop neer dat ING zich voorbereidt op de uitdagingen van de toekomst. “We hoeven niet op alles te besparen om banen te redden. We behouden wat de bank des te beter kan helpen; het is duidelijk dat onze relatie met de kunsten er altijd al geweest is.” Het ING Art Center heeft in de loop van dertig jaar een geloofwaardigheid opgebouwd is die ijzersterk is: anders zou het onmogelijk geweest zijn om het vertrouwen te winnen van een instelling zoals de Solomon R. Guggenheim Foundation. Het centrum heeft een museale geloofwaardigheid die even groot is als die van de grote musea van ons land. “Het is heel belangrijk om die troef uit te spelen,” voegt Philippe Jaumain toe. “Geen enkele onderneming klopt ons in dat opzicht. Het ING Art Center is een machine die we niet kunnen achterwaarts kunnen instellen. Uiteindelijk is het niet overdreven om te zeggen dat de bank deze tentoonstelling al dertig jaar voorbereidt. En dat deze investering over een lange termijn haar vruchten afwerpt.”
Het ING Art Center is één van de tools die ING België inzet om zijn ontwikkeling te ondersteunen. Het gaat hier niet om een mecenaat dat volledig los staat van de zaken maar om “een instrument om zaken te doen.” ING heeft wel meer tools van dat type: ze is partner van de Rode Duivels, de Muziekkapel Koningin Elisabeth, UNICEF, een rist festivals enzovoort. Het voordeel hier is dat ING een enorme vrijheid heeft door haar eigen sponsor te zijn.
Wat is de ROI in realiteit? We stelden de vraag zowel aan Patricia De Peuter als aan Philippe Jaumain. Lees het volledige artikel, en ook de artikels over de kunstcollecties van BNP Paribas Fortis en Belfius, in PUB Magazine.
Dankzij de scenografie van de studio SNCDA worden de bezoekers niet overdonderd door allerlei theorieën. ©Vincent Everarts
Peggy Guggenheim draagt oorringen die Alexander Calder speciaal voor haar ontwierp. Jaren vijftig, Solomon R. Guggenheim Foundation, foto Archivio Cameraphoto Epoche, gift van de Cassa di Risparmio di Venezia, 2005